Volksvooroordelen en bijgeloof

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    klein eilandje in de Zuiderzee zijnen naam zou hebben ontleend. Misschien is de spookende XJrkt die zich gaarne in gras verbergt en daarvan een nest maakt, niets anders dan de onschuldige zwijnegel. Bilderdijk zegt in zijne geslachtlijst der zelfstand, naamw. op Hurk, dat Urchin in het Engelsch Egel beteekent.

    b. Pygmeetjes zijn gebrekkige, gebulte, doch zeer looze dwergen, gewoonlijk begeven zij zich eerst tegen den morgen ter ruste en slapen in den voornacht niet. Zij zijn zeer bedreven in de tooverkunst {Magie), verstandig, doorslepen en ondeugend, terwijl zij tevens ongemeen kunstige smeden en juweliers ziju. In geheel Duitschland en Nederland heeft zich onder deze dwergen Keutel• duimke zeer vermaard gemaakt, behoorende nog heden tot de baker-vertellingen, even als de fabelen der Lilliputters; ook in Moeder de Gans, wordt het looze Kleinduimpje en zijne broeders door een vervaarlijken menschenvreter vervolgd.

    Men vindt goede en kwade Pygmeetjes; beide kunnen zich in de gedaante van eene vlieg veranderen en iemand om de ooren snorren; van deze dwergen heeft men het gezegde: nwacht u voor degenen, die geteekend zijnWat aan het ligchaam in volkomenheid ontbreekt, is in het verstand vergoed. Maar heeft de dwerg rood haar en vurige oogen (duivels-brand): vertrouw hem dan niet.

    c. Kaboutermannetjes (Fannos) en bij de Franschcn Gobelins genaamd, behooren tot de huis duiveltjes, spelende veel met het kalk der dakpannen en voeren ook het gebied over de metalen. Hieronder heeft zich in de volkssprookjes vooral zekere Jan met de roode muts vermaard gemaakt, als ook het Roodmannetje, dat Napoleon I tot drie malen toe bezocht heeft. Volgens Schott nestelen deze huisduiveltjes bij voorkeur in turf en brandhout. Zij stelen als de raven en brengen den begunstigden huisgenooten geld. Zij snoepen ook gaarne melk en boter, waarom ze door sommige huismoeders Likduivels heeten. Zet men hun op den zolder melk en spijs gereed, dan verrigten zij allerlei kleine diensten en verjagen de ratten en muizen, waarom de Duitschers hen ook wel Ouldekins noemden; zij zijn opgeruimd, goedaardig en dienstvaardig; echter brengen deze drukke nachtspoken wel eens dit of dat te zoek of in de war. Er zijn ook Tuin-kabouters met een waggelenden gang; sommigen zijn kleiner dan de kleinste spinnen en mieren.

    d. Trollen in het Deensch Trolde, elders Drollen, Dreutels, beukers en keutels geheeten, zijn dwergen en aardgeesten, waaronder de padde en de mol ook hare rol spelen. De vrouwelijke Trollen begeven zich des nachts, wanneer er geen licht brandt, in de kraamkamer, en verwisselen of smoren de jong geborene kinderen; anderen kinderen geven zij paddeslijm in, waardoor deze ziekelijk worden