HET BOUWEN DER NIEUWE PAROCHIEKERK VAN SINT ANNA OP DÈ EILANDEN. De beide prijzen van fs. werden gewonnen door onze abonnés Tl*. ïSKAiV!>T.N. Ouderkerk a/d Amstel, wien We bedon postwissel zullen doen toekoraon, on A.VM KEMMEREN (abonné H. L. Kommeren), Amsteldyk 55, aan wie heden het gewonnene thuisbezorgd zal worden-
Collectie
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De morgenpost
- Datum
- 29-04-1899
- Editie
- Dag
- Uitgever
- [s.n.]
- Plaats van uitgave
- Amsterdam
- PPN
- 431350132
- Verschijningsperiode
- 1892-1909
- Periode gedigitaliseerd
- Nr. 1 (1 okt. 1892) - nr. 152 (31 mrt. 1893) ; nr. 303 (20 sept. 1893) - jrg. 17, nr. 5057 (3 juli 1909)
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Stadsarchief Amsterdam
- Nummer
- 1987
- Jaargang
- 7
- Toegevoegd in Delpher
- 06-12-2021
OPLOSSING VAN Prijsraadsel No 122.
Prijsraadsel No 123.
Dit gewerd ons in December roeds van onzon abonné J. B. A. v.d. WIELEN, Baarsjosweg D 45e, Sloten. Thans zendt onze abonné TH. J. AARNTS, Prins Hendrikkade 39 alhier, ons juist hetzelfde. Oi' die twee het van elkaar hebben afgekeken of dat het niet origineel is, ofwel dal beiden zóó sympathiseeren dat ze precies hetzelfde fabrieken, wc weien het niet. In ieder geval is ’t raadsel met te moeilijk en aardig genoeg om geplaatst te weiden. Hos leest men hot onderstaande? bei wie de vmdt tegenspoed wordt niet moedig en loert dien. Aan dit raadsel zgn twee prijzen verbonden van fö elk. Oplosdugeu met opgave van liaasn en ailres worden iugewaclit nUcrlijk tot aanstaanden VlilfllACi, ’s namiddags twee Ikir precies, onder liet motto
PRIJSRAADSEL No 123, na 11 Het Bureau Tan „l>e Morg«ii|>ostr’. Be <>i>SoM-i i»
BINNENLAND. BENOEMINGEN.
f Wij lezen in De Noordbrabanter: Na da pogingen, dia voor en na zijn aangewend om de Rogeering te bewegen in katholieke gemeenten zooveel mogelijk katholieke leeraren aan inrichtingen van onderwijs te verbinden, trok de benoeming vaneen Protestant tot directeur derhoogero burgerschool te Tilburg zeer de aandacht. Het personeel dier school is thans als volgt samengesteld: De directeur, leeraar in geseh. en aardrijkskunde, protestant. Do leeraar in wiskunde, protestant. Do leeraar in rek. en alg., protestant. Do leeraar in natuurkunde, protestant. De leeraarde in scheikunde, protestant. Do leeraar in nat. historie, protestant. Do leeraar in Duitsch, protestant. De leeraar in Engelsch, protestant. Do leeraar in gymnastiek, ?. Do leeraar in Nedorlandsch, katholiek. Do leeraar in Fransch, katholiek. De leeraar ir. 'staalsinricht., katholiek. De leeraar in teekenen, katholiek. Wit dunkt u van dit lijstje? Vier Katholieken en negen Protestanten. Is dat nu het middel om de school te Tilburg voor de bevo'king bruikbaar te maken? Moet men op die wijze de roomselie jongens naar de school lokken? liet lijkt wel ->i mon cr te midden vaneen uitsluitend Katholieke bevolking, allengs een piotostantsche school van maken wil. , , '7. Regeering het stukje dat ze in het katholieke Tilburg uithaalt eens beproeven aan gene zijde van den Moerdijk, /on do minister het aandurven aan een hoogere burgerschool Inde noordelijke provinciën oen roomschen directeur en acht roomsche leeraren te benoemen? De eene steen dier school zou niet op den anderen blijven. Maar met de voormalige generaliteit kan men te ’s Hage naar hartelust sollen. Onzo vaderen zijn bij het vergeven van staatsambten nooit verwend geweest en de Regeermg zorgt wel dat wij, hun zonen, niet verwend worden. Niet enkol op het gebied van onderwijs, maar in alle takken van staatsdienst staan wij, Katholieken, op de laatste plaats. Daartogen voegt, waar we zooals hier op bepaalde feiten kunnen wijzen, als vrije burgers een woord van protest. Voor de vacature van directeur der hoogere burgerschool bood zich meer dan één zeer geschikt katholiek candidaat aan, o. a. een dokter inde letteren on een doctor inde scheikunde; beiden mannen van erkende bekwaamheid en die sedert jaren met eero bij het onderwijs werkzaam zijn. Doch tevergeefs, liet stond bij de hooge heeren vast: Aan het hoofd dor school van liet roomsche Tilburg moest een Protestant geplaatst worden. Schijnt liet niet een openbare bespottii g?
