Haagsche courant

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    Zware, uitslaande brand in Hotel des Indes. In den nacht van Zaterdag op Zondag.

    Brand- en waterschade beloopt in de tonnen gouds.

    Zaterdagnacht half drie, het Lange Voorhout is in diepe rust. Nu de dancings voor de tomermaanden naar Scheveningen verplaatst zijn ,hebben stationneerende chauffeurs en snorders op dit uur daar niets meer te maken en de statige allée verkeert in een droomerigen, roerloozen toestand. Slap hangen de veel-kleurige wimpels, het waschgoed der gemeente op hoogtijdagen van het Vorstelijk huis, aan de lijnen, welke tusschen de boomen van het middengedeelte gespannen zijn. Voor het paleis van de Koningin-Moeder die op het oogenblik op haar paleis te Soestdijk vertoeft, staat een grenadier op post. Sinds Vrijdag draagt hij den nieuwen oorlogshelm van het Nederlandsche leger en uit de verte gezien, houdt hij het midden tusschen een poilu en een Reichswehrmann. In het Vos in Tuintje confereeren een paar agenten van politie. Op den Denneweg wandelt een mijnheer met zijn hondje. Dit zijn allemaal symptomen van midzomernachtrust en er zou geen enkele aanleiding geweest zijn om dezen toestand, welke iederen nacht terugkeert, ditmaal in het bijzonder te schetsen, ware het niet, dat hoofdoontroleur Driessen -van den Eerste Gecontroleerde Particuliere Nachtveiligheidsdienst bij het doen v«n zijn ronde op het Voorhout boven HöteJ des Indes de vlammen nit het dak zag slaan. Men moet zich indenken, dat men, fietsende op het Lange Voorhout ziet, dat het groote

    Hotel des Indes in brand staat en dat niemand dit onheil schijnt ^e bespeuren. De schildwacht voor het verlaten paleis niet en twee agenten in het Vos in Tuintje niet en evenmin de talrijke bewoners van het hotel. Deze gewaarwording is wel een zeer merkwaardige en het zou den heer Driessen volkomen te vergeven geweest zijn, als hij aan zijn zintuigen getwijfeld had, zich zelf in den neus had geknepen, of op een andere wijze zijn ongeloof in hetgeen zijn oogen waarnamen, zot hebben gedemonstreerd. Maar controleur Driessen is een nuchter man, geen droomer en hij zag bliksemkaters goed in, welk onheil daar bezig was zich af te spelen. Hij fietste zoo hard hij rijden kon naar het hotel, schreeuwde de agenten en den schildwacht toe, wijzende naar den vuurgloed op het dak, wat er aan de hand was en waarschuwde den nachtportier. Ook de agenten renden thans het hótel binnen, maakten alarm en spoedden zich met den controleur en den nachtportier naar boven. Toen zij op de zolderverdieping aankwamen, kwam het geluid van de loeiende vlammen en het geraas van knappend en vallend hout hun tegemoet. Er was geen seconde tijd meer te verliezen J De logeergasten gewekt. En het was of plotseling de hel in het slapende Hótel des Indes was losgebroken. De mannen liepen door de gangen, brulden onafgebroken „brand! brand!", bonsden op de deuren der logeerkamers, schreeuwden den

