0oe do Duitsche acteur en filmspeler geestdriftig door het Haagschc publiek ontvangen werd en hoe de journalisten hem aan een kruisvuur van vragen onderworpen hebben. Groote belangstelling voor de Hoüaadsehe keuken. Reeds om twaalf uur gistermiddag stonden er aan het Staatsspoorstation tientallen bewonderaars en bewonderaarsters van Ernil Jannings op diens aankomst, welke eerst om kwart voor een zou zijn, te wachten. De eenzame agent van politie, die daar op post stond, voelde zich niet langer meester van de situatie en hij telefoneerde om assistentie Toen de tientallen tot honderdtallen waren uitgegroeid, rukte er een detachement politie aan, manschappen te voet en mannen van de motorbrigade, die voor een formeele ai zetting zorg droegen. Er waren geen snuivende paarden, geen heeren met hooge hoeden, geen zenuwachtigdoende rechercheurs, die achter deuren en onder stoelen naar bommen zoeken en ze nooit vinden, doch overigens was de mise-enscène gelijk aan die bij aankomst van een doorluchtig personage. Op het tweede perron bevonden zich de uitverkorenen, die den filmheld „van den trein mochten halen", intendant dr. Meihuizen, impressario Hugo Helm, directeur de Hartogh van den Koninklijken Schouwburg, directeur Bolongino van het AstaTheater, de directeuren van de ,,Ufa" in Nederland, talrijke binnen- en buitenlandsche journalisten, film-operateurs en pers-fotograf en. Op tijd stoomde de Duitsche trein binnen en spoedig was er een run naar den laatsten wagen, waarin Jannings zat. Daar stapte hij uit. Een kolossus in den ruimen ulster, die "zijn reuzen-gestalte nog zwaarder maakt. Met een ietsje ongeduld op het gezicht, drentelt hij heen en weer tot „officieel©" menschen bij hem gekomen zijn om hem te begroeten. Waar is de impressario? Waar zijn de lui van de Ufa. Blijkbaar is het tegen de étiquette om een filmheld goedendag
te zeggen voor en aleer de bonzen er zijn Iedereen gaapt Jannings aan en de acteur verveelt zich zichtbaar. Daar is het eere-comité. Voorstellingen, buigingen, schuchtere pogingen van allesbehalve schuchtere menschen om een handdruk van Jannings te krijgen, onbescheiden opmerkingen (gelukkig in
het Hollandsch) over den persoon en het uiterlijk van den filmspeler, bloemen van Vereersters en verzoeken-in koor van het fotografen-corps om te poseeren. Overal het zelfde! Gelaten stapt Jannings met de fotografen en film-operateurs tot buiten de over kapping, waar de foto-technici het licht gunstiger achten. En als Jannings de lenzen der camera-batterijen onfeilbaar en onafwendbaar op zich gericht ziet, dan eerst voelt hij de ware stemming over zich komen en hij glimlacht voor de eerste maal op Haagsch grondgebied. De goede luim is
teruggekeerd en met de grootste bereidwil ligheid voert hij de opdrachten der fotogra fen uit. Lachen, noed afnemen, zijn vrouw begroeten, nog eens goedendag zeggen en haar kussen. En ieder fotograaf kan met een ..ei" van een plaatje naar huis gaan, elk zijn eigen snapshot. Dan wordt de wandeling naar den uitgang, de traditioneele tocht van zoovele be roemdheden, begonnen. Zoodra het publiek, dat nu rustig duizendkoppig genoemd kan «•orden, maar even een silpje van Jannings' ulster te zien krijgt, begint bet te juichen en hoera te schreeuwen En waarachtig, de verwelkoming der Hagenaars neemt den vorm van een ovatie aan. Daar zwelt een donderend gejuich aan als Jannings bij den uitgang is. Emil Jannings' smile is uitgebreid tot een breeden glimlach, gul ea resoluut groet hij de menschen terug. Rustig, zeker, met zware stappen, naar weerszijden groetend, begeeft hij zich naar zijn auto en even later wenden vier pootige politie-agenten al hun verborgen krachten aan om het fraaie vehikel tegen