hen overrompeld en meegesleurd. Vreeselijk schouwspel.
Zeven-en-twintig lijken werden op een dag in een groote groeve op het kerkhof te Ditzumerverlaat begraven en 8 op den volgenden dag, terwijl twee van Hollandsche zijde aangespoeld naar N.-Beerta in het lijkenhuisje werden gebracht en daar werden begraven.
Bij dezen ramp heeft zich buitengewoon verdienstelijk gemaakt, nu wijlen de heer J. H. Ebels, landbouwer te Stadspolder; die zijne schuur bereidwillig afstond om de ongelukkigen onderdak te verschaffen en hen gedurende eenige weken van voedsel voorzag , eveneens de bakenmeester R. Swarts aldaar, die mede alle hulp verleende, om de ongelukkigen hun leed te helpen verzachten.
Twee buiten de sluis voor anker liggende punten, beladen met stroopakken, werden ook een speelbal der golven en konden de schippers hunne vaartuigen, trots hun kundigheid, niet in bedwang houden en sloegen ze voor anker weg en boven op tien dijk, waar de eene gelijk een stokje doorknakte. en de pakken stroo overal ronddreven. Onder al het huisraad was bij het Duitsche grenskantoor, tegenover de Oude Statenzijl, eene wieg komen aandrijven waarin een slapend kind ; de wieg gebalanceerd door een hond, die op de kap stond, waardoor het kind bleef behouden. In Reiderpolder B stond het water den volgenden morgen 3 M.