Haagsche courant

Men leest in de „Ned. Bakkerscourant": „Als vervolg op ons bericht van de vorige week, dat er nu al gedurende drie maanden geen korrel tarwe 111 Amsterdam voorradig is, zouden we onzen lezers den raad willen geven om zich nu reeds in tijd van vrede er in te gaan oefenen, om brood te bakken van allerhande grondstoffen. Daartoe liggen voor de hand: rogge, maïs, rijst, gerst, haver enz-, maar ook aardappelen, en zelfs zemelen en hout zou men er voor kunnen nemen, want we kunnen in tijd van oorlog er vast op rekenen, dat er geen tijd is om onzen tarwe-voorraad te vergrooten, en gegeten moet er tocii worden. „Op ons ministerie van Oorlog mag men niet rekenen. Wel bakken in tijd van vrede zelfde soldaten; maar in oorlogstijd zal men dit weer aan de bakkers toevertrouwen, want dan vallen de meeste bakkerijen buiten de linie. „Ieder bereide zich dus voor om in oorlogstijd zelfs zonder tarwe brood te kunnen maken." 'tls zeker volkomen waar, wat de „Bakkerscourant" schrijft. Maar toch komt 't ons voor, dat men voorloopig zijn tijd nog wel nuttiger kan besteden met zich in andere dingen te oefenen. Ofschoon het weer bijzonder fraai was, waren de wedrennen op „Clingendaal" gister vrij schraal bezocht en de „bookmakers" hadden moeite om wedlustigen te lokken. Aan de harddraverij voor driejarige hengsten gespannen voor rijtuigen (afstand IfeOü meter) namen deel: „Grevy", vanH. "Van Wickevoort Crommehn; „Maroc", van mr. P. H. A. Tydeman; „Rabenhaupt", van «Hen Noorderstal, en „Wildeman", van F. ^an Niekerken. Den prijs (f750) won „Grevy", in 3 min. 27 sec.; de premie(f250) „Rabenhaupt", in 6Va sec. meer. Voor den „Clingendaal-prijs", uitgelpofd een wedren op de vlakke baan voor paarden van drie jaar en ouder, waren 8 paarden ingeschreven, maar slechts 4 opgekomen, nl. „Messaline* van den stal Arnhemia, „Southbank" van luit. Römer, „Buveuse" van luit. Metelerkamp en „Plaisante" van den stal Plaisante. Prijs: „Buveuse", proipic: .Southbank"; derde aangekomene: .Plaisante. V wi- de nationale harddraverij voor Nederlainhsche paarden, behoorende aan Nederlanders, waren al de 10 ingeschreven paarden opgekomen: „N. N.", van Crommelin ; „Telegraaf ex Hoop", van P. Van Santen; „Jeanne Lorette", van Crommelin; „Hercules", van A. Van Hooft; „Mazeppa", van mej. J. M. Bakels ; „Roza III", van F. J. Dop; „Telefoon", van E. H. Meuring; „Espérance", van jhr. L. P. Quarles van Ufford; „Brammulette", van den Noorderstal; „Koningin II", van De Bakkeren Van Wageningen. De uitslag was: prijs, f500, „N. N."; eerste premie, f150, „Rosa Hl": tweede prijs, f75, „Jeanne Lorette"; vierde aangekomene „Telefoon". Om den „Scheveningen-prijs", voor een horden-wedren voor gentlemen-riders over circa 4300 M., streden: „Peter Pert", van Ter Meulen, „Fire Queen" van majoor Van Kade;;, en „Zady" van sir John. De prijs, f650, werd gewonnen door „Zady", de le premie, f100, door „Peter Pert", de tweede, f50, door „Fire Queen". Het laatste nummer was de „Noordzeeprijs"; dit was een wedstrijd op de vlakke baan van 2000 M., om prijzen van f500, f75 en f'25. Daaraan namen deel: „Le Gange", van sir John; „Princess Ida", van luit. Van Hoogstraten; „Demi-Dieu", van luit. Rutgers van Rozenburg; „Rosier", van luit. Römer; „Plaisante", van de stal „Plaisante", en „Selim", van luit. Metelerkamp. Na een hardnekkigen strijd was de uitslag 1. .Princess Ida", 2. „Demi-Dieu", 3. ,Rosier*. Z a t e r d a g-m iddag 2 uurwo rdt denieuwestoomspuit,genaamd „Residentie*, in de Nassaulaan beproefd. Gisteren (Donderdag) werd een knaap, van Scheveningen kamende, ,aangereden door een vigilante met twee ipaarden. De sukkel verdient maar 1 gulden dn de week, die hij dan nog geeft aan zijne «moeder, die voor drie kinderen heeft te 'jzorgen. Het gisteren gebeurde komt hem op ?3 te staan, terwijl zijn baas (zelf minver.