' Tot mijn groote voldoening kan ik dan eindelijk den lezers van „De Grondwet" de teekening aanbieden van den bouw eener nieuwe kerk, waarvan zij reeds meftdere malen hoofden» Ik zeg eindelijk, want het was nog niet zoo eenvoudig, die teekeningen machtig te worden. Met de waarschuwing van de Redactie van dit blad voor oogen :„zeer beknopt ziin 1" zal ik trachten zoo goed mogelijk eene beschrijving er vatf te leveren. Want voor een leek in het vak valt het heusch niet mee, in weinig woord ai veel te zeggen. Doch ter zake! Mij dunkt zoo, dat het bijschrift: „De nieuwe kerk te St. Wdllebrord", feitelijk geheel overbodig is. Immers tusschen de twee vooraanzicbten zien we afgedrukt een foto van het vooraanzicht op de kerken van Lourdes en bij eenige vergelijking met de teekening der nieuwe kerk zien we dadelijk, dat er niet zonder succes getracht is gelijkenis te krijgen en we weten dan ook meteen, dat we de nieuwe kerk van St. illebrord voor ons hebben. Wie toch heeft nog niet gehoord van het plan van onzen Pastoor! Waar het hem mogelijk was, moest hij er over praten. Hij was er „vol" van, zooals de menschen zeggen. Was hij met de tooneelcluh V.O.N.K- op stap, dan werd bij de opening van iedere voorstelling zijn plan besproken. En wie heeft niet gelezen de ter aanbeveling zijner verloting zoo talrijk verspreide circulaire, waarin hij zijn plan in 't kort uiteenzette, n.1. te bouwen een groote kerk met 1200 zitplaatsen, omdat de parochie, die nu reeds meer dan 3000 zielen telt, zoo aanmerkelijk toeneemt, want meer dan 150 kinderen worden er jaarlijks geboren- Een kerk, die inwendig gelijkenis heeft met de Rozenkranskerk van Lourdes en deze ten opzichte van de Grot zóó te plaatsen en uitwendig alles zóó te bouwen en in te richten, dat het geheel doet denken aan Lourdes.
Als ik het nu waag in een bijschrift een beschrijving te leveren, dan moet ik nogmaals zeggen, dat ik geen deskundige ben, doch dat ik menig avondje, wanneer de ontwerper met het plan bezig was, mijn belangstelling ging toonen. Van het begin af — vanaf de eerste lijn, die er is gezet, zou ik haast durven zeggen — heb ik. het werk met groote belangstelling gevolgd. En niet zelden wemd mij de vereerende opdracht gegeven verkeerd getrokken lijntjes onzichtbaar te maken. Zoodat ook ik dus een werkzaam aandeel heb gehad in het tot stand' komen der teekening, dus in het tot stand komen der nieuwe kerk. Niemand beter dan ik is er ook van overtuigd wat 'n buitengewone inspanning, wat 'n taai geduld het heeft gekost voor den ontwerpier om alles op zijn plaats en in de verlangde verhouding te krijgen. Intusschen hoorde ik uitleg geven, van het plan en van de verschillende onderdeelen. En van die wetenschap daarbij °Pgedaan, wil ik thans zdo goed mogelijk gebruik maken om de lezers van dienst te zijn. • i DE PLATTEGROND. Allereerst wilde ik dan gaan vertellen waarom de plattegrond van de Rozenkranskerk .en de indeeling derzelve gekozen werd. Hiervoor werden verschillende redenen aangegeven. Op de eerste plaats de piëteit voor Mgr. van Rooij z.g., den vorigen pastoor der parochie, die in 1885 de Grot stichtte. Zooals bekend;, Was Mgr. van Rooij Voorzitter der vereeniging tot samenstelling van Nederlandsche Bedevaarten. En zijn kapelaan, kapelaan Bastiaansen, die 14 jaar bij hem te geweest, vergezelde htm telken jare op zijn
reis naar Maria's Heiligdom. Zoo was pastoor Bastiaansen nog niet vergeten, wat hem als kapelaan was duidelijk geworden, n.1. dat de vurige vereerder van O. L. Vr. van Lourdes — Mgr- van Rooij — die den kansel niet kon beklimmen zonder zijn geloovigen tot vereering van
