God verlaat de onschuld nooit

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    rJ PV^l orl dn rrnA« 1. -1 11. i Kf

    gauo ie Biaan. ais nu toevallig deze persoon in de olie gespeculeerd heeft, is het zeer begrijpelijk, dat hy in diepe gedachten is weggezonken. Immers verandering van weer voorspelt rijzing of daling, daling of rijzing in de prijzen.

    // Foei! roept hier misschien de een of ander mijner jonge vrienden, » welk een omhaal van woorden 1 Dat alles doet immers niets ter zake! Zacht wat! Zoo aanstonds zult gy het zien, dat juist, doordien deze heer zoo in gepeins verzonken was, onze Duitsche vriend den grond legde tot die vrome en verstandige zielkracht, die hem met kalmte in zijn lot deed berusten, en maakte

    dat hij later zonder eenige bitterheid het groote onderscheid tusschen de verschillende standen kon nagaan.

    Doch luistert allen maar naar het vervolg!

    Naauwelijks was de stoet voorbij, of ziet! daar komt de oude nieuwsgierigheid by onzen vriend weder op. //Wie, denkt hij, //mag dat wel wezen, die daar zoo ♦ / deftig begraven wordt P Ik zou het ligt eens kunnen vragen ! Zoo gezegd, zoo gedaan. Met een paar stappen was hij den trein op zij, en nu rigtte hij zich toevallig tot dien heer, dien hy zoo treurig en met neergeslagene oogen achter het lijk zag gaan. //Ach, mynheer!" zeide

    hii ZAfthtiAa fnf Kom .. „— .1 _ 11 ,

    «j— "wu, // gcYvia was ue overieaene een goea

    vriend van u., Het was...." //'K versta je niet," mompelde de heer, die vermoedelijk slechts de laatste woorden had gehoord, en het zonder twyfel vreemd vond dat men hem in dezen oogenblik iets vroeg. Ziet gij nu wel, dat mijn omhaal niet zoo nutteloos was? Immers, bijaldien deze heer niet in zich zeiven gekeerd ware geweest, had hy de vraag stellig verstaan. Mag de Duitsche taal voor eenen handwerksman of matroos al onverstaanbaar zijn, voor eenen man in den beschaafden stand is zy dit in ons vaderland niet. Hieruit — dit

    *

    zij in het voorbygaan opgemerkt — kunt gij zien, dat het vlijtig aanleeren van vreemde talen onbegrijpelijk veel voordeel en genoegen verschaft. Het verheft u in fatsoenlijken stand, verschaft u ruimer werkkring, opent u den weg tot velerlei kennis, neemt vele verkeerde begrippen en misvattingen weg en doch ik somde reeds

    meer dan genoeg op. Eaadpleegt uw eigen verstand; het zal u meer zeggen dan de bladen, die ik tot opwekking en aanpryzing zou kunnen volschrijven. Ten slotte leg ik u, na in mijn verhaal tot hiertoe te zijn gekomen , deze vraag voor: zoudt gy, wanneer het lot u in een vreemd land deed komen, daar gaarne even zoo hulpeloos staan, als de goede man, dien wij op zyne wandeling door Amsterdam vergezeld hebben ? Denkt over die vraag eens met ernst en verstand na! Voor het oogenblik laat ons tot onzen hoofdpersoon terugkeeren.

    Zoo als ik u zoo even verhaalde, werd onzen eerlyken reiziger op zyne vraag weder geantwoord: // 'k versta je niet!" Hierdoor ontstelde de goede man zoo, dat hem de tranen in de oogen kwamen, en hij, zonder het zelf te weten, overluid uitriep: // Arme Kverstajeniet! Ach! wat helpt u nu die rykdom , wat baten thans uwe schatten? Waarlijk, zij geven u niets meer, dan wat myn arbeid mij ook eenmaal zal verschaffen, namelijk: lijkbaar en doodkleed! Wat hebt gij nu aan die fraaije bloemen, welke ik weinige uren geleden voor uwe vensters zag prijken, die ik zoo bewonderde ? Zij alle blijven in uwe woning, en uw graf zal welligt een even eenvoudig bloempje sieren, als hetgeen later boven het mijne zal bloeijen. Arme man! u, dien ik dezen morgen zoozeer heb benyd, u beklaag ik weinige uren later."

    Door deze gedachten overstelpt van aandoening, voegde hij zich by den trein, als behoorde hij er bij, en volgde de dragers naar het kerkhof, waar hy ver-