Museum voor land- en volkenkunde en Maritiem museum "Prins Hendrik"

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    verwijderde streken van den aardbol doorloopt de mensch in hoofdzaak denzelfden ontwikkelingsgang; en tevens leert zij, dat veel van hetgeen bij min of meer primitieve volken nog krachtig en in vollen omvang leeft en een verklaring vindt in hunne beschouwingen en opvattingen, men evenzeer aantreft bij volken die zich hoogst beschaafd noemen; maar hier meestal slechts als een onbegrepen gebruik, waarvoor men vaak in verkeerde richting een verklaring zoekt.

    Langzaam aan zal de tijd komen, dat men afwijkende manieren, een andere kleur van huid, verschil in denken beoordeelen zal als verschijnselen, als eigenschappen, zooals men doet bij de hoenderrassen, die ook verschillend zijn in velerlei opzicht. De waarheid, dat er verschillende soorten van menschen zijn, hoe banaal zij klinken moge, kan men zich niet te dikwijls herinneren. Maar waardoor onderscheiden zij zich? Hij die — nu eenmaal wonende aan de oppervlakte der aarde — gewoonlijk aan de oppervlakte der dingen blijft, vindt die verschillen het grootst; wie dieper doordringt — en een ethnologisch museum wekt daartoe op — komt alras tot de overtuiging, dat er meer gelijkheid, meer overeenkomstigs is dan hij oorspronkelijk meende. Onze eigen voortreffelijkheid komt er dikwijls slecht af; menigeen zal, wanneer de museum-deur achter hem dichtvalt, zich afvragen waarin onze hooggeroemde grootere ontwikkeling eigenlijk bestaat; en met wat meer vriendelijkheid terugdenken aan zijne voorouders, die — nog betrekkelijk zoo kort geleden — met pijl en boog gewapend en met een wolfsvacht gekleed, hun maal gingen schieten in het bosch.

    Zij die veel gereisd, gezien, gelezen hebben, zijn in den regel minder vaardig in het oordeelen dan anderen; men wordt al leerende voorzichtiger. Zou thans, nu school en huisgezin zóó lang opvoedend aan den arbeid zijn, een Chinees in zijn landskleeding bij ons ongedeerd over straat kunnen gaan? Men weet, dat „een rare Chinees" in 't Hollandsch beteekent: een zeer zonderling persoon, iemand die zich bijster vreemd gedraagt. En terecht, nietwaar? Chineezen spreken van Westnoord en van Westzuid, hun kompasnaald wijst naar het zuiden, en hunne officieren dragen kralen halskettingen, loopen met waaiers en stijgen rechts te paard, Chineezen eten met houten breipennen en drukken, bij een ontmoeting, niet elkanders maar hun eigen handen; een boek