Pk grnfpaai, Füsene CavaiqnaC.— T)r Generaal Ca^'signac, die thans auo het hoofd der uiivoerende mast in Frankryk staat, werd op den 15 Oclober 1802 te Parv» yt boren ; hy is de ?oon »an Jean I'nptiste Cavaignac, afgevaardigde by de Conventie. Na zyno studiën in Iiot Collegie Sainte tJnrbe volbragt te hebben, werd hy aan de Polytechnische school toegelaten. Paar. ïia kwam hy aan de Militaire Academie te Met? a!s sous-lieutenant der genie,en werd in 1824 hy het 2e regement van dat wa pen geplaatst. Op den 1 October 18-26, werd hy tot tweede luitenant en op den 12 Jannaiy 1827 tot eerste luitenant be vordt rd. In 1828 maakte hy den veldtogt op Moréa mede. Op den 1 October 1829 werd hy tot kapitein by hetzelfde regement benoemd. Hy was toen zeven en twintig jaren oud. In 1831 kwam hy uit Griekenland terug, en te Metz in garnizoen, Het ontwerp van nationale vereeni<>ing, dat hy mede teekende, en als eene daad van oppositie beschouwd werd,deed hem in onuenade vallen,zoodat hy op non-activiteit gesteld werd.
In 1832 werd hy weder in dienst geroe. pen en naar Algiers gezonden. Daar legde hy eene buitengewone zielskracht en eene juiste kennis van dat land en den oorlog in hetzelve aan den dag. Hy voerde het bevel over het zwakke garnizoen, dat men in Tlemcen te midden der vyandige en dappere babylische stammen gelegd had.— Op dien ?oo moeijelyhen en gevaarvollen post gaf hy groote blyken van bekwaam heid in hel organiseren, gepaard aan de meest ondernemende stand» asiigheid. Niettegenstaande dit werd hy eerst in 1637 tot den rang van bataillons kommandant bevorderd. Den 21 Juny 1840 werd hy benoemd tot luitenant kolonel der Zwaben, en op den 18 April 1841 kreeg hy het bevel over de brigade van Tlemcen met den rang van generaal majoor. Na de ooiwenteling van Febmary, werd de Generaal Cavaignac tot divisie generaal bevorderd en tot gouverneur van Algiers benoemd. Tol volksvertegenwoordiger by de Nationale Vergadering benoemd, nam hy de portefeuille van oorlog aan, die hy vroo ger reeds geweigerd had. De gebeurtenissen vnn Juny plaatsten hem eensklaps in de vetheveoe en hagchelyke betrekking, waarin hy aan de zaak der orde zulke belangryke diensten bewezen heeft. De gestalte van den Generaal Cavsignac is eertter boven dan beneden het mid delmalige. Zyn door de Afrikaanscho zon verbrand, met eene zware knevel co eene goed voomene, imperiale versierd gelaat, duidt even als xyn geheeie voorkomen, eene dappere inborst aan, die «yne daden niet logenstraffen. Men wil weten, dat generaal Cavctignac Ook zelf gevoelt dat de omstandigheden, die de vaste hand eens krygsmans ver eischten, ten minste evenzeer als zyn' per soonlyke naam of bekwaamheden, medegewerkt hebben om hem op het standpunt te verheffen, waarop hy *ich, lot Frank ryks geluk, bevindt. Men veihaalt van hi m eene uitdrukking, in welke hy, even vernuftig als bescheiden, dit besef moet hebben aan den dag gelegd. Toen sommige zyner viienden hem noopten,om den w ille des lands zich niet zoo roekeloos aan persounlyk gevaar bloot te stellen, moet hy geantwoord hebben: "En indien ik er niet meer was, dan zoudt gy immers La mortcicre hebben, en, na Lamoricière, Bugeaud, en ik kan niet zien, wal gy er by verliezen zoudt." voor8feluno aan Lamartine in 1832. Wylen de zonderlinge Lady Sianhope, welke den Libanon bewoonde, teide tot Lomaitine, toen hy op tyne reis door het Oosten in 1832 haar bezocht: " Gy zyt " een dergentn, die een groot aandeel zuil " hebben aan hel groote werk, dat voorbe " itid wordt. — Gy zuil weldra in Europa " wederkeereu. De staal van Zaken in "Europa loopt ten einde. Frankryk ai" leen beeft nog eene groote taak te ver" vuilen en gy zult er werkzaam i n zyn " (üeuvres coinpletes de Lamartine Tomé \.p. 319 Ld. Paus. 183(5).