het enthousiasme der Haagsche ingezetenen te verdedigen Verkeers-agenten maken ruim baan de knal potten knetteren, waarmede hetzelfde effect bereikt wordt als vroeger met het laten steigeren der rossen, en dan vliegt in snelle vaart de auto met den film-acteur voort. Naar Hotel des Indes, waar ook weer een groote troep den filmheld staat op te wachten. Het collectieve persgesprek. Even later komen de volg-auto's met officials en journalisten en om kwart over één wacht een groote schare van interviewers, gastvrij en hartelijk door den heer Rey en diens zoon ontvangen, in de groote ontvang salon op den filmacteur. Wanneer tien minuten later, Jannings heeft ter nauwernood tijd gehad om zich te verkleeden, de groote man en vandaag allesbehalve ,,de laatste man", binnentreedt, rijst iedereen op en de groote voorstelling begintHanden drukken en buigingen maken. . . zonder einde. Een ieder, die in de kamer is, moet begroet worden. Sommigen hadden reeds vroeger het genoegen en dan volgt er een blijde herkenning. Als deze plechtigheid achter den rug is, wordt Jannings in een fauteuil neergeplant. Neen, de fauteuil is te laag, is te gemakkelijk, men wordit eir te lui in. „Dank je wel — zegt Jannings — ik moet 'n gewonen, 'n doodgewonen stoel hebben om op te zitten, dan kan ilk rustig met de heeren praten en, als de heeren het goed vinden tegelijk een stukje eten, wamt ik heb razenden honger". Zoo gemoedelijk is dit begin, op zoo'n gezellige wijze burgert Jannings zich daar bij al die vreemde snoeshanen van journalisten in, dat er wel niemand in die kamer geweest izal zijn, die zidh niet op zijn gemak voelde. Toclh duurde het nog wel enkele minuten, voor en aleer met het oollectieve interview begonnen werd. Niemand wil bij zoo'n gelegenheid de eersite zijn, die het kruisvuur van vragen opent. Een ieder, hoe bij andere gelegenheden ook haantje de voorste, laat graag de eer aan zijn buurman en daarom zit er dan ook niets vreemds in, dat het eerste gesprek, dat er met Jannings gevoerd wordt,
loopt over ue Hollandsche Bols, het Duitsche bier van Wörch in het Annastraatje, waar Stresemann en Bnand te eten kwamen, over de fijne eetgelegenheden om en nabij het Voorhout en waarbij de film-acteur, terwijl hij smakelijk de lekkere sandwiches naar binnen werkt en ze bespoelt met goede, oude sherry uit de kelders van Des Indes, opmerkt, dat hij verschrikkelijk graag van lekker eten en drinken houdt. „Waarom zou ik het niet", zegt hij met die grappige uitdrukking op het gezicht, die wij zoo goed van zijn films kennen. Dan vindt een onzer den moed het eerste schot op Jannings af te vuren en de zoo zoetjes-aan traditioneele vraag wordt gesteld: — Was u al vroeger in Nederland? Prompt komt het antwoord: „In 1917 met Max Reinhardt". — Hoe was de ontvangst, die u gehad hebt in Praag? Wij hebben gelezen, dat er ernstige relletjes geweest zijn bij het vertoonen van Duitsche geluidsfilms? — Ik ben zeer goed ontvangen. Et was absoluut geen sprake van een onaangename houding tegenover mij. De ontvangst was prachtig, maar van een bepaalde zijde is er wel een hetze gevoerde tgen het vertoonen van „Der blaue Engel". — Welke zijn uw plannen, gaat u nog naar Amerika terug? — Voorloopig blijf ik bij de UFA, dan speel ik nog bij Reinhardt en aan het einde van dit jaar of in het volgend jaar denk ik naar Amerika te gaan. — Go looft u, dat de geluidsfilm reeds haar vorm gevonden heeft? — Neen, absoluut nog niet. Wij staan pas aa-n het begin, er zullen nog heel wat jaren over heen gaan. — Twintig jaren? — Nah, twintig jaren is een heele tijd. En wij leven snel. — Welke is uw indruk van uw werk in Amerika? ? —Ik heb zeer goede herinneringen er aan. Zéér goede! — Welke