AFGELOPEN vrijdag ging in de Haarlemse Toneelschuur zowel Kleine Eyolf als De Wilde Eend in première. Sinds dat moment worden in Nederland maar liefst vijf verschillende stukken van de Noorse toneelschrijver Henrik Ibsen opgevoerd. Een unieke situatie. De stukken zijn al een volle eeuw oud. Nora of het poppenhuis (1879) bezorgde bij de eerste op- Voering de gegoede burgerij een schok omdat de vrouw des huizes met een flinke klap de huisdeur achter zich dicht slaat en manlief en twee kinderen in de steek laat. Een klassiek stuk over vrouwenemancipiatie? In De Wilde Eend (1884) wordt een onschuldig kind opgeofferd aan het fanatiek doordrijven van principes, wat tot duivelse consequenties voert. Hedda Gabler (1890) eindigt met de zelfmoord van een begaafde, maar hopeloos in zich zelf en sociale conventies verstrikt geraakte vrouw Van iets boven de dertig. Zoiets doe je toch niet? Of zoiets vertoon je toch niet openlijk op toneel? In Bouwmeester Solness (1892) komt een jonge vrouw als symbool van de aanstormende generatie een zestiger, bang om oud te worden, naar nieuwe hoogten opjagen. Het blijkt een ijdel najagen van luchtkastelen. Het feit dat zoveel stukken van Ibsen nu nog goed te spelen zijn, heeft te maken met drie kenmerken van zijn werken: realisme, individualisme en scepticisme. De postmoderne mens stelt zich het liefst voor als realistisch, weet zichzelf 'goed' te vinden en gelooft niet te veel meer in mooie, grote of heilige verhalen. Als Ibsen nog steeds een auteur voor deze tijd is, was hij dan zijn tijd ver vooruit? Ik meen van niet. Hij is van alle tijden en dat komt vooral omdat in al zijn stukken twee waarden als de belangrijkste in ieders leven naar voren komen, namelijk waarheid en vrijheid. In Ibsens visie gaat een samenleving die deze twee waarden niet in de praktijk brengt kapot. In zijn stukken blijken niet de vertegenwoordigers van een elite (handelslieden, bestuurders, politici, dominees en kunstenaars) de samenleving bij elkaar te kunnen houden, en evenmin de lagere klassen van handwerklieden. Het komt steeds neer op enkele figuren die kiezen voor de persoonlijke waarheid en eigen vrijheid tegen alle sociale oordelen en vooroordelen in. Dat zijn de steunpilaren van een samenleving, waardoor die op een dragelijke en fatsoenlijke manier bij elkaar wordt gehouden, zodat het leven leefbaar blijft. Wie op een gegeven moment niet durft te kiezen voor de diepere waarheid in zichzelf - zoals bijvoorbeeld de hoofdpersoon in Hedda Gabler, die niet van iemand durfde te houden omdat dat hij geen heer van stand was - houdt een hypocriete en langzaam verstikkende samenleving in stand. Ibsen schreef in een brief: 'Elke scène en elk visueel beeld moet zoveel mogelijk een weerspiegeling zijn van de werkelijkheid. Ik wil volledige waarheid ten opzichte van het leven in alle opzichten.' Bij het bewaren van die waarheid is een bijzondere rol weggelegd voor vrouwen. Ibsen creëerde dan ook bijzondere vrouwenrolllen. In elk van de thans gespeelde stukken komen telkens twee tegengestelde vrouwenrollen voor. Een ervan kiest steeds voor de sociale conventie, voor de opgelegde en niet zelf aanvaarde plicht, voor de verkeerde man, voor law and order. Ze representeert het doodse, donkere. De andere kiest (weliswaar niet meteen, maar uiteindelijk wel) voor eigen drijfveren, voor het zelf gekozen en aanvaarde werk, voor het volgen van de stem van het eigen ik, ongeacht wat anderen van die keuze vinden. Deze staat voor de dragelijke lichtheid van het bestaan en de levenskrachtige houding. Je zou het ook autonomie kunnen noemen. Vrijheid is