Wij spraken in het vorig artikel over het gevaar van daadwerkelijk verzet als de vrucht van een eeuwenlange verdrukking en achteruitátelling der Indisch-Nederlandse volksgroep Alvorens de uiterst interessante uitingsvormen van dat gevaar te beschouwen, zullen wij u eerst op de hoogte brengen van een vermeldenswaardig historisch feit, dat ge nergens in de annalen van onze nationale historie_ zult aantreffen. Het is bekend dat Indië in het begin der negentiende eeuw, kort voor en na de val van Napoleon, een Engels tussenbestuur heeft gekend, onder de bekwame Stamford Raffles. Wie nu meent dat de toestand der Indische :gederlanders (gezien de Engelse denkwijze van: „The devil make the half-cast") verslechterde, vergist zich.
Blanke vaders solidair mei gemengdbloedige kinderen
Indische Nederlanders. De Engelsen zochten zich in[■®gendeel juist spontaan en volkomen met de ,Dutch Indians" le vermaagschappen : het bentiui werkte zulks juist inde uatid En toen pas onder de “Hgelsen, hoe bestaat het ! «Md ook voor de Indische Nederlander het aan ieder volk rechtens toekomende „vrijheid, lelijkheid en broederschap". de Engelsman als politicus ?eht, zal het wel duidelijk zijn: het was een poging om de Oosterse Nederlander op te zetten 'Ogen de Hollander, toenmaals meest geduchte erfvijand van de Brit. Wteindelijk bleek die politiek 'och enig succes te hebben gehad, want bij de toch al ontevreden Indische Nederlander werd de drang naar permanente J'fijheid wakker geroepen, of heter:; verinnigd... Bestorming van Kemajoran. , Na het vertrek der Britten svvani het herstel van het Hollands bewind en daarmede ook dat der discriminaties. Glashard. De Indische Nederlanders Stonden aanvankelijk perplex. üe gisting begon gevaarlijke yormen aan te nemen. Om te beginnen kregen alle niet-Intusche Nederlandse ingezetenen ?°als de Chinezen en Arabieren 'h Kemajoran dreigbrieven : iiVertrek ten spoedigste uit het land dat ons door Jan Pieterszoon Coen geschonken is”. Twee ■Mohammedaanse moskees werden in lichter laaie gezet. Chinezen werden afgeranseld. Slogans als „Wij zijn zwarte schapen, maar schapen., geen adders”, Batavia voor de kinderen van Coen!" en „Jezus is on-Ae Koning, weg met de stinkende heidenen en staarten", (met o* laatsten werden resp, de Mohammadeaanse Arabieren en de Jmlnezen bedoeld) vertolkten de Verbetenheid onder de Indisch-Wederlandse groep. Het zou ech*6r eerst 1348 worden aleer er "6rd overgegaan tot openlijk Verzet tegen de regering. Deze PPstand staat bekend als de Meipeweging. Het begon op de 22e Mei van het genoemd iaar, toen I er> groot aantal Indische Nederlanders een rumoerige vergaders hielden inde Sociëteit De •tarmonie. Enkele demagogische edenaars 1 raden er op de voormond. Ze gaven speeches ten oeste die dc aanwezige politiemannen koud om het hard moes-}en hebben gemaakt. De bom 2arstte nadat leider Adé van s u°n Zoon vaneen Hollandse eheepsboUwer en een Batavi-v3?se vrouw aan zijn geladen hlgelingen de vraag stelde: ’Vbn we ajams ol boeaja's?" 'Ajanis 2ijn kippen, die zich ge« Wee naar de slachtplaats plefS*1 <-e laten brengen, boeaja's Aln krokodillen, het meest ge-1 it'rjte roofdier in Batavia). Het . ulderend antwoordwas: „Boeai?s!” En de „krokodillen" bele«On met de daad wat ze zicli ,oo)''venden te zijn- ze traden ten de oevers van het woeli- meer dat Batavia „ benige Hollandse ambtenaar J?ei'd met boksbeugel en ploeri®hdoder gemolesteerd. De in«Hd.se ingezetenen van Kemajo-Vh heidenen en staarten) hu' tten hals over kop. hun tot 'verdcn leeggehaald en vreugdevuren herschapen, in