In de Ord. d. Stat. v. Utr. betr. het schouwen der Heerwegen, dijken, straten, enz. ten platten lande v. 7 Mei 1662 en 26 Juni 1666, Art. II: „en dat yder syn dijk ofte slag sal moeten hebben gemaakt na behoren voor den schouwdag,.. .* En Art. XIII: „De respective Schouten ende Gerechten sullen besorgen, dat by een van hunluyden of haren Gerechtsbode op den Schouwdag den aan- ende afgang van haarluyder Gerechten of slagen de Heeren van de Schouwe werden aangewesen, met designatie van de bruyckers, slagen ofte andere die in de beboete slagen gehouden zijn* (Aid. II, 302 en 303).
In een Handv. v. Phil. v. Bourg. aan die v. Enkhuizen en Grootebroek betr. het onderhonden, keuren en schouwen van den Lagen weg v. 6 Mrt 1438: „soo sal voortaen elck na syn toe-behooren vervolghen ende maecken, meerende ende niet minder, dat is te verstaen alle vaken en slagen die hen selven toe-behooren ende in den banne van Westwoude mit sijn toe-behooren niet gelegen en zijn,..." (Handv. Enkh., 28a).
SLACHTE, SLACHTEDYK, SLAGTEDYK, SLACHTDIJK, SLACHDIJK.
Driessen zegt, dat men oudtijds door s 1 a c h t e soms een sluis of waterleiding schijnt verstaan te hebben, maar meer algemeen een d ij k of waterkeering (Mon. Gron. II, 245).
In een Uitspraak in een geschil tusschen het klooster v. Aduard en ingezetenen van Oosterwalda en Gha over een dam in het kanaal de Growe (Groeve) v. 8 Apr. 1285: „de Dammone, qui SI ach te vulgariter appeUatur" en in hetzelfde stuk nog eens „S lach te sive Damme" (Oorkbk Gron., Dr. I, 114; Driessen. Mon. Gron. I, 47 en 48). En in eene andere Uitspraak door Burg. v. Gron. over geschillen tusschen dat convent en genoemde gemeenten benevens de Acht Zijlvesten v. 1364: „Slachte sive Damme*; maar ook: „quod locus ad faciendum slachte sive aqueductum, Mude vulgariter nuncupatum,...* (Oorkbk Gron. en Dr. I, 387; Driessen. Mon. Gron. II, 245 en 246). Deze laatste beteekenis, nl. die van waterleiding, die nog een paar malen in dit stuk genoemd wordt, heb ik nergens anders aangetroffen. Dikwijls evenwel die van dijk of waterkeering en waarschijnlijk alleen voor b i n n e n d ij k.
In eene kantteekening op een request van Humsterland aan Ged. St. v. Gron. en Ommel. v. 1 Juli 1595: „Indien het Closter van Aduwert enige landen buiten den slachtdijck liggen heft daerop enige dycken solen mogen fallen, sinnen die heren Gedeputeerde Staten overboedich daerover te doen gelyck anderen en voerstaen in desen niet wyder macht te hébben.1' (Nann. Uitterdijk. Abdij Aduard, 170). Ook in de Rentmeestersrekening van de goederen van dat klooster v. 1595 wordt gesproken van een Slachtdyck of Slachdijck in het Westerkwartier en van landen daarbinnen en daarbuiten gelegen. Waarschijnlijk is dit de .Slachte', gaande van Noordhorn in westelijke richting, nu de straatweg of Heereweg, eenmaal het buitenwater keerend en waarin de Niezijl lag, doch later door meer dan ééne voorbedyking slaper of droog geworden (Hist. Gen. Bijdr. XXIU, 156 en 157).
Er zijn hier evenwel meer dijken aan te wijzen, die eenmaal den naam van „s 1 a c h t e* of ,nye slachte* droegen en waarschijnlijk aldus genaamd werden als zij door een anderen, nieuwen buitendijk, slaper geworden waren. Zoo lag er in 1453 een ,nye slachte* tusschen Noordhorn en Fritemahuis t. N. daarvan: in datzelfde jaar was een dijk gelegd daarvóór tusschen Fritemahuis en de Oxwerderzijl. Deze nu wordt in een stuk van 1457 „nye slachte* genaamd. Enz. Zie hiervoor Andreae. Lauwerszee, 48 e. v., — die evenwel meent dat een nieuwe buitendijk in 1571 aldus werd genaamd. Uit genoemde oorkonden blijkt de beteekenis m. i. niet met volkomen zekerheid.
Bekend is ook de Slachte of Slachtedijk, die het Oude Westergoo in twee deelen scheidt en de Vijfdeelen verdeelt in Binnen- en Buitendijks. De Vijfdeelen Binnendijks vormden het gebied van de Slachte. Die djjk loopt van den Zeedijk t. N. v. Oosterbierum langs deze plaats tusschen Franeker en Herbajum door zuidwaarts tot Achlum, vervolgens zuidoostwaarts om bij Hidaard aan te sluiten aan den zuidelijken dijk van Westergoo langs de voormalige Middelzee; dit gedeelte is 7 & 8 uur lang. De Middelzeedijk t. O. van Hidaard tot bij Rauwerd en ook wel noordwaarts van dit punt werd ook wel Slachtedjjk genoemd. Deze slaperdijk met genoemd deel der Middelzeedijken heeft bij de overstrooming van 1825 het inundatiewater uit een deel van Friesland gekeerd (Zie de Kaart in van Leedwen. Watervl. in Vriesl. in 1825).
„Slach ten* werd oudtijds gebruikt voor opruimen, slechten, doen vervallen, buiten gebruik stellen. Zoo in het Rapp. v. Gedeputeerden die de Friesche dijken