Volksvooroordelen en bijgeloof

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

duivel of Joosje voor in de gedaante van een zeer zwaarlijvig raensch met 18 armen, De Egyptenaren hadden hunnen Anubis ot Blaffer, een mensch met een hondenkop, terwijl men er elders den kop eens roofvogels op plaatste, echter wordt de diermensch meer met eenen korten hoornigen saterkop en bokkepooten voorgesteld. Zoo stelt men zich den duivel in Nederland voor als een over geheel het ligchaam, zwart, kortharig mensch met een menschenvoet, een paardenpoot en eenen koestaart, wordende naar zijn zwart haar Heintje pik genoemd.

Volksvooroordeel vindt men ook vrij algemeen tegen vleêrmuizen, uilen, schilpadden, paddestoelen en vele andere dieren en planten.

i. Echo's en Bergduivels, Bergnimfen (Oreaden) grimmige dwergen en klipspoken (Meliae's) vindt men ongemeen veel in de Duitsche sagen, als ook oude grijze bergmannetjes van drie voet groot en een schootsvel voor, werkende somtyds in de mijnen. Ook zyn de Rijnstreken vol Berggeesten, even als de Zwitsersche gebergten. De voornaamste Echo in Nederland is die van Muiderberg. Volgens de fabelleer was Echo de dochter van de lucht en de aarde, een nimf, behoorende tot het gevolg van Juno.

j. Heidegeest. In deze meent men den geest der afgestorvenen te hooren en dikwerf ook te zien, houdende zich veelal in boomachtige heidestruiken (Erica arborica) op, in welke zij hunne klaagtoonen en verzuchtigen doen hooren over hunne verkwistende nakomelingen.

k. Voorloopen of voorverschijningen. Deze spookeryen ziet het bygeloovige volk in op handen zijnde lijkstatiën, wagens met doodkisten en gevolg, brandende huizen of molens, — zeilende schepen waar nog geene kanalen zyn, doch die daar zullen worden gegraven, hooioppers waar nog water is, doch dat eens wei-en hooiland worden zal, enz. enz. Jammer echter, dat men het zien diev voorspoken, gewoonlijk eerst hoort verhalen als de zaak reeds bestaat, of de aanbesteding reeds heeft plaats gehad, dan zegt men: die of die heeft er reeds den voorloop van gezien — stort een gebouw geheel of ten deele in, dan n. 1. als het in puin ligt, wordt verhaald, dat A. of B. in de buurt het reeds had hooren vallen, ook had C. op een stillen nacht een vreesselijk gedruisch gehoord. De verhalen van voorloopen en voorgevoel zijn legio. Hoe dikwerf hoort men niet zeggen als er eene ramp gebeurd is: ffHet lag mij al op de leden dat er iets gebeuren moest." d. i. ik had er reeds een voorgevoel van.

I. Naloopen of nav er schijning en. Zoo gevreesd als de voorloopen zijn, zijn dit ook de naspoken of naloopen, bestaande in het verschijnen van vroeger geleefd hebbende personen, die niet kunnen