het sentimenteele.
9
gelijk ik zeide / ons verfchil eigentlijk uit beflist moet worden, en ik daar juist van dat fentimenteele fpreek, dat, naar de aanmerking des Schrijvers, stern e, en andere Engelfchen, met fine feelings, met edeler, fchooner, fijner gevoelens voor 't zelfde houden of verbinden (6). Laat mij
hier
(6) De Schrijver haalt hier nog de volgencte pasfage tilt ster we aan: Welk eene menigte gebeurtenisfen kan hij, in den engen fpan deezes levens omvatten , „ die zijn hart in alles belang jlellen „ en deelen doet".... Het werk zelf is het loon der moeite, het vermaak der proefneming heeft mijns zinnen ,, en 't best gedeelte van mijn bloed wak„ her gehouden , het grovere in flaap gewiegd. en befluit, dat, naar mijne befchrijving, dit geheele onderfcheid vervalt, dewijl het Jan genoeg is, om fentimentecl te zijn, eigen gewaarwordingen uit te drukken. Ja , om over 't. algemeen fentimenteel te zijn, maar niet, om het in dat vak van het fentimenteele te zijn , daar ons verfchil over is; dan moe* ten , naar mijne eigen bepialinj: , deeze eigen gewaarwordingen nog edel , fchoon en fijn of kiesch zijn. „Maar wat (gaat de Schrijver bladz. 13 voort) „ fluit dan de gewaarwordingen der zinnen en die „ der driften uit?" Dat fentimenteele, mijn Heer! daar ik vqor ijvere en dat ik wel duidelijk van het misdaadige feniimenteele , van dat voor de Hel, onderfcheide. Ook fluit sterne zelf de zinnen en driften hier niet iieheel uit. Hier toe dacht hij te naauwkeutig. „ Ja wat zou dan den lichtmis beletA 5 >, ten