VerkïjARIng van Lamartine in 1832. " Ik ben noch oristokraat, noch demokraat. " lk ben een mensch en onbepaald voor" stander van hetgeen den geheelen mensch " kan verbeteren en volmaken, of hy het " levenslicht zag in den hoogster) of laag" sten maatschappelyken toestand. Ik ben " noch voor het volk, noch voor de grooten, " maar voor de geheeie menschheid ; en ik " geloof,dat noch in de aristocratische noch " in de democratische instellingen, uitslui " tend de kracht ligt tol volmaking der " menschheid. Dit vermogen bezit alleen " eene goddelyke zedeleer, de vrucht van " eene volmaakte Godsdienst. Het ge" loof dér volken is hunne beschaving.." " Ik ben één dier menschen, die niet la" ken hetgeen beneden hen is in de maat" schappelyke orde, eerbiedigende wat hier" in boven hen is, maar die tevens verlan " gen of droomen, om alle menschen, on" verschillig op welken trap zy staan in de "willekeurige hierarchien der politiek, te " brengen tot hetzelfde licht, tot dezelfde " vryheid en tol deselfde zedelyke volko•• menheid."
(Oeuvrescomp'ètes de Lamartine; Tome V. p. 329 en 330. Ed. Paris. 1836). Lamartine. Alplionse Lamartine, die als de ziel der nu voltooide omwenteling, althans van hel toen gevestigde voorloopig bestuur schynt te mogen worden aangemerkt, werd den 10 October 1721 te Macjon geboren. Zyn vader, de ridder de Lamartine was kavalleriekapitein ; zyne moeder de dochter des kanseliers van den Hertog van Orleans, vader des nu geval len konings. By de verdediging der Tuilerien, op den beruchten 10 Augustus, werd zyn vader gekweist en gekerkerd.— Na bet schrikbewind gingen zyne ouders te Milly stil leveo en dé zoon groeide daar, inzonderheid onder de leiding der moeder, op» Na in eene geeslelyke school te Belly verder opgevoed te zyn, vestigde hy zich in 1809 te Lyon, deed eene korte reis naar Italië, en ging toen te Parys de vermaken der jeugd en de genoegens der vriendschap genieten. Verzwakt van iigchaam keerde hy in 1813 naar Iialie terug en nam, by zyne wederkomst, na de herstelling der Bourbons, onder de lyfwacht dienst. Echter trad hy, na den tweeden val van Napoleon, in 1815, niet andermaal in de krygsdienst, maar schynt door eene ongelukkige liefde geleden te hebben. Hy gaf zich byna geheel aan dichterlyke bespiege lingen over, waarvan de eeisie vruchten ten jare 1820 het licht zagen, en die hem algemeenen en welverdienden roein verwierpen. Door zyne familie aangemoedigd, nam hy dien roem te baal, oin de diploma tieke loopbaan in te treden, en werd geattacheerde by het gezantschap te Florence. De roem, eene ryke erfenis, een gevvenschi huwelyk met eene jonge Engelscha dame, alles liep hem mede, en stelde heui levens in staat, om aan de zucht tot weldoen bot te vieren. Tydens de July omwenteling was hy secretaris van de ambassade te Florence, en reeds tol ge»olmagtigd minis ter in Griekenland bestemd ; maar dewyl zyne l'berale gevoelens weinig overeen, stemden met het door de Restauratie gevolgde stelsel, had hy zyn ontslag als diplomaal ingediend en keerde toihet afgezonderd leven terug. Kort na de uitgave van een staalkundig geschrift, waarin hy zyne denkbeelden van vooruitgang ontwikkelde, en de voorschriften der zedelykheid en der Evangelische liefde op het besturen der menschen toepaste, vertrok hy naar het Oosten, waar hy twee ja ren doorbragt en door het verlies zyner eenige hoogst beminneiyüe dochter diep geschokt werd. Door de nieters van Berden, in hel departement du Nord, naar Frankryk terug geroepen, trad