Merkwaardige processen. , /«*«*«» correspondent.) ('** + .industrieel Kreuger, Zireeds<& e 6* ^ van de lucifers , ,-aaBid ,>de m annen van Europa en .»»» ie "£*<£> wo maar eens an zijn • v, Kreuger • ban onderteekenen, natuurlijk °^ k gQ onde rnemingen. b ^TtkeU^en geleden, hier een l i foit J ] vHsoho bank opgericht en L Sca»^.»n» zoQ goed . d at men r ondernaang 8 8 eeB groote r geBdr» 00631 "Cmet veel geld achter zich L* Mwr, ze r ! 1 „ kk€ iijk, wanneer men in \l ** n m ïe i iets wil vinden. «tttrom moest dat ervaH * Sh kon hij de hand [ ]bsr emrrespondeerd en met de geste van een wikaanschen dollarkoning liet Kreuger i slotte drie millioen francs aanbieden. *' bloemenmeisje, dat glansrijk haar & voor de rechtbank had gewonnen, wh nu eenmaal het fabuleuse bedrag 1 tieD m i"ioen in haar bolletje gezet en meende dat Kreuger, voor wien dat toch «maar een kleine opoffering zou zijn, ten |™.*el zou zwichten. i dltmaa ' Sing het mis. De architect, nauwkeurig het gebouw had geïnt WaS de ^tdekking gekomen, iliT dl6pin ® vai1 het huis gewas {t . ^ een PÜaaT, een zuil, die »Wht k dakkamertje rustte daarop. N*L? 0P , ee , n ^ en kbeeld. Tot grooWchenpn J an ^ alst arrige bewoonster, |tden en mPn "if enk ® le dagen toch werkten Tc-eliiwÏÏ , huis kalm af te KCÏn ' 1 , Men timmerlui en maken r>o m ee n wenteltrap bigden tuinlui, die
tegen de wanden van den pilaar klimop aanbrachten en toen werd heel hoffelijk aan de juffrouw een sleutel gegeven, om langs de wenteltrap haaT kamertje, haar duiventil, te bereiken. En zoo ziet men thans op de binnenplaats van het bankgebouw dit eigenaardige monument. Adieu, tien, adieu ael£s drie mil lioen. . . Wie het onderste uit de kan wil hebben, dien valt het lid op den neus. En dat heeft ook de bekende letterkundige Pierre Wolf, de auteur van de Parijsche successtukken ,,Le Lys" en ,,Le Ruisseau" moeten ervaren, toen hij een actie begon tegen zijn confrater Henri Jeanson, wiens ,,Amis comme avant" triomphen viert in het Théatre Antoine, omdat de laatste zich in het humoristische blad „Le Ganard Maréchal" aardigheidjes te zijnen koste had veroorloofd. Ge kunt nagaan, dat heel artistiek Parij6 naar de rechtzaal was gestroomd om daar te hooren hoe de beleedigde Wolf vijftig duizend francs schadevergoeding zou eischen. En daar hadden beide letterkundigen, evenals de directeur van het blaadje, die mede verantwoordelijk -werd gesteld voor hetgeen in zijn blad verscheen, de beroemdste advocaten gekozen om hun recht te verdedigen. — Jeanson, zoo begon de verdediger van den beklaagde, mr. Torres, is een groote bengel, en hij zelf geeft toe, dat hij een beetje te ver is gegaan met zijn spotternijen. Waarom dan dat proces? waarom moeten collega's trachten elkaar het zuur verdiende geld uit hun zak te kloppen, 't Is ook maar geen kleinigheidje hetwelk Pierre Wolf vraagt. Maar Wolf zou niet de auteur van de fameuse stukken met een altijd bevredigende oplossing zijn, als hij nu niet de hand toestak aan zijn ouden kameraad . . . En zoo niet, dan verliezen we allen het vertrouwen in de eerlijkheid van Wolfs drama's en literaire producten . . . Een daverend gelach volgde op dit korte krachtige pleidooi. En Pierre Wolf kon al niet anders doen dan van de verte een hand uitsteken. De president, Aubépin, lachte in zijn St. Nicolaasbaard en samen, met hun advocaten gingen de beide letterkundigen heen, ,,amis comme avant".
