Schoolflora voor Java

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

Volwassen bladeren van onder kaal of bijna kaal. Kelkslippen van binnen vaak behaard. Vruchten öf stomp 4—5-kantig óf tweevleugelig, 30—45 mM lang 6.

6. Bloemen 6-7 mM middellijn, in 70—125 mM lange aren of trossen, geelwit, zuur stinkend, de aan den top der bloeiwijze geplaatste (of soms alle) d. Stijl in de <3 bloemen zeer kort, in de § bloemen ± 5 mM lang. Steenvrucht bolvormig-vijfhoekig, met in zeer kort steeltje samengetrokken voet, dicht en zeer fijn behaard, niet wrattig, bij rijpheid 30—35 mM lang, kern 5—8-ribbig. Bladsteel 20—50 mM lang, zonder klieren. Bladeren elliptisch-omgekeerd eirond, met spitsen voet en kort toegespitsten, stompen top, dun leerachtig, kaal, van boven fijn doorschijnend gestippeld, 100—200 mM bij 50 100 mM. Zijnerven aan weerszijden der middennerf 6—10, opstijgend. Boom. 25.00—50.00. Oct., Nov. Geheel Java in bosschen beneden 1500 M zeehoogte, soms ook aangeplant. Djaha, j. — Djaha

kebo, j. — Djaha 'sapi, j.

T. belérica Roxb. var. laurinoides Clarke.

Bloemen ± 5 mM middellijn, in 100—200 mM lange aren, zoetachtig welriekend. Steenvrucht langwerpig, 30—45 mM lang, met 2 groote, lederachtige, horizontaal gestreepte, 30—45 mM breede vleugels, kortharig. Bladsteel 10—50 mM lang, meestal langer dan 25 mM, zonder klieren. Bladen langwerpig-omgekeerd eirond, met spitsen voet en vrij spits toegespitsten top, dun leerachtig, kaal of bijna kaal, niet doorschijnend gestippeld, 100—160 mM bij 35—70 mM. Zijnerven aan weerszijden van de middennerf 8—10, opstijgend. Boom. 25.00 50.00. Sept. Geheel Java tusschen 200 en 1400 M zeehoogte, overal zeldzaam. Djaha, j, s. — Djeuheu, md. — Kloempit, j. T. bialata Kurz.

2. Lumnitzéra Willd. Doedoek, j.

1. Trossen eindelingsch aan. de twijgen en aan den top van bebladerde zijtakjes, dichtbloemig. Bloemsteeltjes 5—10 mM lang, kelkbuis 8—11 mM lang, weinig samengedrukt, tanden kort en stomp, onduidelijk gewimperd, kroonbladen rood, ovaallangwerpig, vrij stomp, 5—6 mM lang. Meeldraden 5 10, helmdraden rood, vaak ongelijk, de langste 8 9 mM lang en dus duidelijk langer dan de kroonbladen. Stijl min of meer excentrisch, 6—7 mM lang. Steenvrucht 15—20 mM lang. Bladeren verspreid, langwerpig-omgekeerd eirond, met in den korten steel afloopenden, spitsen voet en breed afgeronden of