waarheid ten opzichte van je betere zelf, doen wat je zelf werkelijk moet doen. Zonder tussenkomst van anderen, van gemakkelijke excuses of angst voor een slechte pers. Als die vrijheid niet vaak genoeg wordt gekozen of niet de ruimte krijgt, dondert in de visie van Ibsen de samenleving in elkaar, zoals een kathedraal zonder steunberen ook geen lang leven is beschoren. Interessante vragen zijn nu te stellen over het karakter van dat individualisme. Is Ibsens opkomen voor de individuele, autonome keuze nu gelijk te stellen met het hedendaagse zo geprezen individualisme? Zijn vrouwen beter dan mannen in staat die eigen keuze te bewerkstelligen? Vormen Ibsens vrouwenrollen een staalkaart van het hedendaags feminisme? Wat tegenwoordig voor individualisme doorgaat, is zo conventioneel als de hel. 'Je zelf zijn' is vaak niet veel meer dan kijken hoe je het beste kan voldoen aan de verwachtingen van machtige heden. Daar zit geen autonome keuze achter. Ook laat men elkaar niet met rust of vrij. De media doen hard mee aan deze bemoeizucht en invasie. Afgeven op elkaar is er een onderdeel van. Tegenwoordig is een feministe iemand die voornamelijk bezig is andere feministen af te katten. Een individualist is iemand die voornamelijk bezig is andere individualisten dwars te zittten. Een realist is iemand die denkt dat andere realisten niet bestaan. Hedendaags individualisme verstikt de vrije persoon. Een nogal merkwaardige tegenstrijdigheid, die Ibsen in zijn stukken aan de orde stelt.
Collectie
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- De Volkskrant
- Datum
- 27-03-1995
- Editie
- Dag
- Uitgever
- NV De Volkskrant
- Plaats van uitgave
- 's-Hertogenbosch
- PPN
- 412869594
- Verschijningsperiode
- 1920-...
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 21494
- Jaargang
- 73
- Toegevoegd in Delpher
- 11-12-2017
Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.
Dit kan twee oorzaken hebben:
Probeer het later opnieuw.
De Pijlers van de Samenleving Kees Schuyt
Ouders
Wanneer leren jullie het nu eindelijk eens? Staat daar als chapeau boven een artikel: 'Opvang kinderen ... probleem door werkende moeders.' {de Volkskrant, 18 maart). Daarmee wordt de arbeidsparticipatie van vrouwen in een negatief daglicht gesteld en wordt gesuggereerd dat de zorg voor kinderen een taak van de moeder is. Waarom niet gewoon 'moeders' door 'ouders' vervangen? Zij zijn samen verantwoordelijk voor hun kinderen. NORG Reinilda Neijmeijer-Wessel
Kleur bekennen
Een aantal deelnemers aan de demonstratie 'Nederland bekent kleur' heeft met het meedragen van beledigende teksten aan het adres van WD-fractieleider Bolkestein en het met tomaten en verf bekogelen van minister Dijkstal inderdaad 'kleur bekend. De zaak van de bestrijding van discriminatie is voor dit soort acties te belangrijk. Miljoenen mensen bekennen kleur in de praktijk door in nood verkerende medemensen te helpen. En zo moet het ook blijven. ZEVENBERGEN P.J.G.A. Ego
Abuis
In de Volkskrant van 24 maart zijn twee verkeerde foto's geplaatst bij het artikel over Belgische politici die een rol spelen in het Agusta-schandaal. In plaats van André Cools werd Philippe Moureaux afgebeeld; in plaats van Guy Mathot stond Fons Puellinckx op de foto.
Forum ‘Gump’ en de stenen van de linkse critici
Vannacht vinden inde Verenigde Staten de Oscar-uitreikingen plaats. Grote winnaar wordt Waarschijnlijk de film Forrest Gump, die dertien maal is genomineerd. Volgens Jurriën Rood : hebben veel Europese critici, gedreven door anti-Amerikanisme, de film verkeerd begrepen. Forrest Gump gaat vooral over eenzaamheid.
