»° Z A M A,
Zoude ik myn Zama niet beminnen, die myn fmarte In vreugd , myn flaverny herfchept in zaügheèV En gy gelooft zulks nog ?... neen, lieve Zama! neen Hoe gruwlyk laag is 't een ondankbaar mensch teheeten ■ Indien natuur noch pligt, opvoeding noch geweeten, My leerden hoe 'k u myne erkentnis toonen moet, ' Dan had voor 't minst' myn ramp,myn fterkeliefdegloed My die verheven deugd geleerd en aangeprezen. Zama.
Myn Waarde! zou uw min niets dan erkentnis weezen Dan blaakte uw hart geenszins zo als't behoort voor my.' Dan waar' myn liefde flechts belang of hovaardy En de uwe alléén een pligt. ö! Zo verflaafd van zinnen, Zo treurig moeten wy elkandren niet beminnen. EtvIRO.
Myn lieve Zama! ik bemin u niet door dwang. Myn liefde fpruit, zo min als de uwe, uit zelfbelang Maar zy verkrygt, zo iets haar fterker kan doen blaaken, Door uwe goedheid, die voor myn behoud wil waaken' Door uwe zorg, waardoor myn rampfpoed word verzacht' Door uw mildaadigheid, die my hier voedzel bragt Om myn gezondheid, zoveel mooglykzy, tefpaaren, Vernieuwde kracht om in haar' yver voort te vaaren. Wat zoude ik, buiten u, reeds zyn geweest? gewis Waar' door nooddruftigheid, door angst en droefenis, JJoor d'al te zwaaren last der ketenen, myn leven Verkort, myn lyk voorlang aan 't graf ten prooi gegeeven.
Ja,