DR SCHAEPMAN EN LEERPLICHT.
De bladen gaan voort, beschouwingen te geven over de door dr Sehaepman te Heerenveen gehouden rede. Zoo zegt De Noordbrabanter: Wij maken van de ons geschonken vrijheid gebruik, om hier nogmaals te verklaren, dat wjj zeer besiist met don doctor van meening verschillen. Ook wij willen zeer gaarno, dat een einde gemaakt worde aan vageboudage, maar dat behoeft niet ten koste onzer vrijheid. Om die misstanden uitte roeien kan een wet gemaakt worden tot bescherming van verwaarloosde kinderen en bestraffing van phchtvergeten ouders. En wat betreft het gevaar, dat ons bijzonder onderwijs financieel in slechter conditie komen zal en [het ontwerp] daarvoor gevaarlijk is, is de doctor ons al te optimistisch. Wij houden er niet van, om, als wij met tegenstanders te doen hebben, ons met beloften te laten afschepen; dan wenschen wjj onze waarborgen geschreven te zien Inde wet, zwart op wit. Want al zijn deze regoeringsmaiinen nog zoo goed te vei trouwen, wjj weten niet, wie in do toekomst achter de ministertafel zullen plaatsnemen. Bij alle woorden van waardeering voor dr öchaepmans persoonlijkheid moet ook do Maas- en Roerbode bekennen, dat de heerenveensche rede meer dan een pijnlijke verrassing aan het blad heeft bereid. Wij matigen ons natuurlijk allerminst het recht aan gaat het blad voort om dr Sehaepman van advies te dienen, allerminst hut recht om hem te berispen, Wèl wagen wij het als onze bescheiden meening, neen als onze vaste overtuiging uitte spréken, dat de katholieken van Bhnburg hem de „vrijheid” welke hij voor zich opeischt, met beslistheid ontzeggen, en dat het inde zuidelijke, katholieke provincies ook door zijn talrijke vrienden ten zeerste betreurd en ten strengste gelaakt zou worden, indien hij ooit de Tweede Kamer gebruik zou maken van de „vrijheid” welke lijj voor zich meent te kunopvorderon. Wij gelooven dat geen limburgsch of noord-brabantsch blad ons hier zal tegenspreken. In het Venlooïfh Nieuwsblad noemt Valuas de heerenveensche rede „al te royaal” on zegt verder: inniger eenheid ware, onzes orachtons, wenschelyk, noodzakelyk zelis. Dat de gevierde doctor ze op den duur onmogeljjk acht, is voor Neeriands Katholieken, in trouwe gesproken, erg onfortuiniyk. Zoude men, waar het toch niets moer betreft dan „te volgen tactiek”, van den zoo „royaal” aapgeiegden Sehaepman niet mogen verwachten, dat hij, „inde gelederen” bleet en „offers van eigen inzichten’’ bracht? Of wjj met dr Sehaepman voor leerplicht zijn ? \ooralsnog niet. Eerst bewijze men, dat invoonng ervan ten onzent dringend noodig is; zoo niet, dan blij ve hot ouderlijk recht in zake opvoeding der kinderen ongekrenkt. Afgezien ook«van dat hybridisch ding, waarvan men zich met geen mogelijkheid kan denken hoe liet bij een befeonnen mensch kan opkomen, wij hefiboi). het herhalings-onderwijs genoemd, —lachten wij met pater Hendrichs hot ontwerp* Borgesius onaannemelijk, wijl het „niet genoegzaam de voorwaarden waarborgt, aan welke! |in het oog van katholieke ouders de school moet voldoen”. De Grondwet laat