HAAGSCHE COURANT Maandag 4 Augustus 1930. No. 14564. DERDE BLAD. BUITENLAND. FRANKRIJK.. "Haagsche courant". 's-Gravenhage, 04-08-1930. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000146398:mpeg21:p009
Amsterdam—het Gooi geopend. Een feestelijke stoet maakt den eersten tocht. De nieuwe Rijksweg van Amsterdam naar het Gooi is Zaterdag onder groote belangstelling van honderden automobilisten en fietsers voor het verkeer open gesteld. Ter zijde van de Hakkelaarebrug, aan de Naardensche grens, heeft mej. van Voorst Vader, dochter van den ontwerper van den weg, het lint doorgeknipt. Voorafgegaan door muziek heeft de stoet, die een lengte van ongeveer 2 K.M. besloeg, zioh in beweging gesteld. Op de terrassen van het hotel „Het bosch van Bredius" hebben vervolgens tal van autoriteiten het woord gevoerd en hun wenschen voor den nieuwen weg uitgesproken, n.1. de heeren Ter Beek, voorzitter van de vereeniging Gemeentebelangen te Naarden, die de feesten organiseerde, de hoofdingenieur-directeur van den Rijkswaterstaat, ir. Geelinck, ir. van Voorst Vader, dsu Drijver, voorzitter van het comité inzake de dooTbraak van de wallen, de heer Luden, voorzitter van Stad en Lande en namens de K. N. A. C., de burgemeester van Hilversum, oud-minister Lambooy, het TweedeKamerlid Floris Vos, de burgemeester van Bussuro, de heer Bordes, de heer Jac. Smits, Raadslid van Naarden, en mej. van Voorst Vader. Mede waren aanwezig het EersteKamerlid Henri Polak, de 2e-voorzitter van den A. N. W. B., de heer Pos, de Gooische burgemeesters, de militaire commandant van Naarden en tal van autoriteiten. Ter gelegenheid van deze openstelling werden een feesfcoourant en een oorkonde uitgegeven. Een brochure van mr. S. van Houten. Bij de N.V. H. D. Tjeenk Willink en Zoon te Haarlem is een brochure van mr. S. van Houten, oud-minister van Binnenlandsche Zaken, verschenen, onder den titel: „Waarheden en waarschuwingen van een 93er".
BINNENLAND. De nieuwe Rijksweg. "Haagsche courant". 's-Gravenhage, 04-08-1930. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000146398:mpeg21:p009
: , Jr een oogenblik en zei1 ^ eecnR k* ' om d le T' ^ is voor mij dubte ****** in een ÏmC, 60 ma4)i te *** ^ beer kpJT defta ge buiging, kie, I'yecToft baalde verruimd •Hu i 40 ' Vo °r a ];„ 35 ,*°®h wel een bijt 5 W> ik w *t hij raad. %?r ^ddag ^L V °? ratel ! Jack. ^«n ^ huis s ]„- vervelenden ' °P een U n lf>6n ' . lo6r t den ' I Wt hij' rn 16 \? m ^ er binnen ' v »or ^ et niets , ^ ler alleen aa.n, ^*el hielen w Seen ^ achw t anderB 15 het ^ drijft ^ dat 4 k^ 1 °ve r j n _ ■ ^[natuurlijk een ^ fcatVu 6ntcp le da 11 611 mf>ede r 'f Cït iu j e t< y te Mij ie n 7 f 0ve el fami' ^ V- , Zeker niet -s te101 rtq, JSa^ S
— Maar, mijnheer Jack, neem, dat gaat toch niet, weerlegde de zenuwachtige Mathilde. — Mijnbeer Simpson, kan zij niet voor uw dochter doorgaan? zei Jack. — Ik zou best wilten, dat het waar was, mijnheer de Peyister, maar u vergeet, dat ik ongetrouwd be(n en te jong, om haar vader te zijn. Maar ik weet er iets op en hij naderde mevrouw de Peyster. Offlae lieve Angélique is getrouwd en ik weet zeker, dat zij geen oogesnblik zal aarzelen, de jonge mevrouw de Peyster als haar dochter aan te nemen. Is het niet zoo, Angélique? Maar deze gaf taal noch teeken. — Wat scheelt haar? vroeg Mary ontsteld. — Ze is een beetje doof, mompelde de heefr Pyeoroft en van zijn hand een roeper makend, schreeuwde hij: Angélique, aJs er bier iemand op bezoek komt, zal je dan zeggen, dat de jonge mevrouw de Peyster je dochter is? Mevrouw de Peyster knikte. — Je