^Ru dy Kousbroek. iaar geleden, heb ik niet almaar gezocht naar mijn Ml herinneringen; de aanteSgen en foto's gemaakt tijdje reis vormen een soort Tvan Sjaalman, waaruit ik Lt moest nog tot het jaar «rike week een pagina van Kunnen vullen. • toeft gelukkig niet, maar I hoop ik het voor die datum »wel eens te hebben over zuluiteenlopende zaken als Indo«che beeldromans, de evoluvan het knikkeren, de nadevan air conditioning, het is van Tjong A-fie in Medan, Indonesische gevoel voor jmiek, de beschrijvingen van M tra van Salmon en Marstoude plantershuizen, de betdeling van dieren, het hermen van bomen van oude foi, de inhoud van Indonesische [[lesbrieven, de stijl van be11. -.U/.t.n>nn ri s\ Ir lm ia*/\n alde gebouwen, de kleuren 1 Indonesische schilderijen, ifilm als Pagar Kawat Berducurieuze boeken gekocht in igapore, de gang van zaken in dance hall, opmerkingen getin de veronderstelling dat niet konden verstaan, het van een catapult, de verig van de naam Rudy in lesië en nog veel andere torende kwesties. heb ik ook aantekeningen geÉt over nog bestaande spovan de Japanse bezetting, is niet verwonderlijk dat maar weinig van zijn: de periode heeft nog geen jaar geduurd en ambitieuze , voor zo ver die er warneten al gauw zijn vastge«i doordat de bezetters van rest van de wereld werden afHeden. grootste project dat de Jarners op Sumatra hebben onNwen was zonder twijfel de Heg van een spoorlijn van ara naar Pakanbaroe. Deze kilometer spoor, dwars door J* r &en, oerwouden en moe®J van midden-Sumatra, Nelevens van 700 geallieer«njgsgevangenen en 10.000 i dwangarbeiders, of en ' )er kilometer, ^bekend, tenminste voor net boek van H. Hovinga toe tragedie heeft gelezen over deze spoorweg, die paar dagen voor het eind «oorlog gereed kwam, na ierin? se ca Pitulatie nooit , n Omgereden. tr" 5 ?ï r !M n bestaat niet betrpfi"- 11 Hovin ga. ..Wat pcu ls üjden voor De br uggen zijn i en kilometers rails t w°? en Ver ^ocht als oud lm *i nog over is roest langïraswatpl" het stilIe ' zware a ter Van Hp nnHnnr.
dringbare Sumatraanse jungle." Ook Hovinga beschrijft het verschijnsel dat mij zo verwonderde toen ik naar overblijfselen van de burgerkampen zocht: de bevolking is de hele episode vergeten. „Wie heeft er ooit", schrijft hij, „van een spoorlijn gehoord die door krijgsgevangenen en romusha's (2) tijdens de Japanse bezetting werd aangelegd? Als ik die vraag de eerste paar uur van mijn verblijf in Pakan Baroe stel, haalt iedereen de schouders op. Een spoorlijn? Neen, nooit van gehoord!" Hoe is zoiets mogelijk? Het is in dit geval nog veel intrigerender: er zijn daar duizenden mensen omgekomen en voor het merendeel Indonesiërs. Hoe gaat het mechanisme van overlevering in zijn werk en wat is de verklaring voor de selectiviteit ervan? Hoe meer ik er over nadenk hoe minder ik er van begrijp; er bleken nog een paar mensen te wonen die het drama hadden meegemaakt - vertelden die er nooit over? Hoe verklaren de inwoners van Pakanbaroe de verroeste wrakken van enorme locomotieven in hun moestuintjes, met geen enkele spoorlijn voor honderden kilometers in de omtrek? *** Dergelijke stomme getuigen heb ik op de Oostkust nergens gezien. Van de Japanse militaire voertuigen, vrachtauto's e.d. die op Sumatra hebben rondgereden heb ik niets terug kunnen vinden behalve een oplegger, een tweewielig aanhangwagentje, herkenbaar aan de vorm van de spatborden. Wonderlijk, hoe die vorm blijkbaar zo diep in het geheugen is gegrift dat je het in het voorbijgaan herkent, na er toch in geen 35 jaar aan te hebben gedacht. Een van de wielen was zelfs nog met de oorspronkelijke Japanse band bekleed, merk Yokohama, zij het wel tot op het canvas versleten. De aanblik daarvan herinnerde mij er aan dat ik nog ergens een Japanse legerdeken heb, na de bevrijding in Medan verstrekt en nog steeds niet tot stof vervallen. Ik weet ook niet wat voor stof dat zou moeten zijn - het is geen wol en geen katoen; zou het geklopte boomschors kunnen zijn? Is er in Medan nog iets dat aan de Japanse periode herinnert? Hoe zag de stad er uit, tijdens de oorlog? „Alles wordt gejapanniseerd", aldus een beschrijving van Willem Brandt (3)," - is Sumatra niet een deel van Japan geworden? De lanen en straten krijgen onuitspreekbare Japanse namen. Krijgsgevangenen vjorden in den proeftuin van het Deli Proefstation aan het werk gezet om er een lotos-vijver te graven, een Japansch park aan te leggen, met terrassen en tempels.
