Te Turin is eene meeting gehouden ten gunste van de Christenen in Turkije. Zij werd geleid door den Senator Plutor en besloot eene petitie te richten aan de Italiaansche regeering. In het stuk komt o. a. de volgende passage voor: »Wij keuren het egoïstische beginsel van niet-interventie at, dat door den listigsten en weinig grootmoedigen minister van L< uis Philippe , door Casemir Perier, uitgevonden is om Polen en Italië aan zich zei ven over te laten Wij keuren de absolute onthouding af, die uitgedrukt wordt in de woorden: ieder voor zich!" Hoe zal de regeering over deze petitie denken? Zij bevat toch eene rechtstreeksche afkeuring van de wijze, waarop de Italiaansche eenheid is gevormd en onderschrijft de woorden van Pius IX uit zijne allocutie Novos et ante van 28 September 1860 en de 62ste stelling van den Syllabus. En de meeting was het werk van liberalen! — Het Kon. besluit tot ontbinding der Kamer is verschenen en schrijft nieuwe verkiezingen uit tegen 5 en 12 November. De nieuwe Kamer zal den 20sten November bijeenkomen. Engeland. {Particuliere Correspondentie.) Men schrijft ons uit Londen, dd. 9 October: Gedurende de maanden Augustus en September, zoo zegt men weieens, loopt Londen leeg. Nu, dit is betrekkelijk in zooverre waar, dat iedere Londenaar, die het slechts even bijbrengen kan, voor een paar weken naar het platteland of naar de een of andere zeeplaats gaat om een weinig te bekomen van het gewoel en gedruisch der wereldstad. Zoo als iedereen verliet ook kardinaal Manning de stad doch, in tegenstelling met ieder ander bestond zijne ontspanning, die men zou haast zeggen aan ZEm. onontbeerlijk was, in een tocht door verschillende streken van Engeland, welken men met recht een Apostolische rondreis zou kunnen noemen. Gedurende vijf weken lang trok de kardinaal van stad tot stad, van bisdom tot bisdom, tot boven in het noorden des lands, en niiiiücici t. ijl prcdikto tij in bothpdro itiji presideerde bii de opening van seminariën en liefdadige instellingen en hield redevoeringen in de open lucht bij gelegenheid van verschillende afschaffers-vergaderingen. Het behoeft nauwelijks gezegd te worden dat de ontvangst die ZEm. allerwege ten deel viel, schitterend was en zich daarbij een enthousiasme openbaarde, waaruit blijkt hoe groot de Engelsche Katholieken gaan op hunnen Kardinaal. Verleden week keerde ZEm. in Londen terug, en nu zou men ten minste verwachten dat, na zulk een vermoeienden tocht, een weinig rust zou genomen worden. Doch rust schijnt ZEm. niet noodig te hebben; zijn ijver zoowel als zijne krachten schijnen onuitputtelijk, hetgeen met betrekking tot de laatste al zeer opmerkelijk is, als men bedenkt dat de Kardinaal reeds 68 jaren telt en bovendien een uiterst verstorven leven leidt. Eenige dagen van te voren werd het in de bladen aangekondigd dat ZEm. den volgenden Zondag, na zijne tehuiskomst, in een der voornaamste Katholieke kerken van Londen een reeks van predikatiën zou openen over het Wees gegroet.