zult het dus zeggen? Even scheen mevrouw de Peyster te aarzelen; toen knikte ze langzaam. Het grappige van de heele situatie drong zich op dat oogenblik bijzonder sterk aan Mary op, Hoe heerlijk toch, moeder, n altijd bij mij te hebben. riep zij ondeugend en met geopende armen snelde zij op de gesluierde gedaante toe. Maar, deze scheen daar niets op gesteld te zijn en nestelde zich nog dieper in den stoel. Het was of haar hart ophield te kloppen. Nog één seconde en dan. .. Maar ook nu redde de onbetaalbare heer P.yecroft, alias Archibald Simpson, alias Thomas Preston, alias wig weet wie» de Bit,natie. Met gsa be*
schermend gebaar plaatste hij zich tusschen tijn zuster en de aanstormende jonge dame. — Geen opwinding, als het u belieft. De dokter heeft het verboden. — Wat scheelt, haar dan! Toch niet 5ets van ernstigen aard? — Wij willen hopen van niet. In hoofdzaak een zenuwstoring als gevolg van eindelooze tobberijen over moeilijke huiselijke aangelegenheden. — Maar dat is toch al heel treurig, zei de mooie, zachte stem. Als zij echter niet goed is, dan moet zij wat meer frissche lucht hebben. Die dikke voile is ook zoo benauwd. Waarom slaat ze die niet op? — Een beetje zacht alstublieft! Als n over die voile hoort spreken, dan is ze heelemaal van streek. U moet weten, ging de heer Pyecroft zonder aarzelen voort en zijn stem klonk ééns zoo meewarig, toen onze zuster Angélique op een keer, het was in het eerste jaar van haar huwelijk, bezig was de petroleumkachel, het was toch immers een petroleumkachel, hé Mathilde? — Ja zeker, zeker, vulde deze haastig aan. — De petroleumkachel aan te steken, ging de heer Pyecroft onverstoord voort, had er een vreeselijke ontploffing plaats. Angiélique's gezicht werd deerlijk misvormd, zelfs zoo, dat ze er liefst niet over hoort praten. De arme! zij gaat nooit nit,of zij heeft een dikke voile voor. — Hoe treurig! riep Mary vol medelijden. — Ja, dat was een treurig voorval. Wij hebben ons dan ook allen buitengewoon aan haar gehecht. Ook haar doofheid sprnit nit dit treurige ongeluk woort. U begrijpt, alles ieramsa lieeft haa* teruggejEtoüea 89"
maakt. Ze schuwt -'en omgang met vreemden en het is natuurlijk het beate, dat u niet veel notie van haar neemt. Mary voegde zich weer bij de anderen. De arme mevrouw de Peyster kwam weer een beetje bij. Hoe alles in zijn werk was gegaan, was haar een raadsel, maar ze begreep, dat ze opnieuw gered was door de wonderlijke 'talenten van den heer Pyecroft. — Wat ik zeggen wou, Mathilde, hoorde ze Mary vragen, heb je ook in de krant gelezen over mevrouw de Peyster's reis? Vandaag moest de boot aankomen. — Neen, M — Mary, zei Mathilde. — Er stond in de krant, dat zij zóó ziek was, dat zij heel de reis niet ééns haar hut heeft kunnen verlaten. Er klonk diep medelijden in haar stem. J&, het laatste van alle passagiers is zij van de boot gegaan; met veel moeite werd ze naar een rijtuig gebracht. —• Moeder was anders nooit zeeziek, zei Jack. De rechter zei niets, maar op zijn knap gelaat lag een uitdrukking van droefheid. Jack zag het en met een plotselinge beweging de hand van den rechter drukkend, zei hij met jongensachtige openhartigheid: — Oom Bob, ik weet, dat u veel meer verdriet heeft dan een van ons. Ik heb van u altijd gehouden als van een vader en nooit kan ik de gedachte van mij afzetten, dat eens de dag zal komen, waarop ik u in werkelijkheid vader kan noemen. Ik zie moeder nog wel eens van meening veranderen. — Dank, Jack, je bent altijd zoo aardig en hartelijk voor mij, en hij drukte den jongen m&n iaaig de itaxtd.