DE film Forrest Gump lijkt voorbestemd meer Oscars te gaan winnen dan in jaren is voorgekomen. Voor de aanstaande Oscar-uitreiking is hij dertien maal genomineerd. De Nederlandse pers heeft de film op zn minst merkwaardig beoordeeld. Ik heb vrijwel alle persreacties doorgenomen en las over sentimentaliteit, gebrek aan ironie, geschied- vervalsing en 'een voorbeeld van de verrechtsing van Amerika. Er was (of voor de technische hoogstandjes, en bijna wrevelig werd geconstateerd dat de film soms gewoon kvk is. Nergens stond dat het een ontroerende film is over het overwinnen van eenzaamheid. Peter Van Bueren van de Volkskrant beschreef de hoofdpersoon Forrest Gump als een 'robot', gekenmerkt door 'blinde gehoorzaamheid en opinieloos gedrag. Het tegendeel is het geval: Gump valt juist op door zijn volstrekt onaangepaste gedrag. Niet uit opstandigheid, maar uit onbegrip en naïviteit. Forrest, de domme jongen uit Alabama, doet steevast alles anders dan de anderen en verlegt zijn koers "iet als hij daardoor in conflict komt met de rest. Tegen een president durft hij te bekennen dat hij haar de plee moet, als gedecoreerde oorlogsheld spreekt hij zonder bedenkingen een anti-oorlogsdemonstratie toe. Hij zou een goede anarchist zijn geweest, ware het niet dat zijn acties allemaal onbewust zijn. Gump is gedoemd overal en altijd zichzelf te blijven. Een uitzondering tegen wil en dank. Het is dat hij zo dom is, anders hadden ze hem vermoedelijk ook doodgeschoten, net als enkele van zijn beroemde tijdgenoten. Hij is niet het type van de zelfverzekerde, eigenwijze held die de American Dream ons zo vaak heeft gepresenteerd. Eerder een ttian uit een verhaal van Kafka, die tot zijn schrik bemerkt dat hij gedoemd is anders te zijn dan de rest - en te blijven. Een kever in de gedaante van een hard hollende dommerik. Forrest Gump slaat zich als een Volmaakte anti-held, met veel vallen en opstaan, een weg dwars door de recente Amerikaanse geschiedenis. Geen wonder dat deze film enorm aansloeg in het land waar individualisme zo hoog in het vaandel staat. Forrest Gump trekt de nationale obsessie door tot op het niveau Van een lachwekkende nachtmerrie. En dit tegen de achtergrond van de Vietnam-oorlog en de scheuring die hij veroorzaakte in de Amerikaanse samenleving. Het is allereerst een verhaal over een buitenbeentje dat geaccepteerd wil worden. De schrijvende pers schijnt het niet te hebben opgemerkt, maar Forrest lijdt onder zijn afzondering. Dat zijn lijden grotendeels onbewust is, maakt het niet minder hartverscheurend. Zijn ultieme poging tot verlossing wordt gevormd door het hollen door Amerika, waarbij zijn baard groeit tot Jezus-proporties en zelfs een groepje discipelen hem volgt. Het is pas bij zijn (onbewust verwekte) zoontje, die hem zonder meer accepteert, dat hij de drukkende last van het alleen-zijn kan afleggen. Natuurlijk is dit einde sentimenteel, zoals elk happy end sentimenteel is. Maar is het daarom een 'smartlap' over een 'perfecte nul' (de Volkskrant}? Ik ben juist aangenaam verrast dat de cinema soms nog een volstrekte underdog de gelegenheid biedt uit te groeien tot een positieve held. Forrest Gump is in de eerste plaats een absurdistisch drama over een buitenstaander, en pas daarna een soort maatschappelijke satire. Niet satirisch genoeg misschien? Toch: een film waarin de oerdomme hoofdpersoon verbaasd opmerkt dat hij in het leger beter op zijn plaats is dan overal elders -zon film heeft misschien in één zin gezegd waar anderen anderhalf uur satire voor nodig hebben. Waarom schreven de critici zoveel over de