Het is daarom niet te verwonderen dat deze man, die bij zijnen Apostolischen ijver een buitengewone geleerdheid bezit, algemeen hoog geschat en geëerd wordt. Onder meer getuigen hiervoor zeker de eivolle kerken, zoo dikwijls ZEm. op den kansel verschijnt, en dit geschiedt m den regel eiken Zondag tweemalen, des morgens en des avonds, en somtijds zelfs driemalen, namelijk ook nog in den namiddag van denzelfden dag. Het Episcopaat van Kardinaal Manning mr.g dan ook een groote zegen voor Engeland, en bijzonderlijk voor de stad Londen, genoemd woiden. Zeer veel toch is het goede, wat deze Man Gods gesticht heeft en nog voortdurend sticht, en dit zoowel onder andersgezinden als onder zijne geloofsgenooten, daar zijn gehoor in den regel voor een groot gedeelte uit Protestanten bestaat, die even begeerig zijn om naar zijne welsprekende en degelyke predikatiën te komen luisteren als de Katholieken. Zeker zal het dan ook van onberekenbaar voordeel zijn voor de Katholieke Kerk in Engeland, indien de tegenwoordige kardinaal aarts-bisschop van Westminster, wat de Voorzienigheid geve, nog een reeks van jaren in het leven gespaard blijft. De Oostersche quaestie houdt, en niet zonder reden, voortdurend de gemoederen gaande. Hare vredelievende oplossing schijnt hoe langer hoe moeielijker en dientengevolge de vrees hoe langer hoe meer gegrond te worden, dat de kolossus van het Noorden er in 't eind toe besluiten zal om deze Oostersche knoop maar door te hakken, nadat alle mogelijke intriges zonder gunstig gevolg gebleven zijn. Wat het drijven der liberale oppositie en met name van haren leider, den heer Giadstone, betreft, in de politieke houding van dezen laatste is sinds de jongste veertien dagen een opmerkelijke verandering te bespeuren. Voor dien tijd was hij, gedurende verscheidene weken, aanhoudend in de weer met redevoeringen en hrochuren om, onder de leus van deelneming op te wekken voor de arme Bulgaren, liet conservatieve ministerie den voet te lichten, door het van medeplichtigheid te beschuldigen aan de wandaden der Turken. Thans echter schijnt hy op eens schuchter geworden Je zjjn; hij ontwijkt Alle aanvragen om voor 't liberale
publiek op te treden en geeft slechts hisr en daar aan ' liberale deputaties, die hem overal op de hielen zitten, een paar volzinnen ten beste, waarvan dan de inhoud is, dat hij volstrekt den schijn wil vermijden van zijne private visites hier en daar dienstbaar te maken aan partijbelang en (hoor eens hoe onschuldig!) dat hij de handelingen van diegenen, die met het bestuur des lands belast zijn, niet in het minst wenscht te bemoeiehjken, zoodat de ex-premier voor het oogenblik zich tamelijk schuil houdt -en slechts ter sluiks aan den arbeid is. Wellicht is het den liberalen minister zeiven, die voor 22 jaren, tijdens dén Krimoorlog, het gouvernement in handen had, ten laatste was al te kras voorgekomen, om nog langer zoo publiek en daarom zoo onbeschaamd zijn verleden te blijven verloochenen.
Giadstone toch is een dergenen, die verantwoordelijk zijn voor den oorlog van '54, waarbij Engeland tegen Rusland voor Turkije party trok. Destijds verklaarde Disraëli, als leider der toenmalige conservatieve oppositie in het Lagerhuis, dat hij, hoewel zijne meening omtrent den oorlog zich voorbehoudende, als een vaderlandslievend staatsman en als een loyaal onderdaan de handelingen der liberale regeering niet willekeurig wenschte te bemoeielijken. Thans is dezelfde oppositie-leider, als Lord Beaconsfield, het hoofd van het tegenwoordig gouvernement en heeft de verwarringen en moeielijkheden der Oostersche quaestie voor een groot gedeelte aan zijn liberalen voorganger, Giadstone, te danken. Men zou daarom met den meesten grond verwachten, dat deze laatste zich in de tegenwoordige moeielyke omstandigheden rustig zou houden en ten minste zooveel vaderlandsliefde zou bezitten om te doen wat Disraëli 22 jaren geleden tegenover hem deed. Maar neen! De liberale leider schijnt alles, zelfs de belangen van zijn land, aan zijn partijhaat en zucht om op nieuw aan de regeering te komen, op te offeren. Twee en twintig jaren geleden was hij een der bewerkers van den oorlog tegen Rusland, en nu heeft die mogendheid, welke nog een even, zoo niet nog gevreesder tegenstander van Engeland is, op eens al hare gevaarlijkheid verloren. Toen moest Europeesch Turkye ten bate van Engeland behouden blijven; nu moet het garsche Turksche Rijk, ten schade van eigen vaderland, aan Russische heerschzucht worden opgeofferd. Men vraagt zich terecht af: hoe k dit alles met elkander over een te brengen ? De eenige verklaring, welke hier mogelijk is, ligt in het feit dat in geen enkel land de politieke richting nog langer kan onderscheiden worden met de namen conservatief en liberaal maar dat, zooals de tegenwoordige Paus voor vijf en twintig jaar reeds gezegd heeft, de twee elkander bestrijdende partijen slechts zijn: de Vrijmetselarij zonder Christendom en het Christendom zonder Vrijmetselarij.