En diep in haar hoekje verscholen, bloosde mevrouw de Peyster, achter haar dikke voile. Nog een tijdje gingen de anderen door met over mevrouw de Peyster te praten, en deze luisterde. . . ze was nu volstrekt niet doof. En ze hadden het er over, dat ze daar nu zoo ver van huis ziek lag en ieder had een woordje van medelijden en voelde met haar mee. Ze waren toch werkelijk lief en aardig. En de heer Pyecroft? Op eenigen afstand van de anderen stond hij daar op het oog heel ernstig, maar bij zich zelf moest hij lachen, omdat alles zoo vlot van stapel ging. Het leukst van alles was nog, dat niemand er ook naar het fi.viwste begrip van. bad. dat hij in zekeren zin met de groote mevrouw de Peyster verwant was — dat juffrouw Gardner in werkelijkheid wat meer was dan secretaresse en juffrouw van gezelschap, maar hij vond het niet noodig hierover iets uit te laten . . . Clara, dat meisje met haar hoogstaande begrippen van eer, zou wel niets meer van hem willen weten, als zij van zijn laatsten kwajongensstreek hoorde, als zij er achter kwam, dat hij, ondanks haar verbod toch de woning van mevrouw de Peyster als schuilplaats had verkoren. Maar als hij haar weerzag en hij kon haar eens precies vertellen, hoe alles in elkaar zat, dan moest zij hem wel vergeven, want 't was toch ook een reuzengrap. Ja, zij moest hem wel vergeven. Zoo kwam het, dat de heer Pyecroft in een zeer goede bui was. Nu dit was niets ongewoons bij hem; zijn voorouder® waren bepaald menschen geweest met veel gevoel voor humor 1 (Word t, vervol rjd.'l
FEUILLETON. (Nadruk verboden.) Washington Square No. 13. "Haagsche courant". 's-Gravenhage, 04-08-1930. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000146398:mpeg21:p009
Brand- en waterschade beloopt in de tonnen gouds.