maatschappelijke, en zo weinig over de persoonlijke kant van deze film? Dat heeft alles te maken met het nog steeds levende spook van het 'anti-Amerikanisme', een denkbeeld dat hier tijdens diezelfde Vietnam-oorlog wortel schoot. Het spook is blijven hangen en leeft onverminderd voort in de hoofden van linkse, film-besprekende Europeanen. Een film uit Hollywood, en zeker een succesvolle, wordt door hen in eerste instantie met wantrouwen bekeken. Laat staan als die film ook nog handelt over de recente Amerikaanse geschiedenis. Dan steigert het spook en begint vuur te spuwen. Zon film kan bijna niet deugen, want de Amerikaanse cultuur zelf is nu eenmaal te oppervlakkig om te deugen. Dat een groot deel van de Amerikaanse filmproduktie inmiddels wordt gemaakt door de generatie van Vietnam-dienstweigeraars of jongere filmmakers, en dat zij voor hun voorbeelden vaak teruggrijpen op Europese films en stromingen - dat alles doet niets af aan de levenskracht van het spook. Heel anders vergaat het een onbekende film uit een liefst verre cultuur. Dat wil zeggen: bij een deel van de pers. Het bioscooppubliek denkt er precies omgekeerd over. Het spook van het anti-Amerikanisme is mede verantwoordelijk voor de flinke kloof die langzamerhand is ontstaan tussen de professionele kijkers en hun lezers: het bioscooppubliek.
VEEL kritiek op Forrest Gump richt zich op het beeld dat de film schetst van de protestgeneratie van de late jaren zestig. Verpersoonlijkt in de figuur van Jenny, Forrest's jeugdvriendinnetje en grote liefde. Jenny maakt de sixties actief mee als protesterende hippie, genietend van het bijbehorende vrije leven. Ze wordt er niet gelukkig van. In de film sterft ze aan een virusziekte. Is Forrest Gump daarom reactionair? Ik ben eerlijk gezegd wel blij met een film die het heilige huisje van de hippies eens een trap geeft, inclusief de leeghoofdigheid en de latente agressie. We weten intussen wel (of wisten dat toen al) dat de 'officiële' kant van Amerika - leger, politie, regering, om maar te zwijgen van andere instanties- goed fout zat ten tijde van Vietnam. Het imago van onkreukbaarheid van het gezag is voorgoed verloren gegaan. Er is werkelijk geen kunst aan om deze open deur nog eens in te trappen, tenzij je het doet met overdonderend nieuw feitenmateriaal zoals in JFK. Maar waar 'officieel' Amerika het altijd mag ontgelden, moet voormalig 'links' Amerika kennelijk worden beschermd, tenminste als het om films gaat. En zo zal Easy Rider voor een betere film worden uitgemaakt (zelfs voor een klassieker') dan Forrest Gump -alleen omdat de helden lang haar hebben. Easy Rider, dè hippe film van mijn middelbare schooltijd, de film die je gezien moest hebben vanwege de erin geportretteerde tijdgeest. De film die, toen al, mij en mijn vrienden zo enorm tegenviel. Die overeind werd gehouden door zijn soundtrack, het optreden van Jack Nicholson en het schokkende slot. En misschien door de mooie motoren. Maar in elk geval niet door zijn verhaal of door zijn twee hoofdpersonen, de heren Billy en Captain America, die een film lang niet verder komen dan vaag gewauwel en hun leven vorm geven met een richtingloze drugsroes. Hun reis was een grote vlucht. Opschepperig aangekleed met lang haar en motoren, maar nog steeds een vlucht. Er is een grote overeenkomst tussen Forrest Gump en Captain America. Ze horen tot precies dezelfde generatie; geboren in of vlak na de Tweede Wereldoorlog, volwassen geworden in de jaren zestig. Forrest Gump vertelt nu, vele jaren later, het verhaal van de andere kant, maar het is in wezen hetzelfde