opname-apparaten voor de geluidsfilm acht u het beste? — De Duitscihe opname-apparaten zijn veel beter, maar de weergave-apparaten van de Western Electric winnen het weer van de Duitsche. Overigens laten wij toch nooit vergeten, dat de geluidsfilm een Duitsche uitvinding is, waarmee die Amerikanen geweldige zaken deden, toen de Duitseheirs nog om hun patentrechten moesten vechten. — Denkt u, dat met de geluidsfilm de industrie voorloopig een doel heeft bereikt ? — Neen, want na de geluidsfilm zal men trachten de gekleurde films te maken en de drie-dimensionale film en dan weten we nog niet, waar wij aan toe zijn. — Denkt u lang in Amerika te blijven ? — Neen, ik zal vermoedelijk niet meer dan één film maken. — Bij wiie ? — Misschien bij Warneer Bnos. — Hoe oordeelt u zelf over uw spel op uw films ! — Ik .vind het vreeselijk om mij zelf te zien spelen en nog erger om mij zelf te hooren. J) zit naast het publiek, naasit de critiek en ja ziet de fouten, die anderen ook zien en
je kunt er mets aan veranderen. Die filmvertooning is geheel mechanisch en onafwendbaar voltrekt ziah het drama voor je. Daar kan geen mensch, die er met zijn geheele hart en ziel bij betrokken is, naar kijken. — Maar naar de premières in Berlijn gaat u toch wel ? — Zoolang het licht op is, ben ik er, zeker, maar het is nog niet donker of ik ben al verdwenen. — Hebt u zelf al „Der blaue Engel" gezien ? — Ja, in Praag zag ik Professor Unrath op het witte dook'. Terwijl tot dusver de vragen en antwoorden door de kamer geknetterd hadden als de schoten uit een mitrailleur, trad er thans een verlangzaming van het tempo in. Emil Jannings verhaalde van zijn Amerikaansche ervaringen. Hoe hij bijvoorbeeld om negen uur 's morgens bij de opnamen van „Het laatste commando" van den regisseur de opgave kreeg: „U kruipt uit den loopgraaf en wordt krankzinnig". „Om negen uur op 'e nuchtere uit een loopgraaf kruipen en gek worden. Ga je gang maar. Je bent er niet in, je zit er absoluut niet in en dan moet je in eens maar de rol van een waanzinnig-gewordene spelen. Dat is an sich de grootste waan.zin. Maar het wordt van je verlangd en ik dacht in eerus aan Koning Lear van Shakespeare, aan de scène van dien krankzinnigen vorst en ik speelde dien ochtend, toen ik den gekken Russischen grootvorst moest uitbeelden, den Lear. Zoo redde ik er mij uit. Doch het was louter tooneelspelen". — Wie vindt u den grootsten regisseur? — Zonder twijfel Lubitsch. — En wie de grootste Amerikaansc^he filmacteurs 1 — Chaplin en Garbo, doch het zijn heiden geen Amerikanen. — Speelt u liever komische of dramatische rollen. — Om het even welke, als ik maar het leven kan uitbeelden. Daar zoek ik altijd toch maar naar. — Welke rol hebt u zielf het liefste gespeeld 1 — Czaar Paul in „De Patriot". Da was 'n buitengewoon interessante opgave. — Heeft u de rol historisch juist gespeeld? — Ach wat, historisch, dat bestaat toch niet. Hoe zal een kunstenaar dat doen ? Hij speelt toch zijn eigen opvatting. Nadat Emil Jannings wederom teruggekomen was op zijn arbeid in Hollywood en verteld had hoe hij o.a. zijn zin had weten door te zetten bij 'het slot van de film „The way of all Flesch" (hier te landie gegaan onder dein naam „Vader") en nadat hij en passant ,niog had medegedeeld, dat prof. Reinhardt •voornemens is het volgende jaar naar de film «over te gaan en dat hij, Jannings, het zoo buitengewoon ambieerde 'om met Reinhardt te mogien samenwerken, kwam aan dit massale interview een einde. E,n er zal wel niemand >zijn, die niet de beste herinneringen zal bewaren aan zijn eerste kennismaking met den grooten Duitschen film-aoteur, die vóór alles,.en dat ■bleelk toch voortdurend uit de gesprekken, tooneel-kunstenaar is.