Zaterdagnacht half drie, het Lange Voorhout is in diepe rust. Nu de dancings voor de tomermaanden naar Scheveningen verplaatst zijn ,hebben stationneerende chauffeurs en snorders op dit uur daar niets meer te maken en de statige allée verkeert in een droomerigen, roerloozen toestand. Slap hangen de veel-kleurige wimpels, het waschgoed der gemeente op hoogtijdagen van het Vorstelijk huis, aan de lijnen, welke tusschen de boomen van het middengedeelte gespannen zijn. Voor het paleis van de Koningin-Moeder die op het oogenblik op haar paleis te Soestdijk vertoeft, staat een grenadier op post. Sinds Vrijdag draagt hij den nieuwen oorlogshelm van het Nederlandsche leger en uit de verte gezien, houdt hij het midden tusschen een poilu en een Reichswehrmann. In het Vos in Tuintje confereeren een paar agenten van politie. Op den Denneweg wandelt een mijnheer met zijn hondje. Dit zijn allemaal symptomen van midzomernachtrust en er zou geen enkele aanleiding geweest zijn om dezen toestand, welke iederen nacht terugkeert, ditmaal in het bijzonder te schetsen, ware het niet, dat hoofdoontroleur Driessen -van den Eerste Gecontroleerde Particuliere Nachtveiligheidsdienst bij het doen v«n zijn ronde op het Voorhout boven HöteJ des Indes de vlammen nit het dak zag slaan. Men moet zich indenken, dat men, fietsende op het Lange Voorhout ziet, dat het groote
Hotel des Indes in brand staat en dat niemand dit onheil schijnt ^e bespeuren. De schildwacht voor het verlaten paleis niet en twee agenten in het Vos in Tuintje niet en evenmin de talrijke bewoners van het hotel. Deze gewaarwording is wel een zeer merkwaardige en het zou den heer Driessen volkomen te vergeven geweest zijn, als hij aan zijn zintuigen getwijfeld had, zich zelf in den neus had geknepen, of op een andere wijze zijn ongeloof in hetgeen zijn oogen waarnamen, zot hebben gedemonstreerd. Maar controleur Driessen is een nuchter man, geen droomer en hij zag bliksemkaters goed in, welk onheil daar bezig was zich af te spelen. Hij fietste zoo hard hij rijden kon naar het hotel, schreeuwde de agenten en den schildwacht toe, wijzende naar den vuurgloed op het dak, wat er aan de hand was en waarschuwde den nachtportier. Ook de agenten renden thans het hótel binnen, maakten alarm en spoedden zich met den controleur en den nachtportier naar boven. Toen zij op de zolderverdieping aankwamen, kwam het geluid van de loeiende vlammen en het geraas van knappend en vallend hout hun tegemoet. Er was geen seconde tijd meer te verliezen J De logeergasten gewekt. En het was of plotseling de hel in het slapende Hótel des Indes was losgebroken. De mannen liepen door de gangen, brulden onafgebroken „brand! brand!", bonsden op de deuren der logeerkamers, schreeuwden den
gasten toe, dat zij moesten opstaan, rammelden aan de deurknoppen, trapten tegen de deurpaneelen, in één woord, maakten zoo veel mogelijk lawaai om de slapenden uit hun bedden te krijgen. Overal werden nu de deuren opengegooid. Het overige personeel van Hótel des Indes kwam te voorschijn. De gasten verschenen ontsteld, in nachtgewaad in de gangen. De directeur, de heer Rey, nam de leiding van de ontruiming van zijn hotel op zich. Met de grootst mogelijke kalmte gaf hij zijn instructies, legde den gasten uit, dat de bovenverdieping van het gebouw in brand stond en dat voor hun eigen veiligheid het 't beste was, indien zij zoo spoedig mogelijk hun intrek namen in de dépendance aan de overzijde van de straat. Wel waren de gasten, zooals licht te begrijpen is, uitermate geschrokken, maar het rustige optreden van den directeur en diens zoon voorkwam iederen vorm van paniek. Toen de motorspuit van het hoofdbureau aankwam (ongeveer 4 minuten na 't alarm!!) liepen de eerste gasten al in nachtgewaad over het Voorhout. Met zich meesleepende