De architectuur in hare hoofdtijdperken

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

geleidt tot het hoofdgebouw: de woning van den chef, bestaande uit een ruimen, rechthoekigen voorhof (L) door zuilenhallen omringd, thans nog

zichtbaar. Eechts van den ingang, in de as van de voorhalle der woning bevond zich het huisaltaar (A), Avelks overblijfselen nog aanwezig zijn.

Drie deuren ge\ en toegang tot een voorhalle waarachter de mannenzaal (Mégaron) (M), het verblijf van den heerscher,gelegen is. Deruimte(l 1.80X9.80) is door vier zuilen verdeeld ter ondersteuning van de zoldering, die in liet midden, ter plaatse van den haard waarschijnlijk open bleef. De vloer bestond uit kalksteenen tegels, terwijl het benedendeel der wanden nog de sporen der

Fig. 134. Zuiifragn.ent ie Orchomenos. albasten reiielbefcleeding draagt. Mkele

vertrekken van den dienst bevinden zich links van het hoofdgebouw. Eechts er van ligt de afzonderlijke vrouwenwoning, een situatie die geheel een Oostersch karakter draagt. Slaapvertrekken bevinden zich in de nabijheid. Dienstwoningen en stallen waren op liet lagere gedeelte van de burcht ingedeeld.

Omtrent liet karakter van architectuur en versiering bestaan enkele

Fig. 135. Fries versiering te Tirvns (Chipiez).

gegevens, waaruit blijkt dat de zuilen van hout waren, hetgeen hun totale verdwijning door brand verklaart. Het type dat reeds in het bas-reliëf der