ümogend en ziekelijk) zijn weekgeldje moet inhouden. Zou zijn beroep op den heer, die in de vigilante zat, te vergeefs zijn ? Wij vertrouwen beter. De knaap, M. Voordouw, woont in het Wagenveerhofje 158 (Wagenplein). 't Zou waarlijk wat al te veel f-evergd zijn geweest, van den zomer van 890 te verlangen dat op den warmen dag van gisteren ook een genotvolle avond zou volgen. Reeds vroeg in den namiddag zag men 't onweer naderen en tegen 6 uur brak het los. Nadat de voorhoede der donderwolken zich had laten hooren, kwam een kwartier later een majestueuse roetzwarte massa met merkwaardig snelle vaart uit het Zuidwesten opzetten; nauwelijks een minuut verliep er tusschen het verschijnen van de 'iÉ-ui aan den horizon en haar losbarsten boven de stad, gepaard met nachtelijke duisternis, geweldigen regen en lievigen wind, terwijl onophoudelijk ratelende donderslagen weerklonken en de hemel in vuur scheen te staan. Op hoogstens 500 meter boven de stad trok de bui over ons heen. Ruim 7 uur was het evenwicht in de natuur

hersteld, ofschoon het onweer later in den avond nogmaals terugkwam, doch toen in lichten graad. De wind, die van Oost naar Zuidwest omsloeg, bleef in den regenhoek. 't Weer was heden weer geheel van streek. Een groot deel van ons land kreeg zjjn aandeel in de bui. Te Goes is de bliksem geslagen in een huis aan den Oostsingel; hij kwam den schoorsteen in en ging de deur weer uit; de aangerichte schade is gering. Te Arkel sloeg de bliksem in den schoorsteen van het rijks-stoomgemaal aan den Arkelschen Dam en deed dien over eene groote lengte barsten. De schoorsteen was niet van een bliksemafleider voorzien! Onder Vrijenban werd een 21-jarige boerenknecht, die zich met een paard in een weiland bevond, met het paard door den bliksem gedood; onder Poeldijk ontstond brand in een boerenwoning, en bij den Leidschendam rukte een hevige wervelwind drie boomen uit den grond. Te Boxtel sloeg de bliksem op drie plaatsen in: in de telegraafdraden aan het station, gelukkig zonder onheil te stichten, — in eene boerderij, waar veel schade aangericht werd, doch geen brand, — en in een huis, dat geheel uitbrandde en, evenals de inboedel, laag verzekerd was. Na aldus boven ons land te hebben gefulmineerd, werden de donderwolken door den orkaan voortgezweept naar Engeland, waar het eveneens een schrikbarend weder was. Te Londen kreeg men een ontzettenden regenval. De zware sneeuwbuien, die in de laatste dagen de midden-Alpen overvielen, van het Zwitsersche kanton Grauwbunderland tot Beneden Oostenrijk, zijn ook daardoor groote warmte gevolgd. De sneeuw is daardoor zoo snel gesmolten, dat groote massas water den Donau en zijne zijrivieren sterk hebben doen zwellen en de rivier op verscheidene plaatsen buiten hare oevers deden treden. Van Presburg is het lage gedeelte der stad door water omringd, terwijl de vruchtbare riviereilanden tusschen Presburg en Komorn bijna geheel overstroomd zijn. Van Stockerau, een uur boven Weenen, tot dicht bij die stad staat het land aan beide zijden der rivier onder. Verscheidene bruggen zijn weggeslagen en de werken tot bevaarbaarmaking van den Donau nabij Presburg zijn vernield. Door het aanhoudend regenachtige weder beginnen de oogsten bedreigd te worden, vooral in Ierland, waar de aardappelen op groote schaal verrotten en de oogst van deze veldvrucht vermoedelijk geheel mislukken zal. In dat geval zou hongersnood in eenige districten onvermijdelijk zijn. In Hindostan is het spoorwegverkeer belemmerd door groote overstroomingen. De jongste berichten over den cycloon in Amerika verhalen van een wedren tusschen den storm en een trein op een spoorweg. Toen de trein het station Vaudais verliet, zagen de beambten den cycloon in den vorm van een reusachtige kegelvormige wolk naderen en zeiden den machinist, met volle kracht te rijden. De trein reed weldra met een snelheid van 1 Engelsche mijl per minuut, en daaraan was het te danken, dat hij aan den cycloon ontkwam, die het station, dat men zooeven verlaten had, geheel vernielde. De afstand tot St.