zich uit als volgt: Geheel de te Heerenveen gehouden redevoering vloeit weer over van hetoptimisme en de royaliteit in denkbeelden, welke een van des doctors karaktertrekken is. leder, die zich van de oratorische bekoring, waar dr Schaepman een zoo groot deel van zijn invloed aan dankt, en die ook van deze redevoering uitgaat, weet loste maken, zal met een koel hoofd moeten oordeelen gelijk wij, dat de doctor even ver verwijderd staat van het leven inde practgk als hij ’t idealisme nabij komt. Niet alleen blijkt dit weder uit het dichterlijke begrip, dat liy zich van de „eenheid” vormt, maar ook uit de edelmoedigheid, die lip in onze tegenstanders in zoo groote mate aanwezig schijnt te veronderstellen, en de goudensbergen, die lhj zich beloott over do toegezegdo (!) subsidie-verhooging der bijzondere school. Dat pioit voor zijn eigen edelmoedigheid, maar zijn practische politiek wordt erdoor veroordeeld. Het Nieuwsblad voor het Kanton Ooslerhou', noemt dr Schaepman’s rede „een zonderling pleidooi vol tegenstrijdigheden” en maakt er verschillende kantteekeningen op. De Nieuwe Koerier besluit zijn verslag van da rede te Heerenveen met de woorden : Dr Schaepman is in zijn groot vertrouwen optimistisch, wel wat ai te goed geloovig, zoudon we meenen. Al twjjolen we niet aan de oerlgkheid der beloften van den huldigen minister, toch welen we ook zeer goed, dat de Volksvertegenwoordiging in liet toestaan van hooger subsidie de laatste stem heeft, en dat een opvolgend Ministerie zich niet steeds gebonden acht door de hglpften van zij-rr vooegnnger. Daarom zou het ongetwijfeld niets meer dan voorzichtig wezon, ofwel vóór of althans gelijktijdig met leerplicht de regeling der hoogere subsidie to vorderen. De Zoom schrijft: Wordt lr'er het katholiek program niet verscheurd 6n krijgen de collegaas de stukken niet in het galaat? Wat de doctor echter gehoopt had, geschiedt niet: met neemt er geen genoegen moe. Zelfs het succes met zijn „Bolland en Petrus” en do geestdrift, door dit boek gewekt (om van zooveel andere grootsche meesterwerken niet te spreken), is voor dr Schaepman geen vrijbrief, om de Katholieken, die houden aan het program, hetwelk juist die „vrije kwesties” bepaalt, overmoedig uitte dagen. Aanmatiging kan te ver gaan. Wanneer men vrijwillig zijn ouden wapenbroeders den rug keert, zou dien ouden wapenbroeders het „Welaan, ga!” ook wel eens over de lippen kunnen komen. Men kan lachen om onze oordeelvelling en meenen dat ze geen gewicht inde schaal legt. Maar dan vergist men zich, want wij spreken uit wat duizenden denken en gevoelen. Het Huisgezin eindelijk zegt: Twee jaar geleden was eensgezindheid en eenheid het ideaal van dr Schaepman; thans acht hg die niet noodig en niet mo gei ijk. Twee jaar geleden duchtte dr Schaepman van invoering van leerplicht heropening van den schoolstrijd; thans geen zweem meer van die beduchtheid. Wij voor ons houden het liever met den Schaepman van vóór twee jaar dan met dien van nu. Toen leek hg ons een betrouwbaarder en veiliger gids toe dan thans.
DE NEO. VROUWENBOND.
