TREURSPEL. a?
FIËSKO.
En deeze vierde beftaat...?
HASSAN» met levendigheid.
Uit kaerels, die hunnen man tusfchen vier muurën opzoeken; zich een' weg baanen, dwars door de gevaaren heen; hem rechtftreeks op de huid loopen, en , met den eersten groet, hem den grooten dank voor ieen' tweeden uitwinnen.
FIËSKO, ter zyde.
Dat's myn man: zulk een ontbrak my — (Tege* Hasfan,') Hoor, knaap! ik zal u by my houden.
HASSAN.
Ernst, of fcherts ?
FIËSKO.
■ Volkomen ernst: ik zal u duizend fëquinen 's jaars geeven.
HASSAN.
Top, Lavagna! ik ben de uwe, en laat het privaat Heven voor den henker vaaren. Gebruik my waartoe ^y wilt; tot uw' brak, tot uw' par farce hond, tot 'allerleie commisfiè'n ;maar volftrekt tot geen eerlyk beroep ; want daarby gedraag Ik my zoo lomp als een blok. FIËSKO.
Zyt onbezorgd. Wanneer ik een lam fchenken wil, laat ik het door geen' wolf brengen - Hoe is uw naam?
H A S S A N.
Mu'.ey Hasfan.