en liefde tot Maia aan te sporen,, het steeds betreurde, dat hij de Grot in de onmiddellijke nabijheid van den openbaren straatweg had gebouwd. Dit is oorzaak, dat destijds allengs de bezoeken aan de Grot verminderden. Hij wist ook, dat zijn Eerbiedwaardige Voorganger de Rozenkranskerk steeds geraamd had als een voor den dienst zeer geschikte kerk en hij zelf was het met
hem hiermede volkomen eens. Vooral, omdat deze kerk met de aangebrachte wijzigingen, voldoet aan de voornaamste eischen, welke in den laatsten dijd door velen aan de kerken gesteld worden, nl.: centraal bouw, niet te hoog, zooveel mogelijk van alle plaatsen een rustig zicht op het Hoogaltaar en wellicht nog meer van soortgelijke vereischten. Echter wilde hij niet overnemen de eigenschappen die te Lourdes onvermijdelijk waren en, hier gebreken zouden moeten genoemd worden. Dit zal vm ?elf duidelijk zijn, aj»
men bedenkt, dat we hier niet bouwen tegen een berg zooals in Lourdes en dat we over deze kerk heen geen andere behoeven te bereiken, zooals daar wel het geval is. Vandaar ook dat we hier aantreffen een gewoon dak en gewone ramen in de wanden der kerk, ofschoon deze ramen hooger geplaatst zijn, dan, men bij kerken gewoon is te doen; want de 15 Rozenkranskapellen, de vqoinnaamste bijzonderheid der kerk, moes,ten behouden blijven. Deze en de zijgangen daarlangs lende raampjes de verlichting daarin moeven plat liggende ruiten, terwijl hier kleine, zooveel mogelijk buiten het oog vallende raampesi de verlicht daarin moeten aanbrengen en het licht van het priesterkoor en de transepten van boven de kapellen betrokken wordt. De voornaamste afwijking vindt men op de vier hoeken tusschen transepten en priesterkoor en tusschen traseptan en het schip, waar
massale kolommen, die het zicht op het Hoogaltaar belemmeren, zijn vrijgelaten en waar vóór en tusschen elke groep van 5 Rozenkranskapellen een achtkantige kapel is ingepast, welke naar boven tot torentjes is opgetrokken. Deze vier torentjes nu waren volgens den ontwerper onmisbaar om iets van het vooraanzicht van Lourdes te krijgen. In Lourdes ziet men er, terzijde van de Rozenkranskerk
twee, aan weerszijden en vóór den toren der Basiliek. Hier is de toren der Basiliek midden boven de Rozenkranskerk gebouwd, de twee kleine daar vóór, in de beide hoeken tusschen het schip en de transepten. Plaatst men zich nu op het plein voor de kerk, dan zal, omdat het schip eenige meters vooruit springt, de punt van den gevel zich hoogerop tegen den hoofdtoren afteekenen en deze meer den schijn hebben daarachter op een hoogte te staan, zoodat de gelijkenis meer tot hajBr recht 35a! komen,
Werd hier een berk, zooals te Lourdes, tegen een berg gebouwd, dan waren de torentjes tusschen de transepten en het priesterkoor niet noodlg geweest. Thans zijn ze onmisbaar, omdat die hooge toren boven den nok der kerk aan de Oostzijde (want de kerk wordt georiënteerd) niet zoo ongeflankeerd kan geplaatst worden. Nu hebben deze vier torentjes, Idlie met hunne vele en hooge ramen boven den nok der kerk uitsteken, een bijzondere bestemming gekregen. 't Zijn n.L lichttorens, die, wanneer bij avondoefeningen daarin een helder licht ontstoken is, de geloovigen uitnoodigen die oefeningen te komen bijwonen. Evengoed ala de klokken hen ter plechtigheid oproepen, 't Zijn brandende fakkels, achter en vóór, of rondom het Allerheiligste, 't Zijn heldere bakens, waarheen de geloovigen veilig hunne schreden kunnen richten om den verborgen
God te zoeken of Maria te komen vereeren. BIJZONDERHEDEN. Enkele bijzonderheden, die ik verder nog uit den mond van den pastoor vernam wil ik hier nog aan toevoegen. Hij heeft zich voorgesteld, alles zoo goedkoop mogelijk te bouwen en daarom geen natuursteen en ook geen profiel 1 -
