Schoolflora voor Java

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

meerendeels gevind, blaadjes 3 of 5, aan enkele bladeren ook wel 1. Klimmende heester. 1.00—4.00. Jan.—Dec. Om de fraaie bloemen soms als sierheester aangeplant (Cl. flórida X Viticélla).

•J- Cl. Jackmdni Jackm.

4. Helmbindsel boven de hokjes *) niet of nauwelijks verlengd.

Bloemen wit. Stengels kantig. Bladeren meerendeels samengesteld, bladsteel aan den voet niet tot een omwindsel verbreed. 5.

Helmbindsel boven de hokjes ver verlengd. Stampers zeer talrijk 6.

5. Helmdraden der binnenste meeldraden bij oude bloemen aan¬

merkelijk langer dan haar helmknoppen. Kelkbladen hoogstens 15 mM lang. Stengel doorgaans duidelijk behaard, bladeren gevind of dubbelgevind of ten deele enkelvoudig, blaadjes met spitsen top, vaak gezaagd. Klimmende heester. 2.00—4.00. Mei—Nov. In de bergstreken. Zeer veranderlijke plant. Galing, md. — Sepo Sepo, md. — Slerem, j. — Tjlerem, j. Cl. Vitalba L.

Helmdraden der binnenste meeldraden zelfs bij oude bloemen niet of nauwelijks langer dan haar helmknoppen. Kelkbladen 13—30 mM lang. Stampers 3—10. Stengels hol, met uitzondering der bladoksels weldra kaal. Bladeren gevind, blaadjes meestal 5, eirond met doorgaans stompen, door een klein spitsje gekroonden top, gaafrandig, kaal. Klimmende heester. 1.00—6.00. Jan.—Dec. In tuinen zeer vaak als sierheester aangeplant, inheemsch in Japan. Kembang kalimatis, m. — Kembang klemat, m.

f Cl. paniculdta Thunb.

6. Bladeren alle enkelvoudig, glanzend, donkergroen, leerachtig, vaak

eeltachtig getand, 100—280 mM lang. Bladstelen aan den voet niet tot een bladachtig omwindsel verbreed. Bloemen in pluimen, van binnen donkerpurper, van buiten bruin. Stengel rolrond, massief, spoedig kaal wordend. Klimmende heester. 2.00—6.00. Jan.—Aug. In de bergstreken in het wild, in de lagere gewesten soms als sierheester aangeplant, daarvoor echter weinig aanbevelingswaardig. Sanghoer, j.

Cl. smilacifólia Wall.

Bladeren — althans de hoogere — drietallig of gevind, blaadjes eirond-langwerpig, 50—80 mM lang. Bladstelen aan den voet tot een groot, gelobd omwindsel verbreed. Bloemen alleenstaand, zeer lang gesteeld. Klimmende heester. Alleen op den Gedeh gevonden, volgens sommigen een vorm der voorgaande soort.

Cl. coriacea Korth.

!) De helmhokjes zijn zijdelings geplaatst. Indien het helmbindsel niet verlengd is, reiken de hokjes ongeveer tot aan den top van den meeldraad, — is het helmbindsel wel verlengd, dan ligt de top der hokjes ver onder den top van den meeldraad.