QoniSe.Politiemannen werden hlo u-en ‘n mootjes gehakt, doch ïhy kwamen ook Indische Ne-Vpn i /^ers om hot leven. Het te i , motoor betaalde een zwavoor een eens geplaatste l*«entie van -Hit de hand te kina ene vrouw met mixtiezen-V;pri'en"" Het hele gebouw hipt ,o}nvergehaald hoewel het 3tek , ukte om hel. in brand te ruk-t ‘ Nederlandse cavalerie straf péaarl, De wraak voor de af*®ndUln” de Tndischc Neder Wa? ers v.an 'de cavalerie kregen, heem°-Verigens n^el mals. Vijf inhuursoldaten en een ser-Nedp'ri °^ahene ook een Indischhi'iino."1 , er die echter door de Ové,.i,t2jht aan de zijde van de moes' staan) werden in k-hovJOran gelyncht en onders-Keh-i„er> aan Ketapangbomen op> gen. En het kolnappen werd nu bedreven door de Indische Nederlanders: Chinezen en Arabieren werden aanvankelijk naar de negorij gevoerd en er vastgehouden als gijzelaars. De slavenjagers werden slaven. De slavenhandelaars tot koopwaar op een slavenmarkt, waaide karwats royaal over blote ruggen zwiepte. Adé van Roon zat het geval van de strijd tegen de cavalerie nog steeds niet lekker. Hij ontwierp een plan om de hele eavalerie-kazerne te bestormen, de paarden en wapens in beslag te nemen en daarna op te trekken naar Fort Batavia. Dit plan mislukte op het nippertje. En Ad' van Roon viel in handen van het Nederlandse leger, dat hem overigens clement behandelde en hem probeerde te brengen tot verraad, hetgeen mislukte. Integendeel, toen hij voor de poorten van de gevangenis stond, riep hij zijn volgelingen overluid toe: „Steek Batavia in brand", Batavia werd in brand gestoken, doch een merkwaardige windstilte en de activiteit van de brandweer die (i---ronie van het lot) bijna geheet uit Indische Nederlanders bestond en dus buiten schot bleven, maakten dat de branden slechts een klein deel van de stad aantastten. Het zou anders ook met de Indisch-Nederlandse woonwijken gedaan zijn geweest. Van regeringszijde werd toen besloten om krachtdadig op te treden, want het werd duidelijk dat het hier een opstand gold. En de Indonesische nationalist zag belangstellend toe, hij vormde het gevaar inde duisternis, loerend als een hyena... Jn aller – haast werd er een bataljon infanterie, een compleet detachement cavalerie en tien stukken zwaar geschut naar de voornaamste Woonwijk der Indische Nederlanders gedirigeerd. De bestorming van Kcmajoran is echter op een mislukking uitgelopen, maar dan hoofzakelijk op grond van het feit, dat. honderden Hollanders, die zich solidair verklaarden met hun Indische stamgenoten, in actie begonnen te komen. Het verzoek aan hen om Kemajoran te verlaten werd eenstemmig verworpen, de Hollanders bleven bij hun zoons en dochters, een grote groep liep de Nederlandse legers tegemoet en waarschuwde voor een schandelijk bloedbad waar slechts de „heidenen, staarten en inboorlingen" rijkelijk van zouden profiteren. De heerschappij van de Hollander stond op het spel Na twee dagen van confereren en vaneen geladen stflte,. besloot men van beide kanten wa| ter inde wijn te doen. Men haalde in ifttavia ruimer adem.,.. Adressen aan de koning. Dat betekende echter geenszins dat de Indische Nederlander de moed opgaven. Nadat de verhitte gemoederen weer enig2ins tot rust waren gebracht, werd besloten de grieven langs meer officiële weg kenbaar te maken. Men nam geen halve maatrege-I len: er werd een adres gericht i tot dc Nederlandse Koning. Deze j toch moest wel ontvankelijk zijn ! voor een roep om recht van verdrukte Nederlandse burgers, ongeacht waar deze geboren zijn. Het adres werd echter verworpen en de officiële regeringsverklaring