verhaal. Over een 'verloren' generatie, ontwortelden die wegrennen. In Forrest Gump overleeft de hoofdpersoon de sixties, en komt er achter dat hij niet altijd kan blijven wegrennen. Hij moet daarvoor eerst een paar keer van kust naar kust hollen. Precies zon reis als in Easy Rider wordt ondernomen, dwars door het fantastische Amerikaanse landschap. Alsof het land zelf verenigd moet worden. Absurde comedy, maar tegelijk is het een ontroerend beeld van het zoeken naar roots. Forrest vindt die ten slotte bij zijn zoontje. Is hij met dit einde nu een held van 'rechts Amerika' geworden? Worden hier de good old values van de conservatieve partij bezongen? Ik zie een alleenstaande vader die treurt om het verlies van zijn vrouw, een voormalige hippie. En om Bubba, zijn zwarte strijdmakker uit Vietnam. In feite treurt hij om zijn kapotte generatie, en er is niets triomfantelijks aan zijn eigen overleven. Als deze Forrest - de alleenstaande vader, oprechte domkop, en onschuldige lieverd - werkelijk het ideaal is van de Amerikaanse conservatieven, dan ben ik erg benieuwd naar hun volgende presidentskandidaat.
HET koppelen van deze film aan de 'verrechtsing' in Amerika ruikt naar oppervlakkigheid. Films als deze worden gemaakt over een periode van jaren. Dat Gump uitkwam juist op het moment dat bij Amerikaanse verkiezingen rechts aanzienlijk won, zegt over de film zelf net zo veel als het gegeven dat hij in produktie werd genomen op het moment dat Amerika massaal koos voor het nieuwe, 'linkse' van Bill Clinton, twee jaar eerder. Dat de film een eclatant succes heeft onder het huidige (rechtse?) Amerikaanse bioscooppubliek is waar. Maar dat succes is er eveneens in Nederland en de rest van de wereld, waar dan ook van verrechtsing' sprake zou moeten zijn. Eerder denk ik dat veel mensen eenvoudigweg iets herkennen in deze zoektocht van een buitenbeentje naar geborgenheid. De heksenjacht van de 'linkse' kritiek op Forrest Gump doet me iets teveel denken aan een intellectuele variant op het stenengooien waar jeugdige treiteraars in de film de hoofdpersoon op onthalen. Ik vind het heel wat als het bioscooppubliek massaal meevoelt met de uitzondering, en niet mee gaat doen aan het stenengooien. Jurriën Rood is filmer.
Robin Wright (als Jenny, links) en Torn Hanks (als Forrest Gump, rechts) In de film Forrest Gump.
Nederland wenst blijkbaar geen nucleaire ontwapening
IN april/mei wordt in New Vork een conferentie gehouden over de toekomst van het Non-Proliferatieverdrag, het NPV dat stamt hit 1970. Dit verdrag was bedoeld om het bezit van kernwapens te beperken tot de toen bestaande vijf kernwapenstaten (de VS, Rusland, China, Engeland en Frankrijk) en om uiteindelijk te komen tot afschaffing van alle kernwapens. Nu de afgesproken looptijd van 25 jaar dit jaar voorbij is, moet een beslissing worden genomen: onbeperkte verlenging of verlenging met vijf, tien of opnieuw 25 jaar. De stemmen zijn verdeeld: het Westen 's voor onbeperkte verlenging van een ongewijzigd NPV, veel ongebonden landen zijn voor beperkte Verlenging met één of meer perioden van bijvoorbeeld tien jaar. Op het moment is géén van de bovengenoemde vijf kernwapenstaten bereid zijn kernwapens af te