valiezen en koffers, waar zij, wat zij maar grijpen konden, hadden ingestopt. De politic-brandweer in actie. Ete iwotorspuit van het hoofdbureau was er het eerst. Agenten van den straatdienst hadden de brandputten bij het hotel al opengemaakt, de standpijpen werden er vliegensvlug opgeplaatst en nog geen minuut later drongen de brandwacht® met de eerst© slang het gebouw binnen. Daar verscheen, luid krijschende met de sirene de tweede motorspuit, uit de Louise Henriëttestraat. Even te voren was de chei der brandweer, de hoofd-inspecteur de Ridder al aangekomen en had het commando op zich genomen. Op het alarm „hotelbrand" waren er automatisch twee motorspuiten uitgerukt, doch waar de toestand zich uitermate dreigend liet aanzien, deed de heer de Ridder het alarm „groote brand" maken. Op dit sein verlieten de motorspuiten van den Rijs wijk schen weg en van de Duinstraat, zoomede de ladderwagen van de Duinstraat hun kazernes. Om kwart voor drie begon de waterleiding onder verhoogden druk te werken. Langs de gevels van de huizen in het Vos in Tuintje werden slangen omhoog geheschen, ook gebeurde dit bij de belendende perceelen aan het Voorhooit, zoomede in de Kazernestraat en niet lang nadat de eerste spuit was gaan pompen, was het Hotel des Indes door een watergordijn ingesloten. Hiermede werd bereikt, dat de vonken niet naar de omringende gebouwen konden overspringen (o.a. stond men voor de bijzondere bescherming van het paleis van de
Koningin-Moeder), doch ook -werd van meet af aan getracht het vuur, dat op de bovenverdieping va® den linkervleugel van het hotel was uitgebroken, te localiseeren. De centrale aanval! geschiedde door het hoteL- Ettelijke stralen werden door de foyers,, langs het trappenhuis, door de gangen naar den uitereten hoek van den linker\ Ieugel gevoerd, waar een zee van water op het vuur, dat hoog oplaaide, dat loeide als een orkaan, de wolken rood kleurde en tot in Scheveningeo en ver in het Wekten der residentie zichbaar was, werd uitgestort. De verdieping, waar het vuur woedde, be- tofnd uit vertrekken van het personeel en uit opslagplaatsen van oude rommel, papier enz. Hier was ook d© werkplaats van den hotel-behanger-menbeilmaker met zijn uiterst brandbare materialen. Ongeiveer om drie tmr bezweek het dak, een vonkenregen steeg omhoog en verlichtte de silhouetten der spuitende brandwacht» op de daken der omliggende huizen. De kroonlijst vatte vlatoi en de spuitgast, die op de Magirus-ladder stond, welke vlak vóór het hotel was opgesteld, richtte de Ktraalpijp op dit gedeelte, dat tot iederen prijs behouden moest blijven; want wat sou. er van Hotel des Indes overblijven, zoo hem zijn kroon ontnomen werd J De gasten In veiligheid. Inmiddeüs warse® de gasten allen veilig beneden gekomen. Sommigen,' wien het ontgaan was, dat zij hom tenten konden opslaan in de dépendance, bivakkeerden in het gras van het Voorhout, waar zij mistroostig op hun koffer gezeten naar het tooneel van de ramp keken. Verschillenden hadden er de voorkeur aan gegeven beneden in de hal, waar het veilig was, zoolang de brandweer er in slaagde uitbreiding van het vuur te voorkomen, te wachten tot het hun vergund zou zijn, om weer naar boeven, naar hun kamers te gaami. Maar och arm, daar kwam voorloopïg niets van in. Het bflusehwaAer, dat in zulke groofce hoeveelheden werd aangevoerd, stroomde de trappen a.f en bij wijlen leek liet, of er in het hotel een wolkbreuk losbarstte. In de hotelkamers aan den voorkant op de eerste en tweede verdieping gutste het water langs de wanden en door gaten in het plafond, plonst© het geelzwarte blu/s