luidde: ..Dat zijne Majesteit dit. adres ais voorbarig, min voegzaam, op onjuiste gronden steunende en alzo niet, vatbaar voor een beschikking, heeft terzijde gelegd". Weer dreigde er eeir opstand, zo zelfs, dat de regering' het nodig achtte. Doch ook deze adressen werden door de Koning verworpen. , Wel echter werd een onderzoek . toegezegd dooreen commissie, die echter persé uit Nederland moest komen. Deze commissie j bleek bovendien zo ondeskundig J en kennelijk bevooroordeeld, dat van verbetering van positie voor de Indische Nederlander , zo goed als geen sprake was. En hiermede belanden we bij een nieuw hoofstuk inde ge-J schiedenis der Oosters Nederlandse groep. Anti-vaderlandse stromingen. Wie zich meer heeft verdiept inde historie van Europese koi loniën, zal hel niet zijn ontgaan, dat. de afstammelingen der Wes-I terse kolonisators zich vaak J ontpoppen als de leiders der in! heemsen en hem aanvoeren in | de strijd tegen het Westers gezag. Namen als Simon Bolivar, | Manuel Quezon, Querino. Ernst Douwes Dekker (naneef van Mul ta tuit). Dahler en Thömrin zijn in dit verband bekende een exponent zijn van de liefde klanken. Hun zin tot verzet kan tot de geboortegrond en tot het volk waar de moeder een dochter van is. Doch ook van verbittering t.o.v. achteruiistellingen door het blanke volk van de vader, of beter gezegd: door de Europese Overheid. Bij de Indische Nederlander geldt doorgaans het laatste motief, zonder te durven beweren dat hij niet verknocht is aan zijn geboortegrond Oost Indië. Een zich vermengen met de autochtone bevolking ligt hem echter niet best: er bestaan tussen beide groepen te veel verschillen voor wat betreft opvoeding, mentaliteit, historie, gedachte en taal. Voorts ontbreekt hier zoals gezegd het religieus bindweefsel der Rooms Katholieke Kerk, welker invloed Inde Latijnse kolonieën van zulk een doorslaggevende aard is geweest voor de harmonie tussen de inheemsen on de Latijnse afstammelingen. De Indische Nederlander is Christen en bijna voor 80 % Rooms, de inheemse is gewoonlijk heidens of orthodox-islaams. Dat er desondanks stromingen ontstonden inde Indisch-Néderlandse samenleving, die ' wezen op een samenwerking met de Indonesische nationalist met het doel het Nederlandse bewind omver te.kegelen, vindt zijn oorsprong in het besef te worden verongelijkt. Na lang schromen waagden enkele Indisch-Nederlandse voorlieden zich op dat glibberige, voor velen onsympathieke, doch blijkbaar helaas nodzakelijke pad. Fataal ideaal. De voormannen der rebelse, antï-vaderlandse Indische Nederlanders waren o.a. Douwes Dekker en Da hier. Deze waren aanvankelijk niet zo populair bij het volk, dat weliswaar ontevreden was, maar niet wilde opgaan ineen vreemde natie. De strijd moest geschieden binnen een nationaal Nederlands verband, hulp van andere volken was de doorsnee Indische Nederlander taboe en bet riekte naar zijn mening naar verraad. Helaas echter hadden Douwes Dekker en Dahler een sterke troef in handen: de onomstotelijke waarheid dat de Indische Nederlander werd achteruitgesteld, in bepaalde opzichten zelfs minder beschouwd dan de Indonesiër, terwijl deze 2ich graag onder aanvoering der meer ontwikkelde en energieke Indische Nederlanders wilde stellen. De Indische Nederlander moest kiezen: dc stiefmoederlijke behandeling van de Nederlandse stamvader of het leiderschap inde contreien van zijn moeder. Tenslotte koos hij tegen wil en dank het laatste. Namen als Indische Partij en Serikat Hindia (zeer agressieve organisaties) alswel van periodieken als Het Tijdschrift. De Expres