-Paul, 10 kilometers, werd in 4 minuten afgelegd. Volgens de laatste choleraberichten waren in de provincie Valencia 15 gevallen, met 12 sterfgevallen, in de 24 uren. Ook in Turksche havens en te Boergas (Boelgarije) zijn thans quarantaine-maatregelen genomen tegen Spaansche schepen D e f50,000 uit de Amsterdamsche Premieleening is bij de trekking op 15 dezer gewonnen door een dienstmeisje daar ter stede. Jeanne Lorette woont te Brussel en schijnt het niet kwaad te hebben; althans zjj had eenige papiertjes. Dat wist een „vriend", die in haar vertrouwen was. Hij stal drie obligatiën der stad Brussel en 700 francs van haar, waarmee hjj naar Monaco ging. Jeanne diende een aanklacht in. Maar kort daarop stuurde de berouwhebbende zondaar 225 francs op afkorting van de geforceerde leening. Zij wilde nu de klacht intrekken en aan de justitie weer een fabeltje opdisschen. Maar de Belgische heeren waren niet te verteederen en de vervolging werd voortgezet- Jeanne verscheen niet als getuige, zoodat zij nog een boete opliep ook. Woensdag is eindelijk de zaak behandeld. De vriend kreeg twee maanden en 50 francs boete. Als hij weer los is, kunnen ze samen vergelijkingen maken over het Nederlandsche en Belgische gevangeniswezen, in verband met de seksen. Te Breda zijn twee dienstmeisjes in een danshuis in hechtenis genomen, ter zake van diefstal; zij hadden portemonnaies met geld aan bezoekers ontvreemd. Omtrent de verwonding van den luitenant t. z. 2e kl. Van der Hegge Spies, bij de gevechten in Edi, verneemt „het Vad." het volgende : Bij de bestorming van een vijandelijke versterking op den linkeroever der Edi-rivier op den llnJunijl. door de marine, stormde Van der Hegge Spies vooruit. Door een vrij onverwachten klewang-aanval handgemeen geraakt met een Atjeher, verwondde deze hem aan de linkerzijde van het hoofd boven het oor — een wond van ruim 5 cM. lengte —; in minder dan geen tijd sabelde Van der Hegge Spies den Atjeher neer, en in weerwil van het bloedverlies was lig toch nog onder de eersten in de versterking, en eerst daarna begaf hij zich te voet naar de ambulance. Den 13n Juni vertrok hij per gouvernementsstoomer „Albatros" naar Kota-Radja, om daar in het hospitaal verpleegd te worden.

In eene parfumeriefa'briek te Neuilly werd dezer dagen op klassieke wijze eene dief ontdekt, In het venster, waar hij door was gegaan, was nl. een nagel blijven steken; „ex ungue leonem (aan den nagel herkent men den leeuw) dacht men; en toen werd opgemerkt, dat een bediende der inrichting zijn vinger had bezeerd en daaraan een nagel miste, was de dief gesnapt. Deze nam nu de vlucht; de politie ging hem achterna in de woning zijner moeder; de jonge man opende het venster en sprong van de 6e verdieping op straat; hij was onmiddellijk dood. Een werkman op de capsulenfabriek te Loosdrecht heeft een mede-arbeider met een stuk ijzer zoo hevig op het hoofd geslagen, dat een schedelbreuk is ontstaan, die 's mans leven in gevaar brengt. Dinsdag waren aan het strand, ongeveer een half uur van Huisduinen, twee knapen gaan baden. Hetzij door kramp bevangen of doordien zij in eene geul geraakten, zonken zij eenklaps in de diepte weg. De vader van een der jongens, op het ongeval opmerkzaam gemaakt, begaf zich zoo spoedig doenlijk te water en had het geluk een der twee te redden; maar voor zijn 12jarigen zoon was geen redding meer mogelijk: deze was reeds in de diepte verdwenen.

