Zitting van 28 October; (Slot.) Nadat de heer ï r e u b ten-slotte beeft aangedrongen op beperking van deze debatten tot de gemeentebelangen, klaagt do beer S i 11 e v i s over te lang uitstellen van het betalen van declaraties. Hij verdedigt voorts bet vroegere geslacht tegen 't verwijt dat dit nalatig zou zijn geweest in 't aankoopen van grond. Het bad daarop eenvoudig niet den vooruitzienden kijk, dien do heer Goekoop had. Trouwens, ook de heer ter Laan stemde tegen aankoop van Zorgvliet, merkt spr. op. Do heer Y erburg vraaigt antwoord van B. en W. op do opmerking in het verslag, dat do middenstand meer belasting moet betalen dan anderen. De heer War nek© komt nogmaals op tegen de beschouwingen der sociaal-demok raten, die z. i. noodeloos on tevredenbeid en ruzie verwekken. 't Is heel makkelijk, altijd maar te vragen om er nog een schepje bij te doen; dat is kinderachtig. Spr. echter meent bij a,! c maatregelen te moeten letten op bet algemeen bolatïg der stad 's-Gravenhage, en doet niet mee met hen, die alles willen halen en niets betalen. Spr. is vooruitstrevend, maar w : l ook bij het bepalen van de loonen rekening houden met wat voor de particuliere nijverheid mogelijk is. Uit den grooten pot der Gemeente kan er altijd nog wel wat bij ; maar voor den particulier komt het oogenb.'ik dat er geen winst meer overblijft en dus niet meer kan gegeven worden. Na zijn politieke beschouwing bepleit spr. de commercieele boekhouding bij de Gomeentewerf, waarvoor hij een motie aankondigt, cn oplossing van het Raadhuisvraagstuk. Daarna komt hij op tegen de manier, waarop men hier het Heilsleger laat tewerk gaan op de Prinsegracht. Hij vergelijkt de handelingen van die inrichting met die van Barnum cn Baily en komt op tegen het burengerucht, door de inrichting verwekt met allerlei instrumenten, die zoo valscb mogelijk worden bespeeld. Spr. heeft lang geduüdig afgewacht wat de Burgemeester er tegen zou doen, maar vraagt nu of cr niets aan te doen is om die lieeren binnen de perken te houden cn een eind te maken aan de onhebbelijke lawar.i maker ij en grappenmakerij van di© eeete, die als elk? godsdienst zich van openbaren aanstoot beeft te onthouden, op de publieke straat. Hierna Wórdt de zitting 'verdaagd tot 'Vrijdag half 11. Zitting van 29 October. ! De algemeen© beraadslaging over da begrootingen yorden hervat. De heer Bik vraagt aan B. en W., of zij het voornemen hebben, do herziening van het reglement van orde spoedig aan : de orde to stellen, wat z. i. dezer dagen dringend noodig ia gebleken, nu zooveel tijd wordt besteed aan schoono redevoeringen, die echter met het Gemeentebelang slechts in zeer verwijderd verband staan. Spr. acht het noodig, dat ook met den tijd zuinig worde omgegaan. Wethouder S i m o n s begint zijn antwoord eveneens met de verklaring, dat B. en W. betreuren dat de Raad bij deze debatten is getreden in politieke beschouwingen van algemeen en aard. 'Hij komt nu echter op togen het betoog der a-ociaal-domokratische leden, dat wat er goeds is gedaan altijd van hen is gekomen, — terwijl zij bovendien bij hun wensetcn niet rekenen met den fmancieelen toestand der Gemeente. Intusschen, spr. gunt hun het genoegen
om aldus te meenen, maar moet toch opmerken dat alle partijen ovenaeer bereid zijn, ook met do sociaal-demokratisobe leden mede te werken in. 't belang der misdeelden; maar zij moeten daarbij óók het oog houden op de andere belangen der gemeenschap. Spr. komt daarbij op tegen het verwijt van den heer Helsdingen, dat al wat de burgerlijke partijen goeds doen, slechts gedaan wordt uit eigenbelang. Dat is onwaar, zegt spr. Mén moet elkaar waardeeren en eikaars bedoelingen ook in het belang der minderbedeelden niet aldus miskennen. Na te hebben toegelicht, dat B. en W. inderdaad zeer weinig tijd hadden voor beantwoorden van het verslag, verklaart spr. ten aanzien van de grenskwestie, dat B. en W. destijds, door tusschenkomst van Kamerleden, van minister Rink toezegging kregen