DuitseMand. Men schijnt in Duitschland in de regeeringskringen inderdaad zijn verstand verloren te hebben. De postadministratie heeft aan alle postkantoren in Posen een lithographischen afdruk doen toekomen van het adres van den brief, door kardinaal Ledochowski gezonden aan den pastoor Breuk. Zoodra nu een brief van diezelfde hand aankomt, moet hij worden aangehouden en aan het parquet opgezonden. Begrijpen de wijze lieden niet dat de kardinaal voortaan eenvoudig door een ander persoon de adressen op zijne bxiicven iiccib to laten cobr ^vcn, om de aanschry ving nutteloos te doen zijn? De Volkszeitung ziet er echter eene schennis van het postgeheim in, omdat nu elke brief in gevaar is, welks schrijver een hand schrijft, toevallig overeenkomende met die van den kardinaal. — De St. Ztg. verzekert dat haar van geloofwaardige personen gemeld wordt, dat de afgevaardigde Lasker in 1872 een rechtskundig advies heeft gegeven aan de Disconto maatschappij in de Rumenische-spoorwegaangelegenheden of zwendelarijen, en hij daarvoor heeft ontvangen een honorarium van 6000 marken. Rechtskundige adviezen geven mag natuurlijk iedere advocaat, maar Lasker heeft in 1873 in de Kamer verklaard, dat hij als advocaat nimmer iets met Gründer (zwendelaars) te doen heeft gehad, en in 1874, eveneens in de Kamer, dat de zaken der Disconto-maatschappij hem volkomen onbekend waren. — Aan de Katholieken van Emmerik, die 5000 zielen sterk zijn, is de oprichting eener bijzondere meisjesschool geweigerd; daarentegen is den Lutherschen, wier aantal 1100 bedraagt, de oprichting van dergelijke school toegestaan. Zwitserland. Alweer een oud-Katholieke pastoor op den loop, nl. Chastel, pastoor van Courgenay. Deze behoorde onder de eersten, welke Teuscher met advertenties in tal van liberale bladen uit sommige steden wist te halen, en hij benoemde hem tot pastoor van Courgenay met de officiëele verklaring dat hij een bekwaam man en hem niets te verwijten was. Nauwelijks had Chastel bezit genomen van kerk en pastorie, of hij schreef aan de Démocratie dat hij, eer zes maanden voorbij zouden gegaan zijn, de geheele parochie oud-Katholiek zou gemaakt hébben. Nu zyn drie jaren voorbijgegaan de weinige oudKatholieken , die bij de verschijning van Chastel te Courgenay gevonden werden, zijn verdwenen of bekeerd , en Chastel heeft het noodig geacht elders zijn fortuin te gaan zoeken. Wat zijn de Ziwtsersche Katholieken onwrikbaar in hun geloof! Zij geven ons de schitterendste voorbeelden. — Donderdag jl is te Genève het internationaal congres gehouden, dat door de Zwitsersche vereeniging tot het doen vieren van den Zondag was bijeengeroepen, en waarop de graaf Van Bijlandt ons land vertegenwoordigde. Er was sprake van een onderzoek naar de hygiënische en sociale voordeelen zoowel als het godsdienstig karakter van de Zondagsviering. Aan dat congres, hetwelk Zaterdag gesloten werd, namen ongeveer 400 personen deel. De heer A. Lombard bekleedde het voorzitterschap. Verschillende rapporten werden uitgebracht omtrent den stand der quaestie in Zwitserland, Engeland, Schotland, Frankrijk en Oostenrijk. In de laatste zitting werd in een rapport van professor Godet een ontwerp ingediend tot het oprichten van een internationale vereeniging, die zich ten taak stelt het verkrygen van wetten tot viering van den Zondag. Ziehier den tekst van dat ontwerp :
»lo. Er wordt in beginsel besloten tot het oprichten eener nationale vereeniging, die zich ten taak stelt den eerbied voor en het vieren van den Zondag, volgens de woorden van de II. Schrift, welke aan het hoofd van alle documenten van het congres gedrukt staan, aan te moedigen. »De oprichting dier vereeniging zal plaats hebben in eene nadere vergadering, welke binnen uiterlijk twee jaren door de Zwitsersche vereeniging zal worden bijeengeroepen. »Door de zorg dierzelfde vereeniging zal een organisatieplan worden voorbereid. Zij zal zich daarbij doen bijstaan door de centrale comitées van ieder land. »Be ondergeteekenden, tegenwoordig op het congres te Genève, verklaren zoo voor zich zeiven als in hoedanigheid van afgevaardigden der vereenigingen, waartoe zij behooren, hunne algeheele adhaesie aan bovengenoemd plan te schenken. »Dubbel gedaan en geteekend voor het oog van God en na Zijn zegen te hebben ingeroepeD. Genève , 30 September. Na eene langdurige discussie werd dit ontwerp met algemeene stemmen op eene na aangenomen. Turkye. Uit Weenen en Constantinopel wordt gemeld, dat de Porte het door alle Mogendheden nadrukkelijk ondersteunde voorstel tot het sluiten van een wapenstilstand voor zes weken zal aannemen. Neemt de Porte het voorstel aan, dan is men er ook zeker van, dat Servië zal toetreden, en dan zal te Constantinopel een conferentie van de vertegenwoordigers der Mogendheden met de Porte over de voorstellen aangaande den definitieven vrede beginnen.
