B- E G- I N(
dingen niet- gezegd hadde ? Ik wenschte wel, dat ik eene beetere reede had kunnen vinden. (33) Men oordeele, of het deeze zou kunnen zyn , dat nu de uure kwam, vs. a. Hy„ hadde.hun wel mishandelingen voorfpeld ; maar nooit, dat die zo naby waren. Als een gevaar nog verre af is, neemt de Mensch het niet zeer ter harte. Hy fielt den doodlyken dag verre ; vooral, als hy nog op iets hoopt,- 't welk dat gevaar zou kunnen afwenden., Wy mogen denken, dat het met de Difcipelen ook zo geleegen was, naardien.zy het. hoofd fteeds vol hadden van een aardsch Koningryk, door Jefus op te richten, waar in zy eene aanzienlyke plaatfe zouden bekleeden ,- waarom zy reeds met malkan-, deren getwist hadden, wie van hun daar in de meeste zoude zyn. Dat nu, die mishandelingen zo naby waren, had Hy hun van den beginne niet gezegd, en ook niet kunnen zeggen, om dat die hun eerst zouden overkoomen, < na dat. Hy zou heenen gei gaan zyn tot den Vader* dat is, zou opgevaaren zyn na den Heemel , ...van welke gebeurtenisfe Hy fprak vs^ 5 en 7. (3) En dus zal de reede ook wel ftrooken , waarom Hy die dingen, dat de uure kwam*, waarin die mishandelingen - bun zouden worden aangedaan, hun voorheen niet gezegd hadde : Naamelyk , om dat Hy by hen dieden was. Zo Ung Hy , by hen was ftonden zy onder zyne. magtige bafcherr minge. Meer dan eens leest men, dat de Jooden zochten hunne handen aan Jefus te ftaan, ja! Hem te dooden ; maar men leest niet, dat zy iets. ondernomen hebben tegen zyne Difcipelen zelfs- niet, toen zy, op zyn bevel, en uit zynen naar me , van Stad tot Stad , verkondigden, dat het Koningryk der Heemelen was ..naby gekoomen. Dat was zekerlyk toe te fchryven aan zyne Godtlyke kragt, die hen de handen gebonden hield. .Dat toonde Hy nog in den laatften nacht, van zyn leeven., toén Hy tot de Schaare , die gekoomen was, om Hem te vangen, met, een woord van Oppermagtig bevel zeide: Indien gy dan,my zoektzo, laat deezen , zyne Difcipelen , gaanJoh. XVIII: 8. Daar Hy dan wel wist, dat zy niets zouden te vreezen hebbent, zo lang-fly-.by -hen ^««.hier op Aarde, -zo hadde Hy niet noodig geagt, hun ie zeggen^ wanneer Ai^, dingen hen zouden treffen. .Zelfs had Hy tot op het
E E G I N.T 205
laatfte vermyd hun te zeggen, dat Hy d& Waereld zou verlaaten, en weder heenen gaan tot den Vader, om hen niet te vroeg te bedroeven, naardien Hy wel wist, hoe zeer zy op zyn ligchaamlyk byzyn gefteld» waren. Maar nu was de tyd niet verre, meer af, en daarom agtte Hy het nu noo-. dig,om hun te zeggen, dat<& Uure kwam, i dat Hy zou heenen gaan , en dat zy terftond daar na zo mishandeld en vervolgd zouden worden, op daf.zy niet-mogten ge**, ergerd worden, wanneer die dingen gefchie*. den zouden, vs. 1. Maar gedenken, dat Hy. het hun gezegd., gewaari'cliouwd hadde, vs. 4a, en zy zich in tyds daar tegen opbeuren mogten met de Belofte , dat Hyhen.gepn Weezen zou laaten, Joh, XIV: iti. Dat, fchoon zy zyne ligchaamlyke tegenwoordigheid zouden moeten derven , de. Vader hun evenwel, op zyn gebed, eenen anderen Trooster zoude geeven ; naamelyk,, den Geest der. Waarheid, die hun befiendig-, zou.byblyven,-.vs. 16, ,17. Zo, om hen in hunnen druk zo te troosten, zo te bemoedigen , dat het zelfs hun eene,.blydfchap^ zoude zyn, dat zy waerdig geagt wierdenv om .Jefus naams wille fmaadheid te lyden Hand. V: 41. Als. om hun eenen mond,, en zo eene wysheid. te geeven, om -zich-, te verantwoorden, dat hunne .Vyanden 'eftover verbaasd, ja ! .-befchaamd-zouden ftaan, zo als Hy hun voorheen al hadde beloofd, Matth. X: 19,-,-ao.
BEGIN CEnde Hy is het Hoofd des Lig,*, chaams (naamelyk) der Gemeente: Hy, die. het) is, de Eerstgeboorene uit den dooden9 op dat Hy in alles de Eerfte zoude zyn, Kolosf» 1: 18, Paulus,wil de Geloovigen .te Kolosfy den Heere Jefus ■ leeren kennen, in zyne alles-te- bovengaande-voortreffelykheid \ zo , ten aanzien van zyn Godtlyk Zoonfchap , zynde het Beeld des Qnzienclyken Godts,- vs. 15a ; -als , ten aanzien zyner Godtlyke werken : In het Werk der Na* tuur, als zynde de Schepper en Onderhouder van alle dingen , die in de Heemelen en op Aarde zyn, vs. 15b, .16, 17. En in het Werk der Genade , waar'..in -het Hoofd is der Gemeente, vs; 18. Waarom dit vs. door het Koppelwoordeken Ende, wordt verbonden met de naastvoorige verf en, aks zynde dit laatfte zo wel, als het eerfte een bewys vaii zyne voortreffelykheid. Dè AposteU leert in dit 18. vs. (X). Wat de Heere Jefus zy in het Ryk' der Genade.
C c 3 Q).-