Het tweede Algemeen Evangelisch Nationaal Zendingsfeest, Donderdag 14 Julij 1864 te Wolfhezen gehouden, herdacht
tijd, die eindelijk zeker zou aanbreken — al bejegende hen ook bittere spot van Jerioho's inwoners en al schenen de muren van dat Jericho nog maar immer niet te zullen vallen. Dat zou eerst gebeuren op den zevenden dag, nadat men zes dagen lang dat onbegrijpelijke gebod van den Opperbevelhebber had opgevolgd. Dan zou de Heer op eenmaal geven, dat langzaam en onmerkbaar door het geloof en het bazuingeschal was voorbereid.
Is dat niet het beeld van onze roeping in den geestelijken strijd? Gelijk Israël zoo hebben ook wij de wereld te overwinnen, maar voorzeker niet anders dan Israël dat Jericho gedaan heeft. Niemand heeft verlof om zich aan den strijd te onttrekken en dien aan anderen over te laten — plaatsvervangers worden hier niet toegelaten — maar allen moeten wij, in de volle wapenrusting Gods, tegen het Jericho der wereld optrekken. Eenmaal zullen daarvan voorzeker de muren ineen -storten, maar eerst nadat wij dag aan dag het bevel des Heeren hebben opgevolgd. En dat bevel is om aan de rei der apostelen en van alle vroegere Godsgezanten ons aan te sluiten en in den geloove op de bazuin des Evangelies tê blazen. Op ons ootmoedig geloof en het luide bazuingeschal der prediking, is ons de belofte der overwinning gegeven.
De belofte der overwinning! — maar vertraagt de Heer die belofte niet? Moeten wij het niet hoeren dat wij als dwazen bespot worden? Staan nog niet immer de muren van dat groote Jericho onbewegelijk?
Vreest niet, gelooft alleenlijk, Gel! want ook als Israël hebben wij eene zelfde overwinning te verwachten. Reeds is menig Jericho gevallen in den loop der eeuwen en menig volk en hart, door het bazuingeschal der prediking, gewonnen voor het Godsrijk. De overwinning, die de Heer ons eindelijk, maar dan op eenmaal zal geven, wordt intusschen langzaam voorbereid. Neen, voorwaar, de Heer vertraagt zijne belofte niet, laat ons daarom ook niet vertragen. Onze wapenen zijn het gebed, het geloof en het luide bazuingeschal des Evangelies. Die wapenen hoe de wereld ze ook moge bespotten — zijn de eenige, die haar zullen overwinnen. En die overwinning gaan wij te gemoet. Het Jericho der wereld zal vallen, gelijk eens het oude Jericho gevallen is — maar eerst gansohelijk op den zevenden dag. Dan zal het geheele Kanaan der wereld voor den Heer en zijn Koninkrijk zijn veroverd. Dan zullen alle Kanaanieten zijn verdelgd en gedood — neen gebragt onder de wettige heerschappij huns Konings,