BUITENLAND. Italië.. "De Maasbode". Rotterdam, 12-10-1876. Geraadpleegd op Delpher op 25-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000166743:mpeg21:p002
Naar wij vernemen, heeft de commissie van onderzoek naar den toestand van het lager onderwijs in deze stad, in het begin dezes jaars door de liberale Vereeniging Volksonderwijs in het leven geroepen, zich genoodzaakt gezien haar mandaat neder te leggen, omdat zij zoowel bij ve!e hoofdonderwijzers van openbare als bij schier alle van bijzondere scholen geen medewerking vond. Volksonderwijs heeft dus volslagen fiasco gemaakt. Laat dit nu een les zijn voor al zulke lieden, die geneigd zijn den neus te steken in zaken, die hun niet aangaan. Naar aanleiding van de brochure van Mr. J. G. A. Faber, advocaat te Amsterdam: Bijdrage tot de herziening der Wet op het Lager Onderwijs, schrijft de Tijd o. a. het volgende: »En nu schijnt het ons al aanstonds, of liever wij zijn daar zeker van, dat het standpunt, waarop de heer Faber zich bij zijne wereld- en levensbeschouwing, althans in de Onderwijs-quaestie, plaatst, onmogelijk het standpunt der Nederlandsche Katholieken in het algemeen kan zijn. Wy rekenen het ons ten plicht dit te doen opmerken, vooral voor het geval, dat de minister van Binnenlandsche Zaken, die aan de wetsherziening werkt, of de leden der Kamer van bovengenoemde brochure mochten kennis nemen." Wij haasten ons, na aandachtige lezing dier brochure, die dubbele verklaring van de Tijd zoo nadrukkelijk mogelijk te onderschrijven. Meermalen maakten wij de opmerking, nog onlangs naar aanleiding van de keuzen van de presidenten der afdeelicgen, dat de anti-radicale leden der Tweede Kamer zeer ontrouw zijn in het opkomen in de afdeelingen. De rapporteurs over de hoofdstukken der Staatsbegrooting, voor zoover zij bekend werden, staven de rechtmatigheid onzer klacht bij vernieuwing op treurige wijze. Onder de rapporteurs voor de algemeene beschouwingen, hoofdstukken II, IIL4 en X, benevens voor de wet op de middelen, komt niet één anti-radicaal voor; onder die voor hoofdstuk III twee van de vijf; onder die voor hoofdstuk III weder één, of als men wil twee van de vijf, terwijl ook van die voor de Indische begrooting voor '77 maar twee van de vijf tot de onzen fcehooren. Die verhouding nu beantwoordt volstrekt niet aan die, welke tusschen de radicalen en de anti-radicalen in de Kamer bestaat. En nu weten wy wel, dat de loting voor de afdeelingen ongelukkig voor de eene of de andere partij kan uitloopen; maar dat kan toch nimmer zulk een ongunstig resultaat opleveren, dat de wanverhouding zóó groot wordt als thans ten opzichte der anti-radicalen het geval is. Wij zullen wel niet behoeven aan te wijzen tot welke weinig gewenschte gevolgen dergelijk een plichtverzuim van den kant der anti-radicalen kan voeren. Op den toon der Verslagen, ook op hun inhoud, vooral met betrekking tot het opnemen in de rapporten van hetgeen eventuëel ter verdediging van de Regeering werd in het midden gebracht, heeft immers de zamenstelling van de commissie van rapporteurs den grootsten invloed. Met nadruk dringen wij er daarom bij de antiradicalen op aan, dat zij voortaan toch getrouwer op hun post mogen wezen. Al moet men wat ver komen, van Noord of Zuid, men mag niet afwezig blijven, ook al moet men zich eenige opoffering van tijd en moeite daarvoor getroosten. Verschijnt men niet, dan heeft men alle recht verloren om te klagen over het terrorisme der tegenpartij, daar men nu eenmaal weet, dat de liberalen de wet der billijkheid nimmer betrachten. Naar wij hopen zullen wij ditmaal niet te vergeefs een beroep hebben gedaan op de vaderlandsliefde van die leden, welke wij bedoelen. (Dagbl.) Wij lezen in den Standaard : »Geen predikantenregeering meer! »Dat was en is nog de leuze, ouder welke aan al wat orthodox is, van regeericgswege de oorlog verklaard wordt. »Zoover we weten, staat in Nederland geen orthodox predikant naar eenig Staatsambt. Met regeeren, anders dan in geestelijken zin, (dus over hen, die zich vrijwillig aan zijn gezag onderwerpen) iaat hij zich niet in. »Tot dusver ook de moderne niet. «Anders in de Transvaalsche Republiek. Daar is de heer Burgers, kortelijks geleden modern predikant, President; Swarts, gewezen ultra-orthodox predikant, gouvernements-secretaris; Dr. Jorissen, gewezen modern predikant, procureur-generaal; en een ander voormalig
