*oo
Het DERDE BOEK
zult gij met mij aan Josaphat, Judri's Vorst , die zijn ftrijd^aar Ra- bondgenoot was, of hij zich mede in den ftrijc e"n'* 'jowphIt wilde wikkelen, door in perfoon Ramoth te zet tot den Ko- helpen belegeren: Hij vond dien Vorst, door
ning I,raïls, , , n , i. 1
zo zal ik zin, vriendfehap cn ftaatkundige oogmerken verlo'mijf voïk voérd, hier aanftonds zo bereid toe, dat hij ais u volk, zo (jc belofte van hem ontving, om eenen lijn
mime paarden "
ais uwe paar- met hem te zullen trekken, en zo veel voetvolks , paarden en ruitcren te geeven, als Achab zelf, waarop de oorlog met Benvs. 5. Voor- had ad vastelijk beflooten werd. 5. Even-
SAPHATeitot dl°n vvel had de godvrugtige Josap hat hier nader-
hand berouw over, en vond, tot nadenken
heeden naar liet gekootnen , zwaarigheid over dien oorlog, waarwoord van 7e- D .... , , , ,11 hozah, toe zij zich onderling verbonden hadden ,
waarom hij Achab verzogt, om hoe eer hoe beter de begeerte van Jehovah hier omtrend te verneemen, daar hij anders niet gerust kon zijn; maar dit was nu te laat bedagt , en viel ongelukkig voor hem uit. vs. 6. Toen 6. Echter voldeed de Vorst van Israël aan Koning'^ragi zijnen wensch. Hij verzamelde namelijk een de Proiveten „etal vau 400 profeeten, die hem aanhingen,
omtrent vier o t
honderd man, en gewoon waren te vleien, meenende, dat t"t hun :ZC'za'ï de ecnllemmige gedagte , die hij wist dat %tl%TiGif^4 gun (tig wezen zou, van zulk een aantal inenten firiide trek- rci,cn zijnen bondgenoot wel gerust zou (telken of zal ik J _ , liet naiaaten ? len. Aan dezen Profeeten Helde Achab de
trckZopZ,ciwam vraag voor van Josaphat, en het eenjebovab zaïze paarjg antwoord was , dat de beide Ko-
3n dc hand des I » '
Konings geeven. ningcn zonder bedenking tot de belegering van Ramoth konden overgaan , daar zij de ftad in hunne magt bckoomen zouden; vs. 7. Maar 7. Maar Josaphat, of in het vermoeden, ïettóhTet "et dat het valfche Profeeten waren, of zich het