Staatkundige bedenkingen betreffende het zeewezen der onderscheiden volken van Europa.
H "9 ):C
fchitterenden roem, door middel van den Vrede van 1763. De toetreding van bijkans alle de Mogendbeden van Europa tot dit Tractaat, verzekerde hem in het einde op eene onherroepelijke wijze het bezit van het Hertogdom Silene.
Geduurende een tijdperk van drie en twintig jaaren , die 'er van de komst van Fredrik tot den Troon, en den even gezegden Vrede van Hubertsberg verliepen , bepaalde hij zich voornaamelijk tot het verdedigen , en de middelen tot het meer en meer bevestigen der Prnisfifche alleenheerfching. Niet te min verloor hij het beraamen van de voomaamfte fchikkingen ten einde allengs den grond tot eenen zeehandel voor zijne Staaten te leggen, geenzins uit het oog, hoe zeer hij geheel zijne zorg daartoe nog niet geheel en al bepaalen kon.
In 1751 verklaarde hij Embden , eene Stad aan de ■Noord -zee, tot eene vrije haven; rigtte 'er eene O. Indifche Compagnie op, welke zes fchepen naar China zond, hoewel zij daar bij egter in de daad geen het minfte voordeel had. Eene andere Compagnie voor den handel op Bengalen, genoegzaam ten zelfden tijde ingefteld, deed flegts tweemaal eenige fchepen uitlopen. Buiten twijfel deed de oorlog van 1756, die intusfehen plaats greep, zeer veel tot het mislukken der ondernemingen, van deze beide Compagniën ; doch 'er waren tevens nog andere oorzaaken, welke geen geringen invloed op derzelver val hadden. Voor eerst de afgelegenheid dar haven van Embden, welke te zeer van de P 3 voor-