Mijn oogen hield ik niet meer van hem af en toen hij het Paleis verliet volgde ik hem en sprak hem aan en informeerde zeer vriendschappelijk naar zijn tegenwoordig
^waruiterst beleefd, maar zocht toch mijn vragen
te ontwiiken. Hij had het tegenwoordig erg goed, was a ° . voor «en hui, in ..eenkolen t« R«tt«d.n. en ».s „u tijdelijk hiei, maar gaf mij geen duidelijk antwoord ho lane hij al hier was, en waar hij verblijf hield.
Al pratende waren wij een politiepost genaderd en noodigde ik hem uit daat met mij binnen te gaan.
Sr moest hij niets van hebben, begon zich te vedetten trachtte weg te komen, «rat hem echter niet jankte.
Mijn eerste werk was op het politiebureau de lijst van aangiften van in de laatste weken gestolen jassen na te zien en jawel, daar vond ik het signalement van een winSs zooals mijnheer er een aan had. Hij begon nu aUerlei Te maken en uitvluchtjes te bedenken, maar iklmd genoeg aanwijzingen en liet hem in arrest brengen.
Dat ik den rechten man te pakken had bleek mij dra,
er kwamen spoedig geen aangiften meer van jassendief-
stallen uit café's en gangen.
Hoe menschen zich aan het gevangenisleven kunnen
wennen, wil ik hierbij ook nog even ver*ellen-,
Een sterk staaltje hiervan heb ik ondervonden bij een
m»™ bijna talg ^ardic al ree d,50 ^rvan^
leven in de gevangenis had doorgebracht Zoodrah,to^ kwam. nam hij maar weer zijn oude vak, het stelen van handkarren, ter hand om maar zoo gauw mogelijk in de
8<rnfen°mm hebik bij een terechtzitting, toen hij weder