Op den hoek van de Esplanade verrijst een gedenkzuil voor bij den strijd op Sumatra gevallen Japansche soldaten". Het meeste moet al kort na de Japanse capitulatie zijn uitgewist; van een gedenkzuil op de Esplanade kan ik mij, uit de tijd dat wij in Medan op onze repatriëring zaten te wachten, niets herinneren. De Japanse straatnamen - voor een Indonesiër overigens niet onuitspreekbaarder dan 'Van Heutszstraat' of 'Electriciteitsweg' - zijn totaal door het valluik der vergetelheid verdwenen,' ik geloof niet dat iemand op de wereld ze nog weet Maar er is nog wel een gebouw in Japanse stijl, met sporen van Japanse tuinaanleg er om heen; het biedt nu onderdak aan de Medan Club, die vroeger gevestigd was in de nu helaas afgebroken Witte Sociëteit. Voor zover bekend was dat gebouw vroeger een 'Japanse tempel' geweest. Hoeveel van dergelijke gebouwen hebben de Japanners achtergelaten in de door hen bezette gebieden van Zuid-Oost Azië? Ik heb er in geen enkele boek ooit iets over kunnen vinden. Was het inderdaad een Shinto-tempel? Naast een religieuze moet het gebouw vooral een sociale functie hebben gehad, niet veel verschillend van de huidige; het interieur deed mij meer denken aan dat van het befaamde theehuis Kagetsu in Nagasaki dan aan een tempel. Dat interieur is onloochenbaar mooi. Niet een meesterwerk vergeleken bij wat er op dat gebied te koop is, maar toch dat zelfde raffinement van eenvoud en
stilte, van onversierde vlakken, van natuurlijke verhoudingen, van onbewerkt hout — een esthetiek van duizend jaar nadenken, zonder machtsvertoon, protserigheid of vulgariteit. Het Japan van Sei Shonagon, van Murasaki Shikibu. Hier op Sumatra. Ik staarde er naar in verwondering: het was voor het eerst dat ik twee werelden zag samenvallen, die je voor je gemoedsrust beter gescheiden kunt houden. Dezelfde Japanners die ik in de oorlog heb meegemaakt. Ze moeten hier naar gekeken hebben, die houten veranda, die roodgelakte trap. Ze moeten hier hun overwinningen gevierd hebben, ze moeten gezeten hebben op deze planken vloer en ze moeten het mooi hebben gevonden. Ditmaal niet anderen maar dezelfde. Dezelfde mensen die de Pakanbaroe-spoorweg lieten aanleggen hebben deze hal laten bouwen. Door dezelfde krijgsgevangenen. In de gang hangt een ledenlijst van de Medanclub. Behalve In-, donesische namen ook een paar Engelse en Nederlandse. Ik kijk of er ook Japanners bij zijn. Ik zie er geen. Wanneer is dit gebouw hier neergezet? Stond er al iets? Wat was precies het aandeel van de krijgsgevangenen in dit alles? Ik heb niemand kunnen vinden die geïnteresseerd was in de geschiedenis van dit of enig ander gebouw; de mensen lijken er tevreden mee te zijn de huidige bestemming te weten en als je vraagt naar de vorige denken zij dat je op zoek bent naar een gebouw met die bestemming en
wijzen je dat, of ze zeggen: nee, dat is er niet meer. * * * De gesneuvelde Japanse soldaten voor wie dat monument op de Esplanade gestaan heeft lagen vermoedelijk niet op Sumatra begraven; het was gewoonte dat de as van de gevallenen naar Japan werd gestuurd en in het begin van de oorlog moet dat nog mogelijk zijn geweest. De Japanse graven op Sumatra moeten daarom uit een later stadium van de bezetting dateren, en toebehoren aan mensen die door natuurlijke oorzaken zijn overleden, of door een