voor een ruime grens uitbreiding aan den kant van Voorburg. Hot Grondbedrijf is nog bij Gedeputeerde Staten. Het voorstel aangaande de Inkomstenbal asting werd door spr. ingediend in 1907. Dat het zoo lang aanhangig bleef, is niet do schuld van B. en W. Ten aanzien van de controle op de gemcante-financiën verwijst spr. den heer Dias in de Kamer naar hot aanhangige wetsontwerp tot wijziging van de Gemeentewet ; maar onder opmerking dat er hier reeds een zeer goede controle bestaat, en dat do Commissie voor de Financiën, die do rckon:ng naziet, daarbij volstrekt geen partij isi Van het wetsontwerp dat belasting op de waardevermeerdering van grond zal toelaten is ook voor de Gemeente belangrijk voordeel te verwachten. De botterment-belasting willen B. en W. voorloopig laten rusten, omdat daarvan bitter weinig opbrengst is te wachten, blijkens de uitkomsten o. a. te Amsterdam. Intussichen wordt hier hetzelfde, en voordeeliger, verkregen door het bedingen van voorwaarden van bouwondernemers. Het rapport over do brandverzekering i3 aangehouden, omdat inmiddels to A mat-er* dam bleek, dat er groot© bezwaren aan verbonden zijn. Nu intusschen i* gebleken, dat voor het kweeken van reserves geen wetswijziging noodig is, — zooals men vroeger meende, — zal de zaak nu praktischer zijn ter hand te nemen. De klacht over langzame afdoening van zaken noemt spr. ongegrond. Als de heer Wecseling zalf eens met dat bij'Ltje moest hakken, zou hij dit zelf wel inzien. Den financieelen toestand der Gemeente heeft spr. al sedert jaren telkens niet rooskleurig genoemd. Het.succes daarvan op den Raad was niet groot. En de uitkomst heeft spr. thans in 't gelijk gesteüd: er was nu in een tekort van ƒ580.000 te voorzien. Spr. citeert, dat B. en W. aireede in 1905 ernstig waarschuwden, maar de Raad niettemin voortging met opvoeren van uitgaven. Dezer dagen werd bv. een onderwijzer aangesteld, wiens aanvangswedde ƒ2250 moest zijn; de politie-wodden zijn gestegen met ruim ten, dio der brandweer met ƒ 65.000, die van Oponb. Werken met ƒ78.000, van het Onderwijs met ƒ657.000 (waarvan het Rijk ƒ 80.000 draagt). En zoo noemt spr. nog een aantal andere uitgaven, dio even beduidend gestegen zijn: in 5 jaren met netto 3J millioen aan gewond uitgaven, waar een gewoon accres van slechts gemiddeld 2 ton 's jaars over staat — ongerekend de bedrijven. Ten aanzien van de Inkomstenbelasting mot haar progressie ia spr. minder optimistisch dan sommige leden. Z. i. moet de boog niet te Z3er gespannen, en dit met name in het belang van den middenstand. Spr. vestigt daarbij met nadruk de aandacht op het grooto belang, aan stabiliteit der belasting verbonden; Amsterdam en Rotterdam-zien dat in en doen al bet mogelijke om het percentage onveranderd te laten. Wijziging der heffing Hoofd. Omslag, als door den heer ter Laan gewenscht, achtón
B. cn W. niet, door de wet toegelaten. Maar bovendien draagt de mindervermogende reeds zeer weinig bij en achten B. en W. 't zeer nuttig, dat ook de kleine man, door althans iets op te brengen, ook zijn verplichtingen tegenover de gemeenschap gevoelt. Van B. en W. is dan ook geen voorstel tot vrijstelling van de laagste klassen te wachten, —daargelaten dat dit niet zoo eenvoudig zou zijn als de heer ter Laan meent. Spr. sluit zich geheel aan bij de meening, dat den ambtenaren de vrijheid van organisatie moet zijn gewaarborgd. Dat scholenbouw eigenlijk behoort tot gewone uitgaven, blijft spr. erkennen ; maar dit zou, nu het jarenlang niet is geschied, thans alleen uitvoerbaar kunnen worden door overgangsmaatregelen, die echter thans niet zijn toe tó passen, omdat het tekort er nog grooter door zou worden. Een stedelijke rekenkamer hebben wij. Zij beet Bureau van Verificatie. Dat de bedrijven „verkapte accijnzen" zouden beffen, ontkent spr.; zij leveren goede waar tegen concurreerende prijzen; terecht beeft men dan ook wel eens gesproken van de,,coöperatieve gemeente" 's-Gravenliage. Wethouder L o 1 y vindt in de ter sprake gebrachte onderwerpen, zijn afdeeling betreffende, het voornaamste en al de andero beheerschende: bob Uitbreidingsplan. Hoö komen wij — zegt spr. — met den meest mogelijken spoed tot de vaststelling daarvan ? Het ontwerp-Berlage kwam in Januari in. In het voorjaar was de kaait in bruikb? 