allen, bovenal waar het de vrijheid van godsdienst en geweten betreft," van harte toe, doch had, evenals Prof. Gratama, vooral bezwaar tegen het facultatieve der subsidieering, terwijl Docent Brummelkamp waarschuwde tegen inhaling van het Trojaansche paard: z. i. bleef dan toch de Staat schoolmeesteren Het voorstel vond echter weinig bijval in de Kamer en was spoedig vergeten.
In hetzelfde jaar bleek onder de voorstanders van Chr. onderwijs geen eenstemmigheid meer te bestaan over Groens schoolwetprogram. Elout van Soeterwoude wilde weer een lans breken voor facultatieve splitsing en Dr. Van Toorenenbergen wenschte het woord „Christelijke" in de Wet te behouden Verschil van meening over dit laatste punt werd zelfs in '69 oorzaak van een betreurenswaardige tweedracht tusschen broederen. De meesten wilden met Groen en Dr. A. Kuyper, om het misleidende van dit woord in een wet, die tegelijkertijd de neutraliteit voorschreef, het verwijderd hebben; terwijl Dr. N. Beets, Van Toorenenbergen en anderen het wilden laten staan, omdat het in de toekomst weer werkelijkheid zou kunnen worden. De beide laatstgenoemden verlieten de Vereeniging voor C. N. S., toen deze met overgroote meerderheid zich aan Groens