Met een hartelffk welkomstwoord opende mevrouw B. Waszklewisz van Schilfgaarde da gisteren te ’s Gravenhage gehouden algemeene vergadering van den JNed Vrouwenbond ter Internationale Ontwapening. Uit het door de secretaresse uitgebracht verslag bleek dat het ledental van den Bond steeds toeneemt en thans tot ruim 1200 is gestegen. Daarna deed de presidente eenige mededeelingen omtrent de samenstelling der comités voor het manifest aan den Tsaar en hun werking en constateerde met voldoening dat zeer gunstige resultaten door bijna hot geheelo land zijn verkregen. Geprotesteerd werd tegen enkele door het bestuur genomen maatregelen, zonder dat de leden daarin gekend zyn. Jn hat huishoudelijk reglement zullen bepalingen worden opgenomen, om daaraan tegemoet te komen. Door mevrouw Rutgers werd daarna eon zoor uitvoerige memorie van grieven voorgelezen tegen hen die den oorlog nog durven verdedigen, en tegen de woorden van het vredes-manifest, dat tot het noderlandsche volk is gericht. Zij bepleitte algeheele ontwapening. Dooreen afgevaardigde van den Ned. Kinderbond, zich bij de vorige spreekster aansluitend, werd medegedeeld dat de Ned. Kmdc-rbond niet langer adhaesie kan schenken aan de wijze waarop de Bond zijn taak opvat. Ook hij wenscht radicaler optreden. Ook mevrouw Versluys, die aanvankelijk zeer veel sympathie had voorden Vrouwenbond ter Internationale Ontwapening, r verklaarde zich aanmerkelijk bekoeld. Zij was niet zoo opgewonden geweest door het manifest van jden Tsaar en verklaarde dat zij zeer weinig waarde hechtte aan die liandteekenmgen onder het adres aan den keizer van Rusland. Naar de meening van spreekster had men zich streng moeten houden aan het principe van algeheele ontwapening en afschaffing van den oorlog. Door de secretaresse werd betwist, dat er van eenige transactie sprake is. De Bond streeft naar hetgeen door de vorige spreekster werd verdedigd. Mevrouw Rutgers bracht fgaarne hulde aan het bestuur en ook aan den Tsaar, al betreurt zg hetgeen is voorgevallen na de vredes-boodschap. Namens den Bond zal een eenvoudig adres van dankbetuiging worden gezonden voor het nobele initiatief, door Z. M. genomen. Besloten werd het voorloopig bestuur te handhaven tot een in liet najaar te houden algemeene vergadering. Na benoeming vaneen commissie tot liet opstellen van het huishoudelijk reglement werd besloten, in plaatsen, waar het ledental dit vereischt, afdeelingen op te richten.
SCHOOLVERZUIMERS.
Emi dorps-schoolmeester deelt in De Nederlander eenige aan het werkelijk leven ontleende gevallen van schoolverzuim mede, strafbaar volgens de nieuwe wet. Hij zegt o. a: De lezer denke zich een christelijke school op een dorpje, ruim anderhalf uur vaneen stad, die bezocht wordt niet alleen door kinderen uit het dorp-zelf, maar ook uit drie of -vier andere dorpjes, zoodat sommigen een uur moeten loopen vóór ze in school zj)n. Getuigt hier de moeite, die men z;ch getroost, al niet vaneen beschamende belangstelling? De heeren ministers en Kamerleden zonden soms geen van allen op hun post zyn, geloof ik, als ze, om er te komen, een tocht moesten maken zooals velen van die kinderen vaak doen, want om weer en wind verzuimen zij zelden. Laat ik hier en daar een greep doen, ’b Is April ’9B. A., een meisje van 10 jaar, is anderhalve week absent. Waarom? Moauer is uit werken. Dan moet moeder thuis biy ven, zal