'en vorm vermenigvuldigd. Spoedig vergaderde Fabricage toen daarover. Nu bleek nader advies noodig van de directeuren van Waterleiding en Plantsoenen. Inmiddels zijn, zooveel mogelijk, de kaarten gereed gemaakt, dio naar de Woningwet ter visie moeten liggen. Dezer dagen nu zal Fabricage haar advies over eenigo belangrijke vraagpunten bij B. en W. indienen, die zich zeker zullen beijveren, bet met den meest mogelijken spoed te behandelen. Maar B. en W. kunnen geen termen aangeven, waarop zij klaar zullen zijn, als war© 't een aangenomen werk. En dit te minder, omdat bet plan ook nog moet komen bij de Gezondheidscommissie. De grensscheiding zal mede in belangrijke mate worden beheerscht door het uitbreidingsplan, dat zeker de krachtigste drangreden vo&r ruime annexatie zal zijn. Ten deze aohteu B. cn W. dan ook een gesplit te actie niet gowonscht. De verbetering van do groote wegen in de oude stad is bij Fabricage in ernetige overweging geweest; en spr. hoopt dat B. ©n W. zich met haar denkbeelden zal vereenigen. Inmiddels zijn, doet- spr. opmerken, reeds twee belangrijke besluiten genomen : do grooto weg van II. IJ. S. naar Vijverberg, en die door de Lekstraat, — welke twee besluiten reeds een 2 millioen kosten. Woningbouw voor arbeiders is, in beginsel, alleen mogelijk op goedkoop terrein, dus aan den omtrek van de stad; en daarover is dus mede eerst te beslissen als bij het uitbreidingsplan de terreinen er voor zijn bestemd en aangewezen. Intusschen willen B. én W., met den meest mogelij keil spoed, uitvoering geven aan 's Raads besluiten omtrent de Ammunitiehavon en het Kolenwagenslag. Dezo week zijn over di© beide zaken de rapporten resp. van de Gezondheidscommissie en den directeur van het Woningtoezicht ingekomen. Deze laatste oordeelt, voegt spr. hier reeds voorloopig bij, over bouw aan de Ammunitie haven niet gunstig, althans uit financieel oogpunt; maar B. en W. moeten eerst zijn rapport overwegen. Hierbij voegt spr., dat, als krachtig handelen op het gebied van den woningbouw zal mooten plaats hebben, versterking van het personeel zal noodig zijn. In den loop van 1910 zullen B. en W., zoo mogelijk, den Raad een beslissing vragen over : 1°. woningbouw Kolenwagenslag,
2°. idem Gedempte gracht of Ammunitieihaven, 3°. het uitbreidingsplan, 4°. verbetering van d© verkeerswegen, 5°. het Raadhuis, en 6®. de Viaschershaven. Dat lijkt spr. voor één jaar een voldoend menu. (Zie verder 3 a blad-)
TWEEDE BLAD. GEMEENTERAAD.. "Haagsche courant". 's-Gravenhage, 30-10-1909. Geraadpleegd op Delpher op 07-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000135900:mpeg21:p005
dook E. W. IIOENUNG. 20) -— Ik dacht dat wij alleen in huis ware: 1 riep ik trillend, want dit alleen was reeds genoeg om mijn ellendige zenuwen iweer geheel van do wijs te brengen. Hij verbleekte. — Dat dacht ik ook, zei hij. — Mijn bedienden zijn zeker thuis gekomen. Maar zs mogen niet zoo stil naar binnen sluipen. Daar moet ik lien even over onder handen nemen. Hij ging de deur uit, ik hoorde hei» de 6teenen trap op en de gang op de eerste verdieping doorsnellen, toen een deur openen en met een slag weer dichtslaan en eindelijk heftig tegen iemand uitvaren. Maar langzamerhand werd zijn stem zachter en eindelijk hoorde ik niets meer. En zoo stond ik, nog steeds bevend en ont; daan, in de doodstille, sombere zaal; ik schaamde mij over mijn prikkelbaarheid en jverlangde vurig weg te kunnen gaan. Ein. delijk kwam hij door een van de vele anj dere, gesloten deuren weer binnen en vond i tij mij met den hoed in de hand op hem | Wachten. Hij zag er weer even vroolijk en yrtralend uit als gewoonlijk, maar toen hij hoed zag betrok zijn gezicht.