— De „Hainb. Nachr." hebben maar werk met den volke te verkondigen, wat de kluizenaar van Friedrichruhe, die zich niet best in 't renteniersbaantje kan schikken, graag kwijt wil wezen. Al die verklaringen en démentis hebben bitter weinig om 't lijf, althans wat de actueele waarde betreft. De historieschrijver, die later een groot boek over den IJzeren Kanselier wil maken, kan er de uitknipsels van bewaren. Nu wordt ook het relaas van het „Frankf. Journal" tegengesproken. — Uit Munchen wordt gemeld, dat een aantal Beiersche vereenigingen hebben geprotesteerd tegen het plan om een standbeeld van Bismarck op te richten aan den oever van het Starnberger meer, „het punt dat voor eiken Beier een nationaal heiligdom is geworden door den betreurenswaardigen dood van Lodewjjk II". De oprichting van eenig ander monument aldaar zou de vaderlandslievende gevoelens krenken, meenen zij. ÏSET OOSTEIT. De Boelgaarsche zaakgelastigde te Constantinopel heeft Zaterdag aan de Porte eene dépêche van Stamboeloff overhandigd, waarin wordt aangedrongen op een bevestigend antwoord op de bekende nota van 16 Juni. De Turksche ministerraad heeft in twee lange vergaderingen over de zaak beraadslaagd; maar men weet nog niets van den uitslag. De Grieksche patriarch, de Grieksche en de Servische gezant werken met alle macht de eischen van Boelgarije ten opzichte der Boelgaarsche christenen tegen, Naar de Berlijnsche „Post" verneemt, heeft graaf Hartenau (prins Alexander van Battenberg) zijne meening gezegd over de terechtstelling van majoor Panitza. Volgens zijn oordeel is de executie een fout dor Boelgaarsche Regeering geweest, omdat de beraamde samenzwering feitelijk niet tot uitvoering is gekomen en de Boelgaren alleen feiten begrijpen. Indien de Regeering op dit standpunt blijft, dan zullen, volgens prins Alexander, nog vele Panitza's terechtgesteld moeten worden. ZWKTSËBL11Ï». Mgr. Mermillod, bisschop van Freiburg, die tot kardinaal is benoemd, werd zeer feestelijk ontvangen bij zijne terugkomst in Zwitserland. Te Bern werd Z. Em. begroet door den Bondsraad; te Freiburg had ook een plechtige receptie plaats, waar de meeste kantons en alle Zwitsersche bisschoppen vertegenwoordigd waren. De president van het kanton hield een welkomstrede, er werden saluutschoten gelost en de stad was versierd. De kardinaal zeide, dat de Pans door zijne benoeming Zwitserland een onderscheiding had willen bewijzen. SPAMJE. Te Manresa, bij Barcelona, duurt de opwinding voort; 400 werkstakers kwamen Woensdag aan een fabriek, om de nog werkende arbeiders te bewegen, zich bij hen aan te sluiten. De fabriek werd gesloten; men trachtte toen naar binnen te komen, en er werden zelfs schoten gelost. De soldaten maakten een einde aan de schermutseling. Alle fabrieken dier stad staan nagenoeg geheel stil. — Twee republikeinsche bladen, beiden organen van Salmeron, worden vervolgd wegens beleediging van de Koningin-Regentes. ZUID-AMERIKA. Het is in Chili nog zeer onrustig. De Regeering moest troepen naar Iquique zenden waar de werkstakers woelig waren. Daardoor werd Autofagasta zonder soldaten gelaten, waarvan de werklieden aldaar onmiddellijk gebruik maakten om een voorschot van drie maanden loon te krijgen. <— Bij het gezantschap van Guatemala te Parijs is eene depêche ontvangen, waarin wordt gemeld, datdaar te lande volmaakte rust heerscht en alle geruchten] omtrent een oorlog met San-Salvador worden tegengesproken. Men vertelde anders reeds, dat generaal Boulanger een uitnoodiging ontvangen had, om in geval van oorlog de troepen van Guatemala aan te voeren.