de wet zeggen. Ja, maar er zijn andere dingen, die de wet ook gebiedt, en die moeder niet zou kunnen doen, als ze niet uit werken ging. Het huisgezin bestaatuit man, vrouw en zes kinderen, van welke onze verzuimster de oudste is. De vader is oen flinke boerenarbeider, die geregeld werk heeft en... nog geen 1 300 per jaar verdient. Zoo zijn zo hier bff tientallen. Inden winter was er sous in ’t geheel geen verdienste, zoodat er zelfs een kleine schuld bij den bakker gemaakt werd,om etende te kunnen blijven. Dat moet —ook al volgens de wetbetaald worden. Maar er is meer. Met Mei moet de halve huishuur, f22, betaald worden. Waar moet het vandaan komen? Daar komt de schoonmaak, en een boerin vraagt moeder, om haar te helpen. Vooreerst verdient zij dan 60 cent per dag; inde tweede plaatshheft ze den kost bovendien, en ’t vooruitzicht ook oens vleesch of spek te eten is voor haar een heerlijkheid (de avond-boterham neemt ze mee naar huis voor haar kinderen) ; eindelijk heeft ze nog hoop op een buitenkansje, daar ’tgeen met de schoonmaak opgeruimd wordt haar wordt toegedeeld. ’tOudsto meisje moet dus thuis blyven, om op de kleintjes te passen, en menigeen van dia kleine huismoedertjes vervult deze taak op beschamende wjjze. ’t Is jammer, maar ’t kind leert toch ook iets, dat ’t op school nooit loeren zou en dat ze toch in haar volgend leven broodnoodig moet kennen. We springen een paar maanden over. ’t Is Juni en tijd om te maaien. Voor onza arbeiders de gulden tiid. Als ze er bij zijn, kunnen ze in dezen tyd een extraatje maken. Zo gaan ’s morgens om 2 a 3 uur reeds naar ’t land en keeren vaak niet vóór ’savond3 9 a 10 uur terug. B„ een gezonde knaap van 11 jaar, is eiken morgen absent, al ruim 2 weken lang. „Wat doe je toch eiken morgen, jongen?” „Vader koffie brengen, meester 1” Wie zal den tobber ’t genot van een kop koffie bij zyn zwaren arbeid misgunnen ? Zal hy ’t halen, dan verliest hy te veel tijd en moeder kan ’t niet brengen, omdat ze in haar huis moet zijn. Om niet te veel ruimte te vragen, nog één geval, ’t Is begin December, on C., een jongen van 8 jaar, blijft ruim eon week thuis. Hoe dat komt ? Zijn ouders wónen ruim een halfuur ’t land in, on ’t pad, dat naar hun boerderij loopt, is voor eon knaap van die jaren veel te gevaarlijk. De jongen is daarom bij zgn grootouders, die in ’c dorp wonen. Om dezen tijd gaan de oudjes echter geregeld een of twee weken uit, om verschoond te zijn van de geoorloofde bodelary, die met Sinterklaas aan de orde is. C. ging zoo lang naar huis, en vader en moeder, die biij zijn dat hun jongen eens thuis is, getroosten zich da moeite niet, hem eiken dag naar school te brengen. Ik zou nog kunnen spreken zelfs van de kinderen van den dominé, die nu eens naar stad gaan, omdat ze gekapt moeten worden, dan eens omdat ze een nieuwen hoed, pet of schoenen moeten hebben, of op een anderen keer om naar den tandmeester te gaan, om niet te spreken van de vaeantie van dominé, welke twee vollo weken langer duurt dan die van meester. Voordat de Kamerleden een wet goedkeuren op leerplicht of schooldwang, moesten ze eerst de proef eens met zich-zelf nemen en Kamerplicht, ik weet geen beier woord, invoeren, want ik ben er zeker van, dat do redenen waarom zij vaak de zittingen verzuimen, iang zoo afdoende niet zijn ais die voor ’t schoolverzuim in bovenstaande gevallen.
AMSTERDAM.'