half-liberaal predikant aan 't hoofd van het weeskamer, kantoor. »Onder dat oud-predikanten bestuur begint men een oorlog, niet alle n met de Kaffers, maar met alle Boeren, die den Bijbel als volksboek willen behouden. »Dat alles vinden de modern-liberale bladen voortreffelijk. Maar de priesterregenriag van Rome is, zoo leeren zij, met den hedendaagfchen Tijdgeest onbestaanbaar, «Ofschoon de Paus met zijn eigen volk althans in vrede scheen te leven! »0 splinter en balk!" De bewering, dat de Paus met zijn volk in vrede scheen te leven, heeft wel hare zwakke zijde, maar is ons toch veel waard, omdat zij van Protestantsche zijde komt. Zóó heeft men vroeger van die zijde niet over het bestuur van den i J aus gesproken. In de avondgodsdienstoefening herdacht Zondag 11, de heer W. L. Riehm, predikant te Vlaardingen, den dag; waarop hij voor 25 jaar die betrekking aldaar had aangenomen. Hij schetste in korte trekken de vele gelukkige oogenblikken, die hij doorleefd had, maar moest het betreuren, dat een kwade geest in eigen boezem ronddwaalde, waardoor de ware godsdienstzin zoo geheel en al werd uit het oog verloren. Is dit laatste waar, hoe kan de predikant dan vele gelukkige oogenblikken gehad hebben?
Omtrent de wondervolle genezing van Cornelia Piek te Dongen schrijft onze geloofwaardige correspondent nader: Bij een bezoek, dat ik de genezene bracht, deelde zjj mij mede, dat nog geen vijf minuten voor ze opstond haar de macht ontbrak een kruis te maken, en in een oogenblik voelde zij zich zoo sterk, dat zij opstond en door het huis wandelde; dagelijks neemt zij in beterschap toe en hoewel nog zwak, wandelt zij bij goed weder reeds buiten; ook hare wonden nemen met den dag in beterschap toe; gedurende de dertien jaren, dat ze bedlegerig was, gebruikte ze veeltijds in acht a tien dagen niets dan schoon water en meestal weinig of geen voedsel. Ze wordt van hier als van de omstreken door honderden bezocht, zelfs door andersdenkenden. (N. Brab.) Gisteren morgen overleed plotseling aan eene beroerte de Hoog welgeb. Heer Jhr. mr. C. R. E. Van Rijckevorsel, Griffier bij het Gerechtshof te 's Herlogenbosch. Blijkens een bij het departement van Koloniën ontvangen telegram van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, d.d. 2 dezer, heeft de generaalmajoor Wiggers van Kerchem den 27e September jl. het navolgende uit Atchin bericht: Den 25e September werd de versterking te Silang voltooid en bezet. Den 29e werd, langs den weg van Blang-Pandjang, opgerukt naar Pradjoe. Men ondervond hevigen tegenstand en trof een aantal versterkingen aan; 22 stukken geschut en een vooraad ammunitie vielen in onze handen; de vijand liet 35 dooden achter; aan onze zijde sneuvelde één mindere militair, en werden gewond de 1ste luitenant Smith en 7 minderen. Een versterking wordt opgericht op 12Ó0 meters zuid-oostelijk van Kwalla-Gighen. De gezondheidstoestand was goed en de weêrsgesteldheid gunstig, de stemming der troepen uitmuntend. De Hooge Raad heeft in zijne zitting van Maandag vernietigd een vonnis van den kantonrechter te Zierikzee, en daarbij beslist dat de uitgever van een dagof weekblad strafbaar is, wegens overtreding der wet op de maten en gewichten, wanneer in zijn blad een advertentie is opgenomen, waarin de benaming eener maat niet volgens de wet wordt genoemd, zelfs dan waaneer zijn lastgever dergelijke advertentie ter plaatsing heeft ingezonden. ~z