PARIJS, 17 Juli. De Kamer heeft art. 5 van het voorstel betreffende de directe belastingen aangenomen. ' PRETORIA, 17 Juli. De Britsche onderdanen,

beschuldigd van beleediging der Transvaalsche vlag, tijdens het bezoek van president Krüger te Johannesburg, zijn door de boeren-jury alhier vrijgesproken. BELGRADO, 17 Juli. Gisteren is een belangrijk transport varkens over de Oostenrijksche grens vervoerd, zonder dat er moeilijkheden rezen. Eene bijlegging van het geschil op handelsgebied tusschen Oostenrijk en Servië is ophanden. LONDEN, 17 Juli. In het Lagerhuis heeft De Worms verklaard, dat de Opperste raad van bestuur der Kaap-kolonie bij de Regeering van den Oranje-Vrijstaat zijne bedenkingen heeft ingebracht tegen de wet, welke aan alle inwoners van het Aziatische ras verbiedt eigendommen te verwerven, en hun zelfs het vaste verblijf i'i het land ontzegt. BUENOS AYRES, 17 [Juli. De President heeft eene boodschap aan de Kamer gezonden, waarbij hij machtiging vraagt om 6 millioen doilars kleine biljetten uit te geven. De beurs blijft onrustig. LONDEN, 18 Juli. Bij de verkiezing voor het parlement in Mid-Durham is in de plaats van een overleden gladstoniaan de gladstoniaan Wilson gekozen,'met 5469 stemmen: de conservatieve candidaat, Vane Temple, had 3375 stemmen. :■*­

MISCEL MISS. ' a 25 ets. per regel. Koopt Uitsluitend uwe BOTTINES in de C0R00NNERIE ANGLAISE, 32, SPUISTRAAT 38. 8084 Bekroond, Gouden medaille, Parijs 1889.

— Ook de tenor Van Kerckhoven, van de Hollandsche Opera gaat naar eiders: hij is geëngageerd aan de opera te Perpignan. — Jack Grein zal te Londen een„théatre libre" oprichten. — Te Maeseijck moet op den zolder eener afgezonderde woning eene op hout geschilderde schilderij gevonden zijn van Van E ij c k, een „Ecce Homo". De lichtglans, die het hoofd omstraalt, is een waar kunstgewrocht, zegt men De Zaligmaker ziet voor zich in bedrukte houding, die medelijden afdwingt; naast den Zaligmaker staan twee mannen, gerechtsdienaars, waarvan een den purperen mantel vasthoudt.

— Mr. J. Limburg werd heden beëedigd als advocaat en procureur bij den Hoogen Raad. — Voor den koopman P. L., reeds meermalen door de rechtbank alhier veroordeeld ter zake van diefstal, vorderde het O. M. heden 14 dagen gevangenisstraf, wegens het zonder eenige aanleiding mishandelen van een orgeldraaier en diens vrouw; voor de werkster J. C. v. B., eveneens recidiviste, terzake van diefstal van lombardbriefjes ten nadeele van een man, bij wien zij in huis was, 5 maanden gevangenisstraf; voorden koetsier C. J. D., die moedwillig aan een knaap een gevoeligen zweepslag toebracht, eene boete van f 15; voor een 15-jarig vleeschhouwersknechtje, dat uit den tuin eener villa aan den Scheveningschen weg een tak rozen plukte, f 10 boete; en voor twee knapen, van 14 tot 15 jaar, die steenen poogden te stelen van in aanbouw zijnde huizen in de Rembrandtstraat, 6 dagen gevangenis. Kantongerecht. Zitting van 17 Juli. Veroordeeld: C. A. K., J. A. v. d. K., J. M., P. G. M. B., J. C. M., M. C., ieder tot f0.50 of 1 d., allen wegens openbare dronkenschap. J. O., livr. van G. O. B. f tot f 3 of 2 d., wegens jachtovortreding. K. H. J., IC. K. IT., J. A., ieder tot f 15 of 8 d., wegens het zonder daartoe gerechtigd te zijn, loopen over eens anders grond. M. B., W. F. E., tot f5 of 2 d., J, v. L. tot f3 of 2 d., W. H.. J. L. K., wed. O. N., tot f3 ot 1 d., J. E., J. C. C. tot f 1 of 1 d.,C.H.M„ J. C. F,, W. M., T. T., G J. K. ieder tot f 0.50 of d., P. C. A., tot f0.50 of 1 d., allen wegens het plegen van straatschenderij en de laatste bovendien