    gasten toe, dat zij moesten opstaan, rammelden aan de deurknoppen, trapten tegen de deurpaneelen, in één woord, maakten zoo veel mogelijk lawaai om de slapenden uit hun bedden te krijgen. Overal werden nu de deuren opengegooid. Het overige personeel van Hótel des Indes kwam te voorschijn. De gasten verschenen ontsteld, in nachtgewaad in de gangen. De directeur, de heer Rey, nam de leiding van de ontruiming van zijn hotel op zich. Met de grootst mogelijke kalmte gaf hij zijn instructies, legde den gasten uit, dat de bovenverdieping van het gebouw in brand stond en dat voor hun eigen veiligheid het 't beste was, indien zij zoo spoedig mogelijk hun intrek namen in de dépendance aan de overzijde van de straat. Wel waren de gasten, zooals licht te begrijpen is, uitermate geschrokken, maar het rustige optreden van den directeur en diens zoon voorkwam iederen vorm van paniek. Toen de motorspuit van het hoofdbureau aankwam (ongeveer 4 minuten na 't alarm!!) liepen de eerste gasten al in nachtgewaad over het Voorhout. Met zich meesleepende valiezen en koffers, waar zij, wat zij maar grijpen konden, hadden ingestopt. De politic-brandweer in actie. Ete iwotorspuit van het hoofdbureau was er het eerst. Agenten van den straatdienst hadden de brandputten bij het hotel al opengemaakt, de standpijpen werden er vliegensvlug opgeplaatst en nog geen minuut later drongen de brandwacht® met de eerst© slang het gebouw binnen. Daar verscheen, luid krijschende met de sirene de tweede motorspuit, uit de Louise Henriëttestraat. Even te voren was de chei der brandweer, de hoofd-inspecteur de Ridder al aangekomen en had het commando op zich genomen. Op het alarm „hotelbrand" waren er automatisch twee motorspuiten uitgerukt, doch waar de toestand zich uitermate dreigend liet aanzien, deed de heer de Ridder het alarm „groote brand" maken. Op dit sein verlieten de motorspuiten van den Rijs wijk schen weg en van de Duinstraat, zoomede de ladderwagen van de Duinstraat hun kazernes. Om kwart voor drie begon de waterleiding onder verhoogden druk te werken. Langs de gevels van de huizen in het Vos in Tuintje werden slangen omhoog geheschen, ook gebeurde dit bij de belendende perceelen aan het Voorhooit, zoomede in de Kazernestraat en niet lang nadat de eerste spuit was gaan pompen, was het Hotel des Indes door een watergordijn ingesloten. Hiermede werd bereikt, dat de vonken niet naar de omringende gebouwen konden overspringen (o.a. stond men voor de bijzondere bescherming van het paleis van de

    Koningin-Moeder), doch ook -werd van meet af aan getracht het vuur, dat op de bovenverdieping va® den linkervleugel van het hotel was uitgebroken, te localiseeren. De centrale aanval! geschiedde door het hoteL- Ettelijke stralen werden door de foyers,, langs het trappenhuis, door de gangen naar den uitereten hoek van den linker\ Ieugel gevoerd, waar een zee van water op het vuur, dat hoog oplaaide, dat loeide als een orkaan, de wolken rood kleurde en tot in Scheveningeo en ver in het Wekten der residentie zichbaar was, werd uitgestort. De verdieping, waar het vuur woedde, be- tofnd uit vertrekken van het personeel en uit opslagplaatsen van oude rommel, papier enz. Hier was ook d© werkplaats van den hotel-behanger-menbeilmaker met zijn uiterst brandbare materialen. Ongeiveer om drie tmr bezweek het dak, een vonkenregen steeg omhoog en verlichtte de silhouetten der spuitende brandwacht» op de daken der omliggende huizen. De kroonlijst vatte vlatoi en de spuitgast, die op de Magirus-ladder stond, welke vlak vóór het hotel was opgesteld, richtte de Ktraalpijp op dit gedeelte, dat tot iederen prijs behouden moest blijven; want wat sou. er van Hotel des Indes overblijven, zoo hem zijn kroon ontnomen werd J De gasten In veiligheid. Inmiddeüs warse® de gasten allen veilig beneden gekomen. Sommigen,' wien het ontgaan was, dat zij hom tenten konden opslaan in de dépendance, bivakkeerden in het gras van het Voorhout, waar zij mistroostig op hun koffer gezeten naar het tooneel van de ramp keken. Verschillenden hadden er de voorkeur aan gegeven beneden in de hal, waar het veilig was, zoolang de brandweer er in slaagde uitbreiding van het vuur te voorkomen, te wachten tot het hun vergund zou zijn, om weer naar boeven, naar hun kamers te gaami. Maar och arm, daar kwam voorloopïg niets van in. Het bflusehwaAer, dat in zulke groofce hoeveelheden werd aangevoerd, stroomde de trappen a.f en bij wijlen leek liet, of er in het hotel een wolkbreuk losbarstte. In de hotelkamers aan den voorkant op de eerste en tweede verdieping gutste het water langs de wanden en door gaten in het plafond, plonst© het geelzwarte blu/s