—• Ja gaat toch nog niet] riep hij-uit. — Ik kan niet genoeg excuses maken, goede vriend, dat ik je zoo opeens in den steek liet. Het was mijn knecht, die juist van de kermis terug is gekomen en door do achterdeur naar binnen is gegaan. Ik zei hom dat hij ons gesprek zeker heeft afgeluisterd. Natuurlijk ontkent hij dat. Maar al heeft hij het gedaan, dan is bet nog niets, want hij is een beetje boven zijn theewater en zal er zich morgenochtend niets meer van herinneren. Ik heb hem een flinken uitbrander gegeven. Maar als hij nu ook nog de reden is dat je dadelijk, weggaat, dan ga ik weer naar hem toe en krijgt hij er een tweeden. Ik verztekerde hem, dat ik er mijn goed© redenen voor had, mij graag vroeg ter ruste to begeven. Hij wist niet ho© zwak ik nog was, hoezeer ik mijn lichaam en mijn geest nog moest ontzien. Ho© aangenaam wij den avond samen ook hadden doorgebracht, toch moest hij mij nu werkelijk laten gaam. Dan nog een glas wijn? Een klein glaasje? Neen, ik had al te veel gedronken. Ik kon niet veel verdragen. En ik stak hemi vastberaden d© hand toe. In plaats van haar aan te nemen zag hij mij vorschend aan. —• Het verblijf hier doet je geen goed, zei hij. — Ik zie het je aan, en het spijt me geducht. Luister naar mijn raad en ga naar een plaats, waar het klimaat een beetje zachter is. Ik zou het mijzelf nooit vergeven als jo hier zieker vandaan ging, in plaats van beiter. En de lucht is een beetje te prikkelend voor heel veel menschen. Ik was niet t© ziek en niet to boos om in een lach te schieten.
—i Het is niet de lucht, zei ik, — het is die uitstekend© oud© Ma dei ra, dien je m© hebt ingeschonken. D i © is te prikkelend voor mij. Neen, R&ttray, je raakt me nog zoo gauw niet kwijt, al schijn je er erg naar te verlangen. — Ik zeg het alleen in jouw belang, zei hij op een toom, di© misschien ietwat gebelgd klonk, maar mij toch opnieuw de overtuiging gaf, dat hij het goed met mij meende. — Natuurlijk zou ik het voor mij prettiger vinden als je bleef, ofschoon ik hier over een paar dagen weer van daan ga. Maar ik voel me een beetje aansprakelijk voor j©. .. zie je, Cole, dat is het geval. Denk je dat je den weg alleen kunt vinden ? vervolgde hij, mij tot aan de poort in den tuinmuur uitgeleide doende. Zeker, ik kon uitstekend zien, ik kende altijd heel gauw den weg ■— en ik weet niet hoeveel meer uitvluchten ik niet verzon om maar gauw weg te komen. Want ik brandde van verlangen om te gaan. Een oog&nblik later vreesde ik, dat ik 'dit te veel had getoond. Want de handdruk, waarmee hiji afscheid van mij nam, was zoo hartelijk, dat ik mij mijn haastigheid begon te verwijten en een gevoel kreeg, alsof ik hem al zeer weinig dankbaarheid betoond© voor zijn goedheid jegena mij. Morgen zou ik mij beter gedragen. Ondortusschen waren er ook nog andere dingen, dia ik betreurde. In het begin kon ik vrij goed zien, want die lichten van het huis schemerden door d© eikeboomen heen. Maar de maaai waa achter zwar© wolken verborgen en spoedig belette de duisternis mij ieta t© onderscheiden. Reeds was ik van het j>ad afgedwaald.