tot f5 of 3 d., wegens het opgeven van een valschen naam. J. L. 8., M. v. d. H., de eerste tot f10 of 2 d. en de tweede tot f 10 of 1 d., wegens het als stat. koetsier gebruik maken van een niet goedgekeurd rijtuig. J. S., J. M. ieder tot f4 of 1 d., wegens het zich als reiziger in een spoortrein bevinden zonder behoorlijk plaatsbewijs. P. K. tot f 1 of 1 d., wegens het houden van varkens zonder vergunning. J. De Z. tot f0.50 of 1 d., wegens hot laten loopen van vee op een weiland zonder daartoe gerechtigd te zijn. A. O. tot f3 of 1 d., wegens het onbeheerd laten loopen van een paard. M. \V. A. tot f 0.20 of 1 d., wegens het te laat vervoeren van een lijk. G. J. H. tot f 1 of 1 d., wegens het berijden van een openbaar wandelpad. J. S., hvr. van T. H. B., wegens het te laat tappen. G. H. E. tot f 10 of 3 d., wegens het verkoopen van sterken drank zonder de vereisehte vergunning. A. v. L. tot f 1 of 1 d., wegens het laten staan van een handwagen. A. v. D. tot fl of 1 d., wegens het berijden van een wandelpad. D. v. D., J. v. d. G., hvr. van J. B., totf 0,50 of 1 d., wegens het verontreinigen der gracht. A. G., P. A. v. L. tot f 3 of 1 d., wegens het als brandspuitgast niet opkomen bij een brand. A. De B. tot f 3 of 1 d., wegens het uitkloppen van een tapijt op verboden plaats. Vrijgesproken: J. v. d. K., van de aanklacht van sterken drank in het klein ten verkoop in voorraad hebben. S. M., van de aanklacht van met een rijtuig tot vervoer van personen op straat gereden te hebben, met het doel om het te verhuren. J. M. G., van de aanklacht van als stat. koetsier geen bulletin uitgereikt hebben.

Volkomen in overeenstemming met d e in „het Vaderland" van 15 Juli gemaakt 6

opmerkingen ( 4 ) aangaande het artikel „Snep recht", opgenomen in de „Haagsche Courant", veroorloof ik mij, voor de volgende beschouwingen uw gewaardeerde gastvrijheid in te roepen. Reeds meer dan vgf jaren zijn er verloopen sedert de bekende katastroplie van het bankiershuis Felix Polak & Oo. plaats had, en nog altijd wachten de crediteuren op het bericht, of er nog iets van hun geld terecht komt. Een ieder zal moeten toestemmen, dat, waar de wetb.v. in art. 816 W. v. K. de uitdrukking bezigt: „binnen eenen bekwamen termijn", in het hier aangehaalde geval zeer gevoegelijk zou kunnen gesproken worden van „ eenen zeer onbekwamen termijn". Maar daarmede zijn de belanghebbenden, nl. de schuldeischers, nog geen schrede verder. En wil het mij voorkomen, dat de belangenvan schuldeischers, daar wa ar een dusdanig „onbekwame" termijn hen wederom tot slachtoffers maakt, iu niet geringe mate worden veronachtzaamd, dan bevat deze verklaring tevens een afkeurend oordeel over een wet, welke dergelijke betreurenswaardige toestanden duldt. Het is mg onbekend, of bij de aanstelling van een of meer curators, naar aanleiding van art. ;787, 2o., W. v. K., het juiste beginsel om die „ hg voorkeur uit de schuldeischers te kiezen" al dan niet werd in toepassing gebracht. Zoo dit niet het geval mocht^zyn, dan schroom ik niet, de verantwoordelijkheid van den rechter-commissaris in het faillissement nog veel grooter te noemen dan zg reeds zou zgn, bijaldien de curators „bij voorkeur uit de schuldeischers" waren gekozen. Het is onbetwistbaar dat, bij dezen stand van zaken, art. 788 al I. W. v. K, waarbij aan de rechtbank ten allen tijde de bevoegdheid wordt toegekend „om de curators of eenen of ander derzelve te ontslaan en door anderen te doen vervangen, hetzij op voordracht van den rechter-commissaris, hetzjj op een met redenen bekleed verzoek van eenen of meer