hy in de Kamer der Gedeputeerden op, en toonde daar en sedert in andere betrek Kingen hoe zyne poiilieke uiuigten ui verder en ver der reikten, waarvan tyue deelnemingen aan reformistiscne banketten, nog Kortea iyd geleden, nieuwe bewyteu opleverde. In de laatst verioopeu jaren heelt hy zich, •neer dan vroeger, oot als prozaschryver roem verworven, inzonderheid door tyue uitvoerige geschiedenis der Girondynen, uiedooi leveudigen styl en krachtige schildering der gebeurtenissen uitmunt, maar yan eenzydige voorstelling en overdrevenheid
in de toepassing zyner politieke beginselen geenzins is vry te pleiten. In Australië is groot gebrek aan arbeiders. In Londen isonlangseen vlugschrift in het licht verschenen, handelende over de verhuizing naar Australië, waarin voorkomt, dat men daar op 180,000 volkplanters ni t minder dan 2 millioen stuks rundvee en 8 millioen schapen vindt, zoodat de voedingsmiddelen bedierven, omdal er geene maaijers, en de wol omdat er geene scheerders genoeg aanwezig waren. De regering in Adelaide heeft eene be. kendma'
Den eersten Juny jl. vertrok een Gezelschap van 200 meisjes en jonge vrouwen met de Royal George van Plymouth naar Sydney in Nieuw Wallis. Zy worden kos. teloos overgevoerd, onder toezigt der Australische land- en emigratie commissie, door welke zy op verschillende plaatsen van Ierland zyn uitgekozen. De groote behoefte aan dienstboden en de onevenredigheid der seksen in die koloniën zyn langen
Eene Stoomboot dienst naar alle Werelddeelen .—Het plan, eene stoombootdienut naar alle deelen der wereld op te rigten, wordt sterk in de V. E. Staten doorgezet. De stoomboten «taan altyd onderhal opzigt der regering, en zyn zoo iugerigt, dat zy ook als oorlogschepen kunnen gebruikt worden. In de Kamer der Afgevaardigden is een plan ter tafel gebragt,op welke wyze in de Stille Zuidzee eene linie lunchen Monterey of San Francisco tot stand zou te brengen zyn. De Amerikanen dry»en, na de Engelschen, den sterksten handel op China. Hunne walvischvan-jst in de Zuidzee is veel grooter dan de Engelsche.—» Zy bezitten ongeveer 800 walviscbvangers. Steenkolen zyn op de kusten van den Stillen Oceaan in overvloed, en da Amerikanen verwachten, dat de eerste geregeld varende stoomboot nog in dit jaar naar China zal vertrekken.
Het voorloopig committé der barbiers te Keulen bevonden hebbende, dal in de laatste jaren het verderf-lvk misbruik is ontstaan, dat velen zich «elven scheren of hunne baarden, gelyk. de wil le,ougecivili> geerde natuur ze voortbrengt, laten wassen; overwegende dat zulks slrydig i* net d® ware onbeperkte vryheid ; in ammerking nemende dat zoodanige willekeurige handel wyze een geweldigen inbreu* op het terrein der werkzaamheden van barbier teweegbrengen jis genoolzaakt, tot bescherming van dit beroep,te vorderen: 1. Dat niemand zyn baard zal mogen laten staan of tel«en afscheren, 2. Dat al wie een van beiden waagt, dubbel scheergeld zal betalen. In Engeland wil men voortaan de vreemdelingen verdry ven, opdat van hnnne zyde geene omverwerping van het bestaaadd te duchten zy. In eene vergadering van Charlisten gaf een der spreier» te kennen, dat het Gouvernement dan in de eerato plaats prins Albert, Lodewy k Filips en Guizot behoorde te verbannen. In Polen durft men thans onverholen over de buitenlaodsche gebeurtenissen spreken ; de vrees voirdeu kuo^t schynt markelys gedaald te lyn. Een Piemonteesch Israeliet, dezer dagen overleden, heeft aau den Paus een legaat van 3 millioen francs Terimakt.