Ik vodldo of ik ook lucifers in mijn zak had. Neen, ik had ze niet. Mijn hoofd was nu weer opgeklaard, en alleen nog maar een beetje zwaar. Nog altijd verweet ik mij mijn onbeleefdheid en mijn koppigheid. Beide waren eon ge
af te slaan, maar door een gezellig praatj© zoo mogelijk den verkeerden indruk, d"len ik dien avond misschien had gemaakt, weer weg te wis-schen. Eigenlijk was het toch ook zijn schuld niet dat ik zooveel wijn had gedronken; veel erger was het, om, als men dit gedaan had, knorrig en onhandelbaar te worden. Ik zou hem laten zien, dat i!t weer geheel mijzelf was. Ik heb wel eens meer gezegd, meen ik, dat ik, tijdelijk althans, een man was, wiens stemmingen voortdurend van het een© uiterste oversloegen tot het andere. Heel anders gestemd dan een oogen blik te voren keerda. ik dus om en ging weer op het licht af, zoodat ik aeer spoedig .het klein© deurtja. in de groot© tuinpoort doorging, waar ik een kwartier geleden Rattray's hand had! gedrukt. Toen stapte ik opgewekt naar het buis toe. Het lang© gras maakte dat mijn voet er geruischloos op neer kwam, ofschoon het volstrekt mijn bedoeling niet was het gebouw zoo onhoorbaar te naderen. 0peen9 echter bleef ik stilstaan in vage ontzetting. Door do diep© vensters kon ik een blik slaan in de verlichte eetzaal, waar mijn vriend en ik samen het middagmaal hadden gebruikt. En weer zag ik Rattray aan tafel zitten, in gezelschap van eenige man-i nelijke personen. Ik sloop nader-, steeds naderbij. En het was alsof mijn hart ophield te kloppen. Had ik een koortsvisioen, of waren mijn zinnen nog steeds beneveld door den wijn? Of had de zee haar dooden teruggegeven t (Wordt vervolgd.)
FEUILLETON. DE DOODEN ZWIJGEN. "Haagsche courant". 's-Gravenhage, 30-10-1909. Geraadpleegd op Delpher op 07-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000135900:mpeg21:p005
DEN HAAG, 29 October. •— De afdeelin» 's-Gravenhage—Loosduinen van de ,, N©der 1 andscho VerplegersVakvereeniging heeft bseloten aan den minister van Landbouw, naar aanleiding van d© circulaire over afschaffing van Zondagsarbeid, van diens departement uitgegaan, te doen weten, dat zoowol in ziekeninrichtingen als in particuliere verpleging afschaffing van Zondagsarboid voor verplegend personeel onmogelijk, en voor de ziokeu zeer nadeolig zou zijn. — Gister vertoefde goncraal Kool, kommandant van het veldleger, in do grenadierskazorne. Hem werd een afscheidsgroet gobracht door de Kon. Mil. Kapel. De directeur der kapel had eén spcciald compositie daarvoor vervaardigd. Ook mevrouw Kool was bij 't gebisseerde muzieknummer tegenwoordig, en was begeleid door den kolonel-regimontekommamdant Tonnet en dCn kapitein-regimentsadjudant. D© heer Bouwman wxird door don generaal gecomplimenteerd, en de kap al door hem hartelijk t oogesp roken. — De heer B. H. de Waal, oud-consulgeneraal
een bedrag van hoogstens f 200 te beste* den voor een extra uitdeeling. Do aftredend© bestuursleden werdén! herkozen.
