Berekening der vruchtbare en onvruchtbare dagen in het huwelijk volgens Knaus, Ogino, Takata, Smulders

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    open vraag of alleen het barsten van de follikel dan wel de werkzaamheid van het gele lichaam, of beide tezamen een verandering hebben ondergaan. De uitzonderingen heffen den regel niet op, maar bevestigen hem. Een koortsaanval van 40° C. en een lage temperatuur van 35° C. doen niets af aan het feit, dat de menschelijke lichaamswarmte wettelijk tusschen de 36° en 37° C. gelegen is. En om de parallel tusschen het rijpen van het ei en de zwangerschap voor de derde maal te trekken: Alles wat de lichaamsvrucht betreft schijnt krachtens opgedane ervaringen ook voor het rijpwordende ei te gelden. Wanneer een geestelijke of lichamelijke schok werkelijk in staat is een, met betrekking tot den gemiddelden rijpingstij d verlate follikelbarsting te veroorzaken, dan komt ook hier de vroeggeboorte als een vorm van miskraam en de te late geboorte als een doode vrucht ter wereld. De betreffende menstruatiemaand wordt derhalve onvruchtbaar. Vergelijk blz. 26, voorlaatste alinea.

    Onder de 100 bladzijden afzonderlijke berichten in het boek van Smulders kunnen wij geen enkel geval vinden, waar een buitengewoon verlaat of vervroegd vrijkomen van het ei gevolgen heeft gehad, hoewel Smulders deze mogelijkheid niet uitsluit. Daarentegen spreken vele gevallen voor het tegendeel. Het eenige geval no. 27, dat als tegenbewijs zou kunnen worden aangevoerd, is niet overtuigend, want daar kon iemand, die zelf aan het berekenen was gegaan, slechts een slordige lijst vol fouten bij het berekenen van de schommelingsformule overleggen.

    Aangezien het hier echter om een nog niet geheel opgehelderde kwestie gaat, raadt Smulders aan om wanneer zich storende gebeurtenissen voordoen, die het barsten van de follikel voorafgaan of deze begeleiden, de onthoudingsperiode wederzijds met 1—3 dagen te verlengen. (Vergelijk blz. 52—53.)

    Een 3e natuurwet — gelet op de voorzichtige, met alle uitzonderingen rekening houdende wijze, waarin het hier werd medegedeeld, verdient het zeer zeker dezen naam — luidt derhalve:

    Wettelijk heeft het barsten van de follikel en het vrijkomen van het ei circa den 15en dag vóór de daaropvolgende menstruatie plaats.

    De dubbele rol, welke het gele lichaam (corpus luteum) speelt.

    1. Nog vóórdat het gele lichaam zijn pionierswerk ten opzichte van het slijmvlies van de baarmoeder begint, is het jonge ei door het bovenste einde van den eileider opgevangen. Nu glijdt het — al of niet bevrucht — in een tijdsverloop van ongeveer 10 dagen naar de baarmoeder.