29 ApnL „Mercator”. De vereeniging Mercator hield Dinsdagavond haar algemeene jaarvergadering- in het gebouw Zeemanskoop, onder leiding van den heer H. C. Heybrook Wzn, haar voorzitter. In het jaarverslag werd herinnerd aan de werkzaamheid van het bestuur en de consulenten der Vereeniging. By meer dan 40 faillissementen waren de leden van Mercator betrokken; in drie gevallen werd liet beoogde doel geheel bereikt. Nog werd herinnerd aan het verlies, door do Vereeniging geleden door den dood van I. J. Boldoot on het bedanken van het zeer gewaardterde bestuurslid E. B- Vieth. Het ledental is thans geklommen tot 75. Uit de overgelegde rekening bleek dat oen voordeelig saldo aanwezig i8 De aftredende voorzitter werd met algemeene stemmen herkozen. In do vacature werd voorzien door de benoeming van den heer H. J. M. Hagemeyer. De heer A. T. F. Hendrichs deed ten slotte eenige belangrijke mededeelingen over de draagkracht en den toestand van den detailhandel en herinnerde eraan, dat alleen zjj lid kunnen worden dezer Yereeniging, die bekend staan als grossiers en fabrikanten in huishoudelijke, luxe- en aanverwante artikelen. De consulenten (mrs Goseling en Clausing) werden opnieuw benoemd.
Kloris en Roosje.
Iu Hat eenzame Nachtogaalstraatje te Hyon weerklonken van den vroegen moraen io', dim laten avond vroo'yk en lustig het ;::;lZa;asm op llot a{™beBld- Alleen in da "i v°ri'ied een diepe rust, dat ling" dj veris/,oriS’ *ür* leler' middagmaal to nuttiKe\ l ’ ? een sobeï de arbeid hervat on ,!? daarna werd nieuw de hamerslagen door' °F Wannen Roosje, de ' S van den ouden smid, do tafel opgemnl? en lipt huishoudentje zijn gewoon aanzien herkregen had, sloop zy naar de werkplaats en bleef daar den ganschen namiddag, steeds ijverig aan ’t werk, ’tzy de brave meid de kleeren verstelde van hot kleine gezin of andere huiselijke bezigheden verrichtte. Vuik wierp zy een haastigen blik op den jeugdigen smid, die bij ’l hanteeren an ;t,Z^re iizer ook vaak de oog'en Pi''.i !l ui hmBe, rteorne hield geslagen. %0 j "rri.,,,00^®11 beiden, Kloris en Roosje. smi?4edoch ,9t „da* “«» da& inin da weggeborgen '\6rden Zaterdags de hamers diepe rust.9’1’ dan verviel do straat in werden 1 Met hoeveel vreugde werd do hailii9»8°Lmoet W»fenl Eerst SQ Mis bijgewoond, en daarna, zoodra het ontbijt genuttigd was, wandelde Kloris naar liet groote plein, waar gewoonlijk de oefeningen der pompiers plaats hadden, en luisterde met open mond en ooren naar de lessen van den sergeant, terwijl zijn kameraden van vroeger hun zuur verdiende panningen in kroegen en andetebetreurenswaardige pesthoien verbrasten. Onze jonge smid was een brandweerman van top tot tean. Na den middag gingen zij met hun drieën wandelen langs de boorden der Rhöne, om van de vermoeienissen der week ep een weelderig begroeid piekje uitte rusten en daar weer frisschen moed voor het werk te vergaren. *n clezen kalman levensloop was Kloris 1> ®r. 011 i.ueer verliefd geraakt op dommer611 Zij!1 hefde werd ruimschoots ven en nmiiS0 beantwoord, dat den bralijden! 9 yken Jonkman gaarne mocht hoe dacht vader Thomas daar-Och die zeide niet „oen, doch even-Dl lil J
Op een winteravond, terwijl Kloris in de kazerne der brandweer bezig was, weerklonk eensklaps de schrille toon der eiectrisclie schei, terwijl dadelijk daarop uit alle macht geroepen werd: „Brand I Brand I In het Nachtegaalstraatje bij vader Thomas!’' Kloris sprong op, als dooreen electri-Bchen schok getroffen. De brandspuit stond gereed, de paarden ,n“nol’ ln oen oogenblik ingespannen, en oen ging het in woeste vaart vooruit, terwijl de koetsier met zijn hoorn de inwoners wekte. Spoedig had men de plaats des onheils bereikt. Hot huisje brandde alsof het geheel van hout was gebouwd. Reeds hadden de buren zooveel mogelijk hulp verstrekt, doch thans durfde niemand meer een poging tot redding wagen, ’t Was een akelig tooneel. Inde voorste gelederen stond de oude smid, die zich wanhopig de haren uit het hoofd trok. „Roosje!” kreet hij. „Mijn arm Roosje 1” Zij was nog boven in haar kamer, en de trap stond in lichte laaie. Het kind was verloren! Of zou nog iemand den moed hebben, haar te hulp te snellen? De dood greep reeds naar zijn prooi. Het huisje kraakte op zijn grondvesten, als een eik onder de slagen der bijl. Verschrikkelijke toestand! Verscheiden pompiers schoten toe. Kloris de eerste van allen. Ineen oogwenk was hjj inden rook verdwenen. Roerloos stond men daar, zonder zelfs te durven ademhalen. Seconden verliepen, een minuut, twee minuten God! Moeten dan hier twee menschenlevens verloren gaan! De menigte was als door verbijstering geslagen. Doch wat is dat?
