De duyvelbanders, of De bedroogen officier, en de doorsleepen Mof te Muyden. Klugtspel

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    ( 2 )

    $ morgens vroeg tot 's avonds Iaat in de we weezen.

    j. Hi.NDRiK. Ik wil je gaarne geloven. Ma myn hev n man, ais je eens wist, wat ik wee je ?.oud je brood zoo zuur niet behoeven te ve dienen, ja je zoud op je gemak des daags e< lekkere fles by een ftuk gebraad kunnen kna pen.

    kastelein. Wac zeg je daar myn Heer — zc dat wa*r wazen ? Och do-; my dan het plezier-

    j, hendrix. Je kunt bezitten worden van et zeer grooten fchat

    kastelein. Van een zeer grooter fchat i Oei bewys my dan het genoegen, en maak dat dien gelakkigen bezitting worde; je kunt I dankbaarheid een jaar lang voor niet by my l geeren, en eeten en drinken wat jy lust. Ko aan myn goede Heer, wy zullen by voorra een lekkere fles wyn drinken; O my dat ik d fchat maur meester was! . j. hendjuk. Dat wil ik gaarne doen; maa wilt gy tot dat geluk geraken, dan zyn 'e boven alle anderen zaaken noeig 40 goude di caatei;, en wel in goud, want de fchat die 1 bekomen is, is goud, en —

    kasteiein. O my armen man! dan zal ik nin ïner zoo gelukkig kunnen worden, want ik heb zini het jaar 95. geen e;:kelde dubaat gezien, vei minder dat ik 'er een zou machtig wezen ; raas is daar dan geen ander middel op —en' was is tocg die fcöat?

    J. hendrik, Niet verder, dan 3 quart uur vi hier; maar zonder die ducaaten is 'er nimme middel op, om ooyt dien fchat te krygen. Maa weet gy dan niet iemand, die zo vee! gou bezit ? b

    ! ii L

    I

    lil!

    ; si!

    po 1

    LUI,

    bfi vint

    *'

    un, lal

    u dar. a ij.;

    ]>i Pi vee!)

    KA!

    tn a ■

    K wel n

    te, eeti«

    Ui

    vteii»

    KaJ|