schuldeischers" — onder die menigvuldige bepalingen kan worden gerangschikt, welke veilig hadden kunnen achterwege blijven. Want werkelijk, zg dienen tot niets anders dan om tot de lijvigheid onzer wetboeken het hare bij te dragen. Wat in deze zaak ook al de aandacht tot zich trekt, is dat curatoren zeiven er ook niet aan schijnen te denken, hun ontslag aan de rechtbank te verzoeken. Een handelwijze te eer aanbevelenswaardig, naarmate er, naar liet gevoelen van de vgf Amsterdamsche Advocaten (zie Wetboek van Koophandel met Aanteekeningen van mr. C. D. Asser c. s. p. 294 2e kol. in fine) geen reden bestaat, die zich daartegen verzet. Wel luidt art. 792 W. v. K.: „De curator» moeten, dadelijk na hunne benoeming, in handen van den rechter-commissaris den eed afleggen van] den hun opgedragen last getrouwelijk te zullen waarnemen" maar ook deze wetsbepaling sclignt van zeer rekbare beteekenis te zijn. „Elke maand, of zoo dikwijls de rechtercommissaris zulks vordert, moeten de cura* tors aan dezen eenen staat der kas aanbieden," aldus leert ons art. 811 al I. W. v. KT. Maar wat geschiedt er als deze bepaling niet wordt nageleefd ? vraagt de belanghebbende .... schuldeischer. Het ligt in den aard van het onderwerp, dat zich daaraan beschouwingen kunnen vastknoopen, die gemakkelijk verloopenin een juridisch debat, minder in uw blad te huis behoorende. Ik wensch dit terrein dus te verlaten. Evenwel zou ik een woord van adhaesie, ten aanzien van den weg, welken de heer A. Van Assen — de gemachtigde van nu wijlen generaal Van S wieten — meent te moeten inslaan, ongaarne in de pen terughouden. Ongetwijfeld heeft hem de ervaring geleerd, dat het 'kloppen aan eens dooven mans deur tot de min aangename bezigheden behoort en trouwens ook tot geen resultaat voert. Het middel, waardoor hij thans tot de beëindiging van het nog altijd „hangende" faillissement wenscht te geraken, werd in Nederland, naar ik meen, in een zaak als deze nog niet in praktijk gebracht. Een adres van beklag aan de rechtbank! Waarlijk, dit teekent den toestand. Want aan dè belangen van rechter-commissaris en curatoren heeft de wet de meeste aandacht gewijd ( 2 )i minder evenwel aan die der eigenlijke belanghebbenden, nl. de schuldeischers. Mochten de verschillende schuldeischers tot het indienen van zulk een adres van beklag werkelijk overgaan, dan breken zjj daardoor den staf over een toestand, die, hoewel door de wet geduld, in conflict komt met het rechtsbewustzijn des volks. En nu moge men het aan de eene zgde betreuren, dat het volksgeweten zich hier moet doen gelden om tot rechtsherstel te geraken, — aan den anderen kant mag niet worden ontkend, dat het te rechter tijd handelend optreden, binnen de perken der wet, niet zelden krachtige en zeer onwelkome uitingen van ontevredenheid heeft voorkomen. In zooverre blijve het steeds onze taak, mede te werken tot het verwezenlijken van het schoone woord: „Fiat iustitia, ne pereat mundus". " Mr. J. W. Spik. Den Haag, 15 Juli 1890. O Opmerkingen, welke de „Haagscho Ct." van 14 Juli ook al maakte. R e d. (*) Alsook aan die van den vaak geen beklag verdienenden fail liet. R e d. Geachte redactie: Door afwezigheid zag ik eerst heden de advertentie aan mijn adres in uw blad van jl. Dinsdag. Ze is de weerslag op mijne herbaalde bekendmaking, dat ik met den redacteur en administrateur der „Psychologische bladen", den heer Bruck, om a fdoende redenen niets meer te maken wil hebben.! Ik lichtte u daarover nader in. Mijnenthalve kome het dwaze dreigement van dezelfde zijde tot uitvoer in;.'. Uw. dw. 17 Juli. A. J. Riko.