„DeHemel zij gedankt!” luidt de aigemeene kreet, terwijl velen op de knieën vallen. Daar komt Kloris met verzengde haren en reeds door het vuur aangetaste kleeron het huisje uit. De kloeke jonkman is bleek ais de dood, maar hij heelt het bewustelooze Roosje in zijn armen. „Daar is zij!” sprak hij diep bewogen, het meisje den bevenden vader inde armen leggend. * * * De ramp was groot, doch de assurantie vergoedde de schade, en de spaarpenningen van den grijsaard kwamen gered uit den brand te voorschijn. Spoedig was het huisje weer opgebouwd, liet leven had zijn gewonen loop hervat, en inde stille buurt weerklonkon na eenigen tijd weder de hamerslagen op het groote aambeeld. Maar Kloris sprak niet meer over zijn huwelijk met Roosje. Den ganschen dag werkte hy, zonder een blik voor het jonge meisje over te hebben, dat inde smidse naar gewoonte zat te werken, en Zondags ging hy, zonder eenige andere afleiding te zoeken, de lessen bij wonen van den sergoant der pompiers. Tevergeefs vestigde het meisje de oogen op den jonkman. Hij ontweek haar blik. En toch bleek maar al te duidelijk, dat Kloris, niettegenstaande hij alles in het werk stelde om de liefde voor haar in zijn hart te smoren, zijn oude vriendin nog oven vurig ais vroeger liefhad. Die droevige gezichten werden Thomas spoedig al te onaangenaam. Hy kon het niet langer meer uitstaan, on hy besloot dan ook er een einde aan te maken. Op zekeren morgen zeide hy tot Kloris: „Welnu, vriendje, wanneer vieren wede 'bruiloft ? Of heb je voorgoed van Roosje afgezien? Mij dunkt anders datje baar wel verdiend hebt.” De jonkman sloeg bedeesd de oogen open antwoordde met een droevigen glimlach: „Juist omdat ik haar uit de vlammen heb gered, Thomas, mag ik haar niet huwen. Men zou zeggen dat ga mij uw dochter niet weigeren kondt, omdat ik haar aan den dood heb ontrukt, en dat is in strijd met de eer vaneen brandweerman.” Bij deze woorden stond Thomas even versuft te kijken alsof hij ’t te Keulen hoorde donderen, doch spoedig herstelde hjj zien en leidde met een vriendelijk knikje zyn Roosje inde armen van haar Kloris. „Vooruit nu en geeft elkaar de hand!” juichte hy. „De jongen heeft het meer dan verdiend.” Zjjn gemoed schoot vol by het zien van zooveel geluk. De goede man spoedde zich. de kamer uit, om aan de tranen, die hem uit de oogen stroomden, den vryen loop te laten.
PASTOOR VERBRAAK.