BINNENLAND.. "Haagsche courant". 's-Gravenhage, 30-10-1909. Geraadpleegd op Delpher op 07-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000135900:mpeg21:p005
Bij de Ferrer-betoogingen, dezo week te Amsterdam voorgevallen, liep hefc publiek ook to hoop op de kleine steentjes voor het koninklijk paleis. De schildwacht, zekere milicien G., liep op tvveo bereden agenten, die de menschen wilden verdrijveo, toe, en verbood de politiemannen over de ldeino steentjes te rijden. De dienders meldden het gebeurde aan een inspecteur, dife bij den kommandant van do wacht een klacht indiende. De soldaat, een zeer zenuwachtige jongeman, werd den volgenden ochtend op heb bureau van den plaatselijken kommandant ontboden om zich te verantwoorden over zijn houding tegenover de politie. Da kolonel deelde hem daarbij mee, dat er waarschijnlijk wel eenige dagen provoosb voor hem zouden opzitten. De soldaat, waarschijnlijk in zeer overspannen toestand, trok toen op eens zijn bajonet en wilde kolonel Brocx to lijf. Hij werd echter gegrepen door den sergeant van de wachb en eenige anderen, en daarop in de boeien gesloten. De jongeman is gehuwd, en vader van tweo kinderen. Men sc h r ij ft uit Zeist aan da ,,Stichtsche Ct.": In de onmiddellijk© nabijheid van den Dolderschonweg is iets verschrikkelijks gebeurd. Daar heeft 't tijdelijke met 't eeuwigs verwisseld een oudo vrouw, maar onder zulke treurige omstandigheden, dat cr wel wat meer ruchtbaarheid aan mag gegeven. Aan den publieken weg dan lag, ouder oud© lompen, beschut tegen regen en wind . . . door . . . 'n paar parapluies en bewaakt door 'n getrouw hondje, een vrouw, een oude, ziek© vrouw. Wat haar scheelde? Men zei longontsteking. Dat duurde week na week! Tot hedenmorgen de vrouw heenging. Niemand scheen zich iets van haar lot aan te trekken. In 'n schuur scheen voor haar geen plaatsje beschikbaar tc kunnen worden gesteld. Men zegge wat men wil, men bewere dat het aigen schuld was, 't zij zoo; men zegge dat zulko menschen ,,niet anders willen", 't zij zoo; inaar terwijl haar man', al3 't haar man tenminste was, rondloopt om iets te halen, misschien al drinkende, 't zij zoo; aan den publieken weg sterft, na weken ziek gowieest te zijn, een oudo vrouw. Is dat zooals 't behoort? Ik vernam, dat aan don man verzocht was, liaar naar een ziekenhuis te mogen brengen, wat hij moet bobben geweigerd. Is dat zoo? Dan wordb 'b wel tijd, dat zulk een recht den mail wordt ontzegd. Nauwelijks was do vrouw overleden, of mon wist er weirk van te maken dat het' lijk word vorwijderd. Over do dood© meer zorg dan ovor de levende ? Moordaanslag te Surhuizum. Wegens poging tot moord met diefstal op de vrouw van Auke Hoekstra to Surhuizum zijn, naar de „Leeuw. Ct." meedeelt, twee jongemannen gearresteerd, dia baiden slecht bekend staan. Eon hunner heeft voor twee jaren bij H. gewerkt, en was met diens toestand en levonawijzo op de hoogte; de ander kwam er vroeger mot zijn than3 ovorled;u moeder af-en-toe aan do deur bed-alon. Beiden hebben meermalen gevangenisstraf ondergaan voor mishandeling, diefstal en verduistering. Zij ontkennem hardnekkig, de misdaad te hebben gepleegd. Vrouw H. ia overleden, zonder dat zij do namen der daders heeft kunnen noemen. In Mei 1.1. is op de Kruiskade te Rotterdam een oude vrouw, do 70-jarige ' Magdalena B., aangereden door een automobiel en met haar g'czollin tegen den