ongeluk. Gelet op de rijstijl van de chauffeurs van Japanse militaire voertuigen zal dat wel eens zijn voorgekomen. Het hierbij afgebeelde Japanse graf vond ik op het kerkhof in Siantar en uit het opschrift is af te leiden dat daar vermoedelijk een priester begraven ligt. De naam op de steen luidt Shaku, maar dat is een van de karakters waarmee de naam van de Boeddha geschreven wordt en ongetwijfeld niet de eigen naam van de overledene. De steen is niet gedateerd; de achterkant van de zuil draagt geen inscriptie, maar uit het embleem op de vlakke steen onderaan blijkt dat de overledene behoord moet hebben tot de Tokugawa-clan, d.w.z. de clan die de shoguns heeft geleverd die van 1600 tot 1867 de werkelijke macht uitoefenden in Japan. Geen onbeduidend personage dus, maar wie het geweest is en wat er met hem is gebeurd zal vrees ik een geheim blijven tot de dag der
(1) Henk Hovinga, Dodenspoorweg door het oerwoud. Het drama van de Pakan Baroespoorweg op Sumatra. Uitgeverij T. Wever B.V., Franeker, 1976. (2) Romu betekent arbeidsdienst en een Romusha is iemand die deze dienst verricht. In de praktijk waren het geronselde Javanen, die als dwangarbeider werden gebruikt (3) Willem Brandt, De gele terreur Uitgeverij W. van Hoeve, Den Haag 1946. wederopstanding. Wat denken de Indonesiërs van deze dingen? Welke voorstelling maakt zich nu bijvoorbeeld een middelbare scholier van de periode waaruit deze stomme getuigen dateren? Een kennis, die er een Indonesische middelbare scholier naar heeft gevraagd, heeft mij toestemming gegeven zijn antwoorden te publiceren. Het oorspronkelijke Engels daarvan geef ik hier onveranderd weer: - I have also asked my grandmother whether she still remember about something during the Dutch period. She said: "I prefer to meet a Dutchman than a Japanese". "Why did you say that?" I asked her. And then she replied: "My grandson, you did not know about it. You were not born yet then. I am one of the women who had seen and even feit! We had much sufferings when the dominition-period, especially in the Japanese period". "What's your opinion about the Dutch period?" I asked her again. "The Dutch was rather cruel, but they are always kind to us. They did not allow us having an organization and they did not allow us to be so deepen in a religion. Although Dutch had colonized us for 3W centuries and Japanese had colonized us for 3V4 years, Dutch was more better than Japanese. Japanese was mor cruel than Dutch. The Japanese began to show its 'bad face' since 1941. Most of Japanese were short, but their behaviour was irresistible. No one dare to fight them. If we dare to fight them, we will find our death. They killed every one who did not obey their wish without discrimination, was it a boy or girl, woman or man, Chinese, Dutch and even Indonesian. They violated unsinful ladies and after that they shot them. They did not give us good dresses or nice food. Except they gave us bad ones. They pursued and destroyed all the Dutchmen and women from Indonesia. But their dominition was not going for a long time. Because the 'allied air force' dropped the 'atom bomb' into Nagasaki and Hirosima. And on the 17-8-45 we proclaimed our independence".
■^j^japanss tempel waar nu de Medan Club is gevestigd
Japans araf op het kerkhof van Siantar
Trap Medan Club