en Oosterse Flambouw toonden de strakheid aan waarmede van Indisch-Nederlandse zijde gestreefd werd om het voor het Nederlandse bewind gevaarlijke, ja mogeüjk fatale ideaal te concretiseren. Het hoeft geen betoog dat de Indonesische nationalist dat streven een gretig onthaal bereidde. Bovendien viel dit alles ongeveer samen met de Filippijnse revolutie, waarin de ~ Philippino Mextiezo*’ (Spaanse gemengdbloedige) de leiding nam en zegevierde. Roer ging radicaal om. Hoe anders is het echter gelopen. Want de Overheid zag het gevaar vaneen inheemse opstand onder aanvoering vandoor Hollanders opgevoede Indische Nederlanders eindelijk maar dan toch terdege in, en zij volgde een geheel andere gedragslijn, hetgeen overigens van moed gettuigde. De regering wist zich zelf te corrigeren. Om te beginnen werd er een commissie benoemd van zeventien leden, met als opdracht naar de positie der Indische Nederlanders ’n nauwgezet onderzoek in te stellen, alsook naar de mogelijkheid tot verheffing van die groep. Belangrijk was, dat ti'e commissie eveneens werd gevormd door Indiseh-Nederlandse voormannen, slechts drie leden waren uit Nederland gestuurd. De commissie steld'e na diepgaande studies vast, dat de regpring inderdaad schromelijk te kort was geschoten op het gebied van onderwijs, pensioenen, openstelling van ambtenaren functies, geneeskundige behandeling en controle, hygiënische maatregelen inde Indisch-Nedorlandse woonwijken, optreden tegen verregaande rassendiscriminaties van de zijde der particuliere maatschappijen, enzovoorts. Voorts werd overeengekomen dat ’t niet eerlijk was om Kemajoran als „algemeen woongebied" te verklaren, terwijl iedere andere volksgroep in Batavia, zoals de Arabieren, Chinezen, Europeanen enzovoorts van rijkswege ieder een eigen wijk kregen toegewezen, waarover een wettelijk vastgestelde protectie bestond. De regering had open oor voor het verslag der commissie en zij ging tot grootse daden over. In de volgende vijf jaren nam de overheidszorg voor het heil der Indische Nederlanders een enorme vlucht. Er werden scholen opgericht, de Indische Nederlander mocht bij gebleken bekwaamheid hoger de ambtenarenladder opklimmen. Het leger stelde zich open voor de opleiding van Indische Nederlanders tot officier. Er werden wel-gcoutilleerde landbouwkolonies opgericht, en tenslotte: Kemajoran werd niet slechts wederom als Indisch-Nederlands woonoord erkend .de regering ging nog verder .namelijk door ineen wetsbepaling op le nemen dat iedere Indische Nederlanders zich bovendien mocht vestigen inde Europse wijk waar alle andere volksgroepen uit Werden geweerd. Ook de grondwettelijke • iancipatie liet niet lang op zich wachten: een juridisch onderscheid tussen Nederlanders van verschillende geboortegrond behoorde tot het verleden. Al met al had de regering met deze drastische maatregelen een kardinaal winstpunt geboekt en aan de Indonesische nationalist een knock out slag toegebracht: de rebelse Indisch-Nederlandse voorlieden als Douwes Dekker en Dahler verloren hun aanhang, het overgrote deel der groep verklaarde zich honderd procent pro de Europese stamvader. Voor de Indische Nederlander brak een nieuwe periode aan: het tijdperk van verheffing en opkomst tot leidende groep overeen gouvernement-generaal, dat een gebied bestreek even groot als de oppervlakte van het West-Europese continent. Coens id'eaal van een „Holland inde Oost" met als pijlers een sterke groep van Nederlandse afstammelingen, repte naar de verwezenlijking. }klaas.... donkere wolken pakten zich samen.... KAREL C. SNIJTSHEUVEL.