schaffen. Een extra probleem is dat er sinds 1970 minstens drie kernwapenlanden bijgekomen zijn: Israël, India en Pakistan, die zich geen van drieën bij het NPV hebben aangesloten en evenmin hun kernwapens kwijt willen. Geen van deze drie erkent trouwens officieel dat ze kernwapens hebben, maar ieder weet dat het zo is. Een vierde land, Zuid-Afrika, zegt dat het in 1993 zijn zes kernwapens heeft ontmanteld. Er gaan echter geruchten dat er nog tientallen kernwapens in handen van rechtse blanken zijn. Er dreigt nu een situatie te blijven bestaan dat, zolang deze acht of negen staten hun kernwapenstatus niet willen opgeven, andere landen ook kernwapens willen ontwikkelen. Hierbij moet niet alleen gedacht worden aan landen als Iran, Irak, Noord- Korea, maar ook aan Japan en Duitsland. De wereld zal op deze manier nooit vrij zijn van kernwapens, ook al zijn 166 van de 171 NPV-lidstaten voor nucleaire ontwapening. Er lijkt maar één manier te zijn om deze uitzichtloze situatie te doorbreken en toch ooit van kernwapens af te komen: de vijf kernwapenstaten die lid zijn van het NPV moeten toezeggen, geheel zoals in het NPV is overeengekomen, al hun kernwapens te ontmantelen, binnen een vast te stellen termijn. De overige drie kernwapenlanden (Israël, India en Pakistan) moeten onder druk gezet worden om binnen dezelfde, nog af te spreken, periode ook hun kernwapens te ontmantelen. De politieke en eventuele economische druk van de vijf kernwapenstaten en de overige 163 lidstaten van het NPV, zou genoeg moeten zijn om tot succes te leiden. Elke andere aanpak lijkt tot mislukken gedoemd. Zo zijn Egypte en een aantal andere Arabische landen tegen verlenging van het NPV, zolang Israël geen lid hiervan wil worden. Door deze houding staat verlenging van het NPV op het spel, aangezien Israël dit niet wil en Egypte voor zijn standpunt steun krijgt van een aantal niet-gebonden landen. Pakistan en India zeggen elk dat ze zich alleen bij het NPV willen aansluiten, als de vijf bestaande kernwapenstaten beloven al hun kernwapens op termijn af te schaffen èn als het andere land ook NPV-lid wordt. De huidige Nederlandse regering is voor onbeperkte verlenging van het NPV en tegen wijziging van het huidige verdrag. Een teleurstellend conservatieve opstelling. Een onbeperkte verlenging van het NPV komt namelijk neer op onbeperkte verlenging van de kernwapenstatus van de vijf erkende kernwapenstaten. De Nederlandse regering blijkt hiermee vóór kernwapens te zijn en tegen nucleaire ontwapening. Ten tijde van de oprichting van het NPV was Nederland fel gekant tegen een toekomstige Europese kernmacht. In het WEU-document 1420 van 19 mei 1994 wordt gesteld dat er snel een Europese kernmacht moet komen met deelname van ook Duitsland, omdat anders Duitsland zelf kernwapens zou moeten maken. Blijkbaar is Nederland het met die redenering eens, want van afwijkende meningen is in het document geen sprake. Het is niet alleen schokkend dat zulke visies op hoog niveau leven, het zou ook een grove schending van het NPV zijn als Duitsland kernwapens zou gaan produceren. Dat aspect wordt in het WEU-document niet eens vermeld. Waarom ontbreekt de politieke wil om te komen tot totale nucleaire ontwapening? Is het de wens tot behoud van de status quo? Want de militaire waarde van kernwapens is omstreden, het is veeleer een kwestie van status. Het wordt hoog tijd dat het bezit van kernwapens een land geen statusverhoging oplevert, maar slechts internationale afkeuring. De tijd is rijp dat de kernwapenstaten op de komende NPV-conferentie toezeggen al hun kernwapens te ontmantelen. Dat is pas echte non-proliferatie. Gecombineerd met een stringente controle en passende politieke en economische druk, zal dat andere landen eerder beletten kernwapens te gaan ontwikkelen dan het blijven vasthouden aan een achterhaalde nucleaire status. Joop Boer De auteur is medewerker van het project 'De Bom Voorbij' van het Trans National Institute.