steen aan de kerk te laten gebruiken. Alle bogen en schragen van gewelven wilde hij van den grond uit optrekken; geen lijnen onderbreken door uitsprongen of kaplteeien, welke hij stofvangers noemde. Spitsbogen heeft hij niet aangewend, doch wel den gothischen boog, maar dan met de bovenste gedeelten, een weinig ombogen en rond in elkander loopend. Deze bogen wilde hij hoofdzakelijk overal doorvoeren. Zöö meende hij eene matige versiering het best tot haar recht te kunnen brengen en aan het geheel een stemmige rust of rustige stemming te kunnen geven. Ik zal mij nu wel wachten — als leek ln het vak — een oordeel over dit alles uit te spreken. Ik laat het liever aan de
deskundige lezers over. En evenmin over de hierbij gegeven teekeningen van den heer Jac. van Groenendael, aan welken bekwamen architect de teekeningen van den Pastoor ter verdere behandeling zijn overgegeven. Alléén wil ik nog medede ekn, van den Pastoor te hebben vernomen, dat hij zelf den hoofdtoren wilde laten steunen pp horizontaal liggende zwaar gewapende betonnen balken, welke, door de schragen van de gewelven in de hoeken van het middelste gedeelte der kerk te metselen, ondersteund zouden worden; terwijl de heer van Groenendael 1 de toren laat rusten op pijlers van gewapend beton, die van de vier hoofdpilaren uit, tot aan den toren in schuine richting naar boven loopen. Dan wordt er een gewoon gewelf gemetseld, met midden in een "lichtkoker, waardoor het licht der 24 raampjes boven het dak der kerk kan binnen treden. De Pastoor voegde er nog bij dat dit wei een betere oplossing was van Jiet moeilijke probleem. Over het Hoofdaltaar met rijn 7 kolommen voor de zeven engelen rond den troon van God, over de altaren in de acht-hoekige kapellen en de beschildering der Rozenkranskapellen, over de verdere in- en uitwendige versiering der kerk, alsmede over de plaatsing der nieuwe Grot en andere bijzonderheden, zal ik nu maar niets varmeiden en hoop ik daarop terug te komen, wanneer het geheele situatieplan, dat thans in bewerking is, gereed zal zijn. Bovendien, veel van hetgeen in het plan is opgenomen, zal moeten wachten op een milde beschikking der vereerders van O. L. Vrouw van Lourdes. Wij hopen echter het voornaamste tot stand te kunnen brengen. En dit danken wij — zoo niet uitsluitend' — dan toch voor het grootste gedeelte, aan het streng-zuinig beheer van onzen Z.Eerw. heer Pastoor, aan zijn doorzicht, hetwelk hem vele jaren terug reeds, in goedkooper tijd, deed besluiten vele hectaren grond aan te koopen; aan zijn energie en volhardenden ijver in de bouwkunst, waardoor de kerk tegen zeer matigen prijs in het bezit kwam van tal van gebouwen, die op het moment een zeer ruime rente voor de kerk afwerpen, zoodanig zelfs, dat we momenteel een aanzienlijk bedrag kunnen leenen voor den bouw eener nieuwe kerk, waarvan rente en aflossingen gedekt zijn door de Inkomsten ,£n bezittingen der kerk. Moge onder God's besten zegen en onder de hoede van O. L, Vrouw van Lourdes spoedig de kroon worden gezet op het werk van den ijverlgen priester,
die zijn geheele leven geeft voor het welzijn van zijn parochie. Dit is ook het vurig verlangen van al zijne parochianen, die zieh gaarne bereid verklaard hebben, zooveel in hun vermogen is, jaarlijks ruimschoots offers daartoe bij te dragen. Dit is ook ongetwijfeld de wensch van de vele en vurige vereerders van O. L. Vrouw van Lourdes, die zich evenmin onbetuigd zullen Jaten, evenals zij — het zjj hier met gevoelens van dankbaarheid vermeld — aan de ten bate der kerk gehouden Verloting, een verrassend succes hebben bezorgd. D. P. WIJNINGS. St. Willebrord, fi Febr. '25.
Reckts: Plattegrond volgens het ontwerp v. Groenendaal. Onder: Plattegrond volgens het ontwerp var, (len Pastoor.
Boven: De O. L Vrouwekerk te Lourdes. Links: Ontwerp Pastoor Bastiaansen. Rechts: Ontwerp Architect Jac. v. Groenendael. Onder: Zij-aanzicht van het ontwerp Oroenendael.
Jw\ TPI fi pQWM U.i a ^j fou fceaatiu» «.