De arrondissements-rechtbank te Leeuwarden heeft den notaris W. J. te Bergam veroordeeld tot twee geldboeten ieder van f10 en in de kosten, verhaalbaar bjj lijfsdwang, wegens het, in een voor hem verleden acte, houdende publieke verhuring van eenige perceelen vast goed, tot aanduiding van een zekere hoeveelheid kleiaarde, tweemaal bezigen van de benaming »ton" en dus een andsre benaming van maat dan die, aangenomen bij art. 3 der wet van 7 April 1869 (Staatsblad no. 57.)
Het Gerechtshof te Leeuwarden heeft den kolonist J. S. van Veenhuizen, wegens schriftelijke bedreiging met brandstichting (het schryven van een brandbrief aan den burgemeester te St. Pancrat.) veroordeeld tot tuchthuisstraf voor den tijd van tien jaren. Naar men verneemt, is aan het Departement van Financiën een ontwerp tot wijziging der zegelwet in bewerking, en zal het, binnen een betrekkelijk kort tijdsverloop, aan het oordeel der Staten-Generaal worden onderworpen. Zondagavond heeft te Elspeet een vechtparty op den publieken weg plaats gehad tusschen twee jongens van 12 en 15 jaar, waarbij de een den ander met een mes een zoo hevige wonde in het onderlijf heeft toegebracht, dat de gekwetste eergisteren onder een vreeselijk lijden is gestorven. De dader is gearresteerd en gevankelijk naar Harderwijk overgebracht. Te Nieuw-Pekela is dezer dagen 's nachts weder een schaap in de weide geslacht. Het vel, de kop en de poten werden achtergelaten. Ongeveer 3 weken geleden werden op gelijke wijze 2 schapen geslacht, zonder dat het der politie mocht gelukken de daders op te sporen. Dezer dagen beproefde een verpleegde te Ommeschans, werkzaam op de fabriek, aldaar brand te stichten. Hoewel de grondstoffen der zakkenweverij reeds vlam hadden gevat, is het den anderen verpleegden gelukt het vunr spoedig meester te worden. De schuldige is g e ' vankelijk naar Ommen getransporteerd en ter beschikking van de justitie gesteld. Bij gelegenheid der beestenmarkt, tevens kermis te Nunspeet, ontstond er een hevige twist tusschen twee boerenarbeiders, waarbij een hunner verscheidene gevaarlijke messteken in het aangezicht en op den rug werden toegebracht.
er van Koophandel en Fabrieken te Schiedam. Zitting van 9 Oct. i87G. de heer J. Meyer Pz. * Resumtie der notulen van de vorige vergadering. \ jjededeeling dr1 Haar aanleidi: j gonenberg te Deventer om concessie voor ecne stoomjenst tusschen Rotterdam en Deventer, wordt besloten jlededeeling der ingekomen stukken. fjaar aanleiding van het verzoek der heeren L. Portheim , , t bestuur dezer gemeeente te kennen te geven, dat bij tr mer geenerlei bedenkingen tegen de inwilliging van dit ek zijn gerezen, doch tevens den wenscli uit te drukken, 0 jjet tarief ook worde opgenomen de maxima der vrachten "j naar Schiedam, inzonderheid van gedistilleerd. IVNaar aanleiding van de velerlei kiachten omtrent de mine van den straatweg tusschen Schiedam en Overschie, '"het laden en lossen van goederentreinen in de nabijheid 'het station der Holl. IJzeren Spoorweg Maatschappij alhier, t besloten om bedoelde Maatschappij die klachten kente maken en haar daarbij tevens te wijzen op het nood.ijjlje eener uitbreiding van het station inzonderheid ook het oog op de aansluiting harer lijnen met die van den -tsspoorweg te Rotterdam. ,, g en voorstel om de aandacht van heeren Burgemeester Wethouders te vestigen op het onvoldoond aantal wegerster9 en den beschermheer van het zakkendragersgilde op tonvoldoend aantal dragers, wordt gesteld in handen van commissie voor den graanhandel ten fine van praeadviei. VI Wordt besloten aan den heer Postdirecteur alhier te zoeken aan het beursgebouw een grootere brievenbus te n plaatsen en hem tevens te wijzen op de omstandigheid, ! niet zelden de brievenbuseen worden gelicht vóór den rtoe bestemden tijd.