Naar aanleiding van het feit, dathet binnen eenige weken vyf-en-twintigjaren zal geleden zijn, dat pastoor Verbraak op Atjeh voet aan wal zette, roept de Soldatenkrant zijn duizenden vrienden en vereerders van aile gezindten, onverschillig van wolken rang of graad, op tot een algemeene huldebetooging van Nederland aan den beminden aalmoezenier van Atjeh. Het blad schrijft: „Wg stellen hun voor, ons hun visitekaartje toe te zenden, vermeldende rang of graad, waarin de afzender den pastoor op Atjeh heeft gekend. Voor de overhandiging van al die eenvoudige, maar door hun aantal zoo welsprekende bewijzen van waardeering en liefde op den 29n Juni hopen wy zorg te dragen. Het spreekt vanzelf, dat wanneer ook anderen ons hun kaartje ais sympathiebewgs aan don pastoor toezenden, wg deze gaarne bg de andere zulien voegen. „Voorts ligt het in ons voornemen om van de Soldatenkrant een nummer uitte geven in het bijzonder aan pastoor Verbraak gewijd, en wel op zoodanigen datum, dat bedoeld nummer op den lierinneringsdag in geheel Indië kan worden verspreid. „Zeer gaarne zouden wij in dat blad persoonlijke herinneringen van opper-, hoofd- en subalterne orfteieren en van minderen betreffende den pastoor, uit hun verblijf op Atjeh, fopnemen, niot twijfelend of op die wijze zal een gedenkblad kunnen ontstaan, voor den jubilaris van onschatbare waarde. -„Tot bereiking van dit doel doen wij een beroep op allen, thans in Nederland gevestigd, die vroeger in Atjeh geweest zgn en die door hun letterkundige bijdragen, hoe eenvoudig ook, en voor zoover de plaatsruimte het ons zal toelaton aan het Verbraak-nummer een waardig aanzien willen geven. „N.B. Opdat het blad tijdig naar Indië zal kunnen worden verzonden, mooten wy beleefd verzoeken, de bijdragen, geadresseerd aan den le-luitenant der infanterie W. J. H. Feber, vóór 10 Mei a.s. te ontvangen. „De visitekaartjes zullen ons mede aan vorenstaand adres verzonden om dezelfde rede vóór den 14n Mei moeten hebben bereikt. Hierbij merken wij op dat ook geschreven visitekaartjes per post voor één cent aan ons kunnen worden toegezonden.”
HEIDE-ONTGINNING,
Een belangrijke ontginning van uilgeistrekte heidevelden inde gemeente Hoogeen Lage-Mierde (Noord-Brabant) zal eerlang tot uitvoering komen. Door de levensverzekering-maatschappij Utrecht, directeuren de heeren Ingenegeren en 801, te Utrecht. z(]n namelijk in bovengenoemde gemeento 700 hectaren heidegrond aangekocht, met het doel die terreinen deels met bosch te beplanten, deels voor cultuurland te doen ontginnen. Met de voorbereidende werkzaamheden voor de ontginning, zooals droogleggen, het aanleggen van kweekeryen, het bouwen van de noodige woningen, enz,, zal binnenkort een aanvang worden gemaakt. Voor do omliggende streken zal de uitvoering van dit werk van ver strekkenda gevolgen zyn. Eensdeels doordat er e n bron van blijvende werkzaamheden geschapen wordt voor den veldarbaider, en een toekomst geopend wordt voor menig gezin, dat anders wellicht weer naar „de stad’ zou trekken, anderdeels omdat ook do landbouwer in deze ontginning steun zal vinden voor zjjn moei!ijk.bedrijf, daar hem de gelegenheid zal geopend zijn, m da nabijheid voldoende gras te verkrijgen. De directie der levensverzekering-iuaatschappjj Utrecht komt zeker een woord van hulde toe voor het durven aanpakken van deze grootsche taak, voor hot algemeen belang van zóó groot nut. Wij voegen hieraan toe, dit de on-lerliandelingen over den aankoop gevoerd zyn door de Nederlandsche Heide-Maatschappij. Aan die Maatschappij '3 ook da leiding van het werk toevertrouwd, terwijl met de onmiddellijke uitvoering is belast haar ambtenaar de heer E. D. Van Dissel.