TREURSPEL. 23
BOURGOGNINO.
" Zou ik wel voor een' man geweken zyn, dien ik niet voor den eersten der menfchen achtte?
FIËSKO.
Nu dan, myn vriend: een man, die eenmaal mynen eerbied verdiende, zou ik - een weinig langzaamer leeren veraduen. Ik ben van gedachten, dat .het werk eens meesters te kunstig is, om zoo aanftouds, in zyn geheel, binnen het bereik van den leerling te vallen - Ga, Bourgognino, en neem tyd om te overleggen waarom Fiësko zoo, cn niet anders, handelt. (Bourgognino vertrekt ftilz.wygende.) Gavry, edel jongeling!-Wanneer eenmaal zulke vlammen in het Vaderland uitbarsten, dan mogen de Doria's vastftaan.
NEGENDE T O O N E E L.
FIËSKO, HASSAN: deeze treedt vreesachtig in, en ziet befchroomd aan alle zyden rond.
FIËSKO, hem naaitwkeuriglyk en lang in '/ oog houdende.
at wilt gy? — wie zyt gy?
HASSAN, als vooren. Een flaaf der Republiek.
FlËSKO.
' Slaverny is een elendig handwerk. (Hem geduurig fcherp in V oog houdende.) Nog eens, wie zyt gy ? B 4