Geachte Redactie Kind en kanker
Een verslag in de Volkskrant van 10 maart over het symposium 'Het ernstig zieke kind: Gezin en School' heeft bij Arnoud Olgers (Forum, 18 maart) geleid tot betreurenswaardige conclusies. In een reactie op het artikel stelt hij dat de psychosociale zorg in het Kinder-AMC berust op het onbespreekbaar laten van emoties. Dat is uiteraard niet het geval. Een ernstige ziekte bij een kind roept intense emoties van angst, verdriet en machteloosheid op. In de dagelijkse zorg voor kind en ouders wordt door de ziekenhuismedewerkers veel verdriet getroost en worden gevoelens van angst en bezorgdheid besproken. Nauw verweven met de medische en verpleegkundige behandeling wordt vanuit de Psychosociale Afdeling specifieke zorg verleend door pedagogisch medewerkers, sociaal verpleegkundigen, maatschappelijk werkers en psychologen. Indien nodig wordt aan kind en/of ouders een vorm van psychotherapie aangeboden. Voor de ouders waarvan een kind is overleden is er een speciale ontmoetingsmiddag met de ziekenhuismedewerkers. Op het genoemde symposium werd in het bijzonder ingegaan op de mameren waarop ernstig zieke kinderen en hun ouders zich aanpassen om met de onzekerheden om te gaan. Sommige ouders en kinderen vinden er baat bij frequent, en in grote openheid, over hun situatie te spreken. Zij willen zoveel mogelijk feiten over de ziekte en behandeling kennen. Anderen vinden rust door juist niet te veel te spreken over hun onzekerheden. Een grote variëteit aan aanpassingsstrategieën kan worden onderscheiden. Alle zijn bedoeld om een situatie die wordt gekenmerkt door onzekerheid en onbeheersbaarheid zo goed mogelijk te verdragen. Uit onderzoek, uitgevoerd in het Kinder-AMC, blijkt dat openlijk informeren van kinderen met kanker over de ziekte hun welbevinden en vertrouwen in hun omgeving ten goede komt. Arts en ouders worden dan ook aangemoedigd het kind zo spoedig mogelijk na de diagnose over de ernstige feiten te informeren. De mate waarin vervolgens met kind en ouders over de mogelijke implicaties van deze feiten en de onzekerheden moet worden gesproken, verschilt per patiënt en hangt nauw samen met hun aanpassingsstrategie. In de behandeling van kinderen met kanker is de laatste decennia veel vooruitgang geboekt. De droevige zekerheid van een fataal verloop is vervangen door nieuwe onzekerheden over het uiteindelijk resultaat van een veelal langdurige en zware behandeling. De zware behandeling wordt omgeven door een intensieve psychosociale zorg. Maar alle zorg die wordt gegeven kan niet voorkomen dat als een kind niet kan worden genezen, ouders worden geconfronteerd met de pijn van een groot verlies. AMSTERDAM B.F. Last Hoofd Psychosociale Afdeling Kinder-AMC
Energieheffing is voor huishoudens onterechte straf
VRIJDAG 17 maart besloot het kabinet om vanaf 1 januari 1996 alle kleinverbruikers een 'milieuheffing' op hun energieverbruik te laten betalen. Het gaat om 3,8 cent per m 3 gas oplopend tot 11,2 cent in 1998, en 3,5 cent kw/h elektriciteit. De eerste 800 m 3 gas en de eerste 800 kw/h elektriciteit zijn daarbij vrijgesteld. Voor een gemiddeld huishouden met een energieverbruik van 2500 m 3 gas en 2500 kw/h elektriciteit komt de heffing neer op ongeveer 125 gulden in 1996 oplopend tot 210 gulden in 1998. Wellicht zal het kabinet bij de behandeling van de begroting voor 1996 compenserende maatregelen voorstellen, maar volgens premier Kok is het niet de bedoeling de heffing volledig te compenseren. Nederland zal de kleinverbruikersheffing