    danks dat de directie een uitdrukkelijk rook verbod had uitgevaardigd. Hoewel de heeren eerst ontkend hadden, dat er iets van dien aard gebeurd zou zijn, zijn zij gistermiddag na een scherp verhoor door de mand geval len en zij hebben toegegeven, dat de mogelijkheid bestaat, dat door hun toedoen, door het wegwerpen van een brandende lucifer pf van een sigarette de brand ontstaan is. Bij den brand waren bijna tot 'het einde aanwezig de hoofdcommissaris-brandweercommandant, de heer van 't Sant; de wethouder dir. van der Meuien, waarn. burgemeester, daar mr, Patijn voor enkele dagen afwezig is; de plaatselijke commandant, kolo nèl de Goeyen, en de oommiissarissen van politie Kramer en BeeseJing. Het gebouw Hotel des Indes is Rijkseigandora. Er moeten n.1. in den oorlogstijd plannen geweest zijn, om een der groote crisismaatschappijen, de N.U-M. in dat gebouw te Vestigen en de toenmalige .minister van Buiten! andsche Zaken achtte het voorts ook in het belang va® den Staat, dat een groot hotel ter beschikking stond met het oog op het internationale centrum, in de toekomst, van de residentie. Om verschillende redenen is van heit vestigen va® dien maatschappij in Hotel des Indes niets gekomen, maar het ministerie va® Finapcaèp. nam het over van de maatschappij, en sedert is het gebouw Rijkseigendom gebleven, terwijl ook de Gemeente den Haag er yoor een deeJ in geïnteresseerd is. Het is voor acht ton verzekerd. De heer J. G. E. Baro® va® Lynden, administrateur, chef van den Rijksgebouwendienst, heeft gisterochtend een bezoek aa® het gebouw gebracht. Gistermidaag omstreeks 3 uur was de exploitatie geheel op gang, althans uitsluitend wat betreft de hall en de kamers en lokalen in den rechtervleugel. In de hall stond alles weer gedekt voor de thé en wie er dlie® nacht tijdens brand geweest is, zou zijn oogen niet gdooven, dat het er in die hall weer zoo heel gewoon uitzag, alsof er geen druppeltje water gevalden was. Wij vernamen nog, dat het Japan sche vorstelijke gezelschap, ondanks alles, de in gereedheid gebrachte appartementen, die niets geleden hebben, hedenavond zal betrekken. Wij spraken hedenochtend den heer Rey. De eigenaar-directeur van Hotel des Indes verklaarde met gerechtvaardigden trots, dat zijn hotel voor 95 pGt. weer als normaal functionneerde. Het personeel heeft, zonder uitzondering, in de ongeluksuren zijn plicht gedaan en onmiddellijk, nadat de laatste brandwacht gisterochtend het hotel verlaten had, hebben zij een aanvang gemaakt met het schoonmaken der zalen en gangen. Hoewel de schade nog niet te benaderen is, kan volgens den beer Rey toch veilig worden aangenomen, dat zij minstens twee tonnen gouds bedraagtl De pas-ingerichte appartementen aan de voorzijde, waarvan enkele eeret acht dagen geleden in gebruik genomen zijn, hebben het meest door het water geleden en moeten dan ook geheel vernieuwd worden. Kostbare ta^ pijten en meubelwerk, die zwaar beschadigd werden, zijn heden geheel vernieuwd. De Japansche Prins en zijn echtgenoote, die hun intrek zouden nemen in de voor hen gereserveerde vertrekken in het Hotel des Indes, hebben, hoewel die vertrekken door den brand niets hebben geleden, gisteravond laat toch nog besloten, hun verblijf niet in dit hotel te nemen, wegens de in een deel van het gebouw nog waarneembare brandlucht. Zij hebben thans hun kamers besproken in het Palace-hotel te Scheveningen.

    Foto genomen Zaterdagnacht om half vijf, tijdens den brand van het Hotel des Indes.

    De hoofdcommissaris, de heer van 't Sant en de commissaris van politie, de heer Besseling, slaan het blusschingswerk gade.