Zitting van den Rotterdamschen Gemeenteraad van Dinsdag 10 October. voorzitter opende de vergadering met de volgende dedeeling. Aan de orde is de voortzetting van het debat over het beting-ontwerp, doch dienaangaande heelt zich een incident ooreedaan, hetwelk op de verdere beraadslaging invloed kan bben. Burg. en Weth. hebben namelijk heden voormiddag et belangrijk rapport ontvangen der Commissie, in October es Tongen 'jaars door den Gemeenteraad van Amsterdam bemd ter herziening van het stelsel der plaatselijke directe belasaldaar. Zoodra Spr. van den heer Van Gennep had verben, dat dit stuk binnen kort werd verwacht, heeft hij te uBterdam aanzoek gedan om zoo spoedig mogelijk een zeker ntal exemplaren er van te ontvangen. Hieraan is door t Amsterdamsche Gemeentebestuur welwillend voldaan, met et gevolg dat dezen voormiddag ten elf ure een aantal exemplaren van het rapport met de daarbij behoorende bijlagen hier itn Raadhuize is bezorgd. Spr. heeft die onverwijld aan de ïaadsleden toegezonden. Het spreekt van zelf, dat geen hunner :e in dien tijd zelfs heeft kunnen doorlezen, en er dus hier thans geen sprake kan zijn van op den inhoud eenige overweging ie gronden. Met het oog hierop was bij Spr. de vraag gerezen, nf het niet doelmatig zou worden geacht, ze eerst ter inzage te lemen alvorens het aanhangig debat voort te zetten. Wel is waar, de heer Pols heeft gisteren wegens het vergevorderde uur zijne rede niet kunnen eindigen, doch zou het zeker onder de thans gegeven omstandigheid te goedt houden, dat aan den Raad eene verdaging in overweging werd gegeven. Spr. meende derhalve als motie van orde te moeten voorstellen: iiiaar aanleiding van het rapport der Amsterdamsche Commislie de stukken aan Burg. en Weth. te renvoyeeren, ten einde in overweging te nemen in hoeverre dat rapport al of niet aanleiiing zou kunnen geven tot wijziging in het aanhangig ontwerp." Uit voorstel werd ondersteund o. a. door de heeren Visser en Pols, welke tevens B. en W. het voorstel in overweging gaven tot het benoemen van een speciale Raadscommissie. De heer Hoffmann kon zich met de motie van orde niet vereenigen, en stelde voor de discussie te verdagen. Hij meende dat in het renvoyeeren allicht eene afkeuring der stukken gezien zou kunnen worden, waarop de Voorz. aan» merkte dat zulks het geval niet zijn kan, dewijl nog geene voorstellen gedaan waren. Nadat de heer Van Weel zich voor het voorstel van den leer Hoffmann verklaard en deze als zijne meening te kennen gegeven had, dat ingeval van stemming zijn voorstel het eerst diende behandeld te worden, werd met algemeene stemmen besloten de discussie niet voort te zetten. Daarna werd de motie van orde aangenomen met 20 tegen 9 Btemmen. (De hh. Hoyinck van Papendrecht, Milders, Mees, Mirandolle en Van Houten, zijnde de leden der Commissie van Finantiën, hadden de vergadering reeds verlaten). Niets meer aan de orde zijnde werd de vergadering door den voorzitter gesloten.