grond paslagen. Mot gebroken hals, ribben on beenen en met diverse verwondingen en kneuzingen aan het hoofd en hot bekken, v?as zo in bewustelooaen toestand naar het ziekenhuis vervoerd en eenigen tijd daarna overleden. Boklaagd van het veroorzaken van dood door schuld had zich gister voor de rechtbank to verantwoorden H. D., rijwielhandelaar, eigenaar van de auto. Hij verklaarde, doordat plotseling een melkwagen uit een zij.straat kwam, een zwenking to hebben mcoten maken, waarbij hij de twee vrouwen aanreed. Deskundigen waren van meening, dat er rijkelijk tijd geweest was om de auto tot stilstand te brengen, waardoor het ongeluk voorkomen zou zijn. Het O. M. nam de schuld van beklaagde aan en vorderde 9 maanden gevangenisctraf. Er zijn, o. a. to Wiesbaden, valBcba bankbiljetten van 100 mark in omloop. Kenmerk is, dat op de voorzijde in het woord „Legitimationsprüfung", in plaats van de s, een z staat. U i l do diamantindustrie. Door den bondsraad van den A. N. D. B. is mot bijna algemeene stemmen goedgekeurd dó conceptovereeDkom&t met do Amater. Juweliersvereeniging o. a. betreffende het getal toe to laten leerlingen en de invoering op 1 October 1910 der werkweok van 57 en op 1 October 1911 van 48 uren. Een en ander mot behoud van loon voor de va^itgeldwcrkers en met 5 pCt. tariefverhooging bij elkan termijn. Op beide tijdstippen zal de work!ijd in andere diamantcentra in overeenstemming ir.ot dien van A msSerdam moeten worden gebracht. Intusschen is in de vergadering
aangedrongen met de A. J. V. nog in overleg tö treden ten aanzien der invoering van don 8J urigen werkdag op 1 Mei 1910. Van vinken en vinkenbanen. Te oordeel en naar de troepen vinken, in deaon tijd aan den rand der duinen waargenomen, is 1909 een prachtig vinkenjaar. Maar nu prachtig voor de beestjes ook 1 schrijft de ,,Haarl. Ct." Er mag in Kenneinerland hier en daar nog een stille liefhebber met een bescheiden netje zijn slag slaan, de vinkenhuisjes met enkele of dubbele baan — golijk er met name in de omgeving van Haarlem, op elke flinke buitenplaats vroeger een stond, niet zelden met weelde van binnen — zijn gesloopt of aan het doel onttrokken. Het echte vinkenras sterft dan ook uit. Van de bekende vinkcrsfamilio Handgraaf te Santpoort overleed voor enkele dagen de 85-jarige Gerrit, eens de vinker der buitenplaats Duinlust, nu een villapark geworden. En al voor jaren ctierf Manus Handgraaf, 'die tot zijn dood vinker was op de baan achter Meerenberg. Het vangen van lijsters, waartegen reeds Caspar van Baerle, de beroemde hoogleeraar aan het Amsterdamsche Athenaeum en tijdgenoot van Vondel in een Latijnsch gedicht zijn stem verhief, wordt nauwelijks meer bedreven. Wie weet of niet straks ook do jacht op fazanten ©n patrijzen wordt gestaakt. Volgens de ,,Statistische Korrespondenz" is het getal fideïoommiseen in Pruisen in 1907 met 13 en hun oppervlakte mot ruim 20.000 HA. tceganomen. Aan het einde van 1907 wansn eT 1195 mat 2.229.793 IIA., waarvan 17 millioen gulden aan grondbelasting betaald werd. In 10 jaren is de oppervlakte van de fidsïcommiesen met
175.700 HA. vermeerderd. Zij maakt nu 6 3 /„ pCt. van de geheele oppervlakte van de Pruisische monarchie uit, tegen ruim 6 pCt. in 1897. (Fideïcommissen zijn goederen, die in de familie moeten blijven en dus door den tijdelijken bezitter niet vervreemd mogen worden, maar weer aan zijn erfgenamen moeten worden nagelaten.)
GEMENGD NIEUWS.. "Haagsche courant". 's-Gravenhage, 30-10-1909. Geraadpleegd op Delpher op 07-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000135900:mpeg21:p005
GEMENGD NIEUWS.. "Haagsche courant". 's-Gravenhage, 30-10-1909. Geraadpleegd op Delpher op 07-04-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000135900:mpeg21:p005