danks dat de directie een uitdrukkelijk rook verbod had uitgevaardigd. Hoewel de heeren eerst ontkend hadden, dat er iets van dien aard gebeurd zou zijn, zijn zij gistermiddag na een scherp verhoor door de mand geval len en zij hebben toegegeven, dat de mogelijkheid bestaat, dat door hun toedoen, door het wegwerpen van een brandende lucifer pf van een sigarette de brand ontstaan is. Bij den brand waren bijna tot 'het einde aanwezig de hoofdcommissaris-brandweercommandant, de heer van 't Sant; de wethouder dir. van der Meuien, waarn. burgemeester, daar mr, Patijn voor enkele dagen afwezig is; de plaatselijke commandant, kolo nèl de Goeyen, en de oommiissarissen van politie Kramer en BeeseJing. Het gebouw Hotel des Indes is Rijkseigandora. Er moeten n.1. in den oorlogstijd plannen geweest zijn, om een der groote crisismaatschappijen, de N.U-M. in dat gebouw te Vestigen en de toenmalige .minister van Buiten! andsche Zaken achtte het voorts ook in het belang va® den Staat, dat een groot hotel ter beschikking stond met het oog op het internationale centrum, in de toekomst, van de residentie. Om verschillende redenen is van heit vestigen va® dien maatschappij in Hotel des Indes niets gekomen, maar het ministerie va® Finapcaèp. nam het over van de maatschappij, en sedert is het gebouw Rijkseigendom gebleven, terwijl ook de Gemeente den Haag er yoor een deeJ in geïnteresseerd is. Het is voor acht ton verzekerd. De heer J. G. E. Baro® va® Lynden, administrateur, chef van den Rijksgebouwendienst, heeft gisterochtend een bezoek aa® het gebouw gebracht. Gistermidaag omstreeks 3 uur was de exploitatie geheel op gang, althans uitsluitend wat betreft de hall en de kamers en lokalen in den rechtervleugel. In de hall stond alles weer gedekt voor de thé en wie er dlie® nacht tijdens brand geweest is, zou zijn oogen niet gdooven, dat het er in die hall weer zoo heel gewoon uitzag, alsof er geen druppeltje water gevalden was. Wij vernamen nog, dat het Japan sche vorstelijke gezelschap, ondanks alles, de in gereedheid gebrachte appartementen, die niets geleden hebben, hedenavond zal betrekken. Wij spraken hedenochtend den heer Rey. De eigenaar-directeur van Hotel des Indes verklaarde met gerechtvaardigden trots, dat zijn hotel voor 95 pGt. weer als normaal functionneerde. Het personeel heeft, zonder uitzondering, in de ongeluksuren zijn plicht gedaan en onmiddellijk, nadat de laatste brandwacht gisterochtend het hotel verlaten had, hebben zij een aanvang gemaakt met het schoonmaken der zalen en gangen. Hoewel de schade nog niet te benaderen is, kan volgens den beer Rey toch veilig worden aangenomen, dat zij minstens twee tonnen gouds bedraagtl De pas-ingerichte appartementen aan de voorzijde, waarvan enkele eeret acht dagen geleden in gebruik genomen zijn, hebben het meest door het water geleden en moeten dan ook geheel vernieuwd worden. Kostbare ta^ pijten en meubelwerk, die zwaar beschadigd werden, zijn heden geheel vernieuwd. De Japansche Prins en zijn echtgenoote, die hun intrek zouden nemen in de voor hen gereserveerde vertrekken in het Hotel des Indes, hebben, hoewel die vertrekken door den brand niets hebben geleden, gisteravond laat toch nog besloten, hun verblijf niet in dit hotel te nemen, wegens de in een deel van het gebouw nog waarneembare brandlucht. Zij hebben thans hun kamers besproken in het Palace-hotel te Scheveningen.
Foto genomen Zaterdagnacht om half vijf, tijdens den brand van het Hotel des Indes.
De hoofdcommissaris, de heer van 't Sant en de commissaris van politie, de heer Besseling, slaan het blusschingswerk gade.
Zware, uitslaande brand in Hotel des Indes. In den nacht van Zaterdag op Zondag.. "Haagsche courant". 's-Gravenhage, 04-08-1930. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000146398:mpeg21:p009
Zware, uitslaande brand in Hotel des Indes. In den nacht van Zaterdag op Zondag.. "Haagsche courant". 's-Gravenhage, 04-08-1930. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000146398:mpeg21:p009