Het rapport van de commissie uit den Amsterdamschen Gemeenteraad over de Plaatselijke Belasting is, zoo als wij boven reeds opmerkten, verschenen. De commissie stelt voor: 1°. bij de Regeering en de Staten-GenSraal te vragen zoodanige verhooging der opcenten, die de gemeente van de grondbelasting der gebouwde eigendommen mag heffen, dat de mindere ontvangst, die uit de onlangs geschiede hertaxatiën ii voortgesproten, wordt aangevuld; V. Geene opcenten op het personeel meer te heffen van gemeentewege. 3°. Naast een eenigzins gewijzigde heffing van de plaatselijke directe belastingen, zooals die nu bestaat (met opneming o.a. van zedelijke lichamen, naamlooze vennootschappen, die niet aan godsdienst of weldadigheid gewijd zijn) en hoogstens te heffen tot 1 millioen gulden 's jaars, in te voeren eene belasting naar het werkelijk inkomen van alle inkomsten boven / 600, volgens eigen aangifte of anders ambtshalve, door Burg. en Weth., bijgestaan door een raadscommissie. De kohieren worden voor de belastingschuldigen ter inzage gelegd De percentage wordt elk jaar bij de begrooting vastgesteld; alleen de 6 laagste klassen (/ 600— 2000 inkomen) betalen een vast cijfer van / 2—15 's jaars). Ieder, die langer dan drie maanden in de gemeente verblijft, is belastingschuldig, even als hij, die ter uitoefening van zijn binnen deze gemeente gevestigd beroep of bedrijf, dagelijks of geregeld op eenige dagen der week alhier verblijft. Voor één minderjarig kind wordt 5 pCt., 'oor elk kind meer 3 pCt. afgetrokken. Zondag avond werd in het lokaal der Zouaven Broederschap alhier onder leiding van den heer R. K. Wansink door de leden van het St Josefskoor een zanguitvoering gegeven tot een liefdadig doel. De gekozen stukken vormden een goed programma; vooral werd toegejuicht !tde Dageraad" een stuk, door den directeur gecomponeerd. De zaal was zeer goed bezet en niet alleen door Rotterdammers, maar zelfs door uit Delft en Schiedam gekomen hoorders. Het jeugdige koor, dat ons reeds vroeger doch slechts alleen voor liefdadige doeleinden genpegelijke avonden verschaft heeft, komt "lle eer toe doch bovenal zijn directeur, die van de stichting der St. Jozefsparochie af zich zooveel moeite en opofferingen heeft getroost tot aanmoediging der «dele kunst. VENLO, 9 October. Zaterdag was voor den heer Dr- Van de Loo een ware feestdag. ZEd. vierde toen zijn vijf en twintig jarig jubilé ais schoolopziener in het 7e.° district van Limburg. Des morgens van dien dag werd hij aangenaam verrast, toen eene deputatie van vier onderwijzers zich ten zgnent vervoegde ®n hem verzccht zich met hem naar de voor die gelegenheid fraai gedecoreerde zaal te begeven. Daar "werd hij met luid gejuich door de aanwezigen ontvangen, waarna de heer Valentijn het woord nam en in h et kort herinnerde, wat de onderwijzers en ook het "— van ri " v — onderwiis aan dpn 'onvermoeiden ijver van Dr. Van Kta Th JlopS ïeTSdigd „aren.
Tot aandenken aan dezen dag en als een bewijs van genegenheid en dankbaarheid werd daarop den heer schoolopziener een prachtige fauteuil aangeboden. Innig getroffen bracht de jubelaris in hartelyke woorden aan allen zijnen dank voor hunne deelneming, waarna verschillende op dit feest toepasselijke liederen gezongen v/erden. Wij twijfelen riiöt of dit feest zal bij de onderwijzers zoowel als bij den feestvierende nog lang in aangename herinnering blijven.
PARUS. Onze elegante lezeressen zullen zich gewis verheugen dat het Comptoir des linies, Boulevard Sébastopol 129, zijne prachtige tissus des Indes ontvangen heeft. Alle onze voornaamste Dames kennen de prachtvolle stoffen van het Comptoir des ludes, het eerste en voornaamste liuis van Parijs, voornamelijk de rijke cachemire de 1'lnde, effen en gestreept en het Drap de Thibet, effen en gedamasseerd voor Robes en Costumen. De firma Bi zé verzendt franco hare schoone sorteering monsters alsmede de goederen. Baronnes de Spare.
BINNENLAND.. "De Maasbode". Rotterdam, 12-10-1876. Geraadpleegd op Delpher op 25-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000166743:mpeg21:p002