Redevoering omtrent de plicht van ieder ingezeeten deezer republicq, om voor de verlossing van zyn vaderland dankbaar te zyn.
De Plicht van yder ingezeeten aeezer Ré' publicq, om voor de verlosftng van zyn Vaderland dankbaar te zyn; en de overweeding wat hem, ingevolge van dien plicht, te doen /laat.
Groot e God Vader, en Weldoener aller Gebédi Menfchen! ontvang gunftig het gering blyk van dankbaarheid, dat een, door U heweldaadigd volk, U deez dag toebrengt; fierk ons, verleen' dén fpreeker de noodige kragt, den toehoorder de vereischte aandagt, om U in uwe groote en ondoorgrondbaare werken ten beste der nietige ftervelingen te ver* heerlyken. Het zy zoo.'
Waardige .' en met my, over het ivys beftuur des Allerhoog ft en, dankbaare Medeburgers en Medeburgeressen !
Het Vertegenwoordigend Lichaam des \tnleiding Bataaffchen Volks, heeft, by een wettig M decteét' decreet, deezen dag bepaald, daar toe, dat elke Gemeente zich zoude vergaderen, op dat dereelver leden eikanderen zouden opivekA ken