op energie in 1996 als eerste en voorlopig enige land in Europa invoeren. Onderhandelingen met andere Europese landen om gezamenlijk zon heffing in te voeren, zijn zonder resultaat gebleven. De heffing is bedoeld als een 'regulerende milieuheffing' die het energiegebruik moet terugdringen. De voorgestelde milieuheffing voor kleinverbruikers zal dat effect echter niet hebben. Het energieverbruik wordt er niet wezenlijk door teruggedrongen. De gemiddelde Nederlander is immers al veel zuiniger geworden met energie. Het aandeel van de huishoudens in het totale elektriciteitsverbruik is volgens het CBS tussen 1980 en 1990 gedaald van 21 naar 15 procent. De rek lijkt er goeddeels uit. De milieuheffing zal het energieverbruik van kleinverbruikers daarom nauwelijks verder doen afnemen. Volgens het Centraal Planbureau levert de maatregel slechts een energiebesparing op van 0,5 tot 1,25 procent. Mede dank zij het toegenomen milieubewustzijn - en steeds hogere kosten- gebruiken de meeste huishoudens relatief weinig overbodige energie voor noodzakelijke dingen als verwarming, koken en wassen. Op deze zaken valt dus maar moeilijk substantieel te besparen. Dat maakt de kleinverbruikersheffing op energie niet alleen ineffectief maar ook onrechtvaardig. Huishoudens worden belast voor energieverbruik dat ze niet kunnen missen. Volgens het kabinet is slechts 800 kw/h elektriciteit en 800 m 3 gas 'onvermijdelijk' gebruik. Een gemiddeld huishouden gebruikt ongeveer drie keer zo veel. De energieheffing is ook onrechtvaardig omdat mensen met de laagste inkomens er het zwaarst door worden getroffen. Voor hen is elke gulden méér een relatief groter deel van hun inkomen. Des te erger is dat deze kleinverbruikersheffing de werkelijke energieverspillers buiten schot laat. Sterker nog: de grootverbruikers worden gesubsidieerd door de kleinverbruikers. De 25 grootste energieverslinders in Nederland zijn elk goed voor een jaarlijks verbruik van meer dan 20 miljoen kw/h. Deze energieverslinders hebben momenteel gigantencontracten', waarbij zij stroom krijgen geleverd tegen gemiddeld eenderde van de prijs voor huishoudens. Kleinverbruikers met een energieheffing op extra kosten jagen, is dus de wereld op zijn kop zetten. Zolang de gigantencontracten blijven bestaan, wordt de energieverslinder beloond. Terwijl voor de kleinverbruiker geldt: hoe hoger het verbruik, hoe hoger de milieuheffing, geldt voor de grootverbruiker hoe hoger het verbruik, hoe lager de prijs. Door de invoering van de kleinverbruikersheffing schiet het kabinet met een kanon op een mug. Daarnaast ondermijnt de regering met deze maatregel het noodzakelijke draagvlak voor een goed milieubeleid. Als het werkelijk gaat om het bereiken van een zo groot mogelijk positief effect voor het milieu is het noodzakelijk als overheid regels op te stellen waarbij grenzen worden gesteld aan energieverbruik en milieuvervuiling. Voor de nu aangekondigde, zoveelste 'milieu-maatregel geldt het spreekwoord dat de kruik zo lang te water gaat totdat hij barst. Sneller dan de overheid in de gaten heeft, naderen we het punt waarop de mensen zullen zeggen: 'Ze bekijken het maar. Dit soort heffingen heeft niks te maken met zorg voor het milieu en alles met het gebruiken van ons als melkkoe. Dat is funest voor het kostbare milieubewustzijn van de bevolking. De kleinverbruikersheffing op energie is dus niet alleen ineffectief en onrechtvaardig maar ook uiterst kortzichtig. Remi Poppe De auteur is lid van de Tweede Kamer voor de SP.