Streekveree.iiging voor vreemdelingenverkeer. De vereenigingen voor vreemdelingenverkeer te Delft, Gouda, alhier, Leiden en War-: mond hebben voor de behartiging van ba'ir gemeenschappelijke belangen opgericht dei vereeniging voor vreemdelingenverkeer „Cen-i trum Zuid-Holland". » De samenwerkende vereenigingen wenschen; door het voeren van doelbewuste propaganda het vreemdelingenverkeer naar en in de „streek" intensief te bevorderen. De gedachte aan de oprichting van zulk een vereeniging was reeds meermalen opgekomen en is ditmaal weder opgevat door den voorzitter der pr«pagandacommissie van de Haagsche V.V.V., den heer B. M. v. d. Werk.' Het voorzitterschap der streekvereeniging is opgedragen aan de Haagsche V.V.V.; de heer d'Artillac Brill is aangewezen om als secretaris-penningmeester en tevens als di-; recteur der streekvereeniging op te treden. Het bureau der streekvereeniging zal wor-, den gevestigd in de lokaliteit van het bureau der Haagsche V.V.V. Jubileum firma G. Keuzenkamp. De firma G. Keuzenkamp, steenhouwerij en natuursteenhandel, Loosduinschekade 100-101 alhier, vierde Zaterdag haar 40-jarig jubi-i leum. Ter gelegenheid hiervan verzamelden zich Zaterdagmorgen het geheele personeel in een der lokalen, velen vergezeld van hun dames, om de firmanten een huldeblijk aan te bie-] den. Dit huldeblijk bestaat uit een buste van den' oprichter der zaak, wijlen den heer G. Keuzenkamp, vervaardigd door den beeldhouwer Toon Dupuis, op marmeren voetstuk; met inscripties. Nadat de firmanten T. J- en G. Keuzenkamp met hun dames en familieleden waren ^ binnen geleid, nam de heer J. K. Wolff, boekhouder en oudste van het personeel, het woord en bood namens allen onder vele har- ' telijke woorden het huldeblijk aan met een album, waarin de namen van hen, die daarin bijdroegen. , Hierna sprak de heer C. P. Verzijden, chef teekenaar, de firmanten toe. De heer P. Schotte, een der familieleden, ; ook in de zaak werkzaam, bood ten slotte. een groote schilderij aan, met verschillende . foto's op het bedrijf en de zaak betrekking i hebbend. De oudste firmant, de heer T. Keuzenkamp, hield daarna een korte gedachtenisrede over het ontstaan van de zaak en haar , vooruitgang. Spreker bood daarna aan twee der oudste | werklieden de heeren Giduis Lankhorst en oude Paape, die ongeveer 30 jaren in de zaak | werkzaam zijn, elk een gouden horloge met , inscriptie en een enveloppe met inhoud aan. , Daarop volgde de verheugende mededee- • ling, dat het geheele personeel is uitgenoo- | digd voor een reisje naar Antwerpen en de tentoonstelling op Zaterdag 25 October a.s. | Geuzengroep „Kerk, Oranje cn Vaderland". Ter herdenking van de kerkhervorming houden de afdeelingen den Haag en Scheveningen van de federatie der Geuzengroepen „Kerk, Oranje en Vaderland" bijeenkomsten. Op Woensdag 29 dezer des avonds 8 uur is er in de Zuiderkerk Luther-avond en op i Donderdagavond 30 dezer te Scheveningen in het wijkgebouw „Rehoboth". ' De heer G. Nieuwenhuysen, lid van den ' Haagschen Gemeenteraad zal beide avonden ' als spreker optreden. Nieuwe taxi-standplaatsen. Door de Gemeente worden, op voorstel van 1 de „A.T.A.M.", een viertal taxi-standplaat- : sen met telefoon-aansluiting ingericht, resp. : op Marlot nabij het viaduct over den Leidschenweg, op het Josef-Israëlsplein, bij het sportterrein Hou trust en op de Valkenboschkade bij den Loosduinscheweg. Centsverccniging. Door de Centsvereeniging, tot steun van de scholen der Haagsche Hervormde Gemeente, is wederom een bedrag van ƒ1400 afgedragen aan regenten van de scholen der Ned. Herv. Gemeente. Tekstboek Arnold Spoel zangavonden. Van het tekstboek van de Ned. Vereeniging voor den Volkszang, voor de Arnold Spoelzangavonden, is de 8e. vermeerderde druk verschenen. Broedertwist. Gisterochtend is aan het bureau Wilhelminastraat aangebracht de 26-jarige D. A. G., die in de woning van zijn broer de paneelen der straatdeur en een trapleuning vernielde en een dolkmes zou hebben getrokken, toen zijn broer hem met een bijl bedreigde.
De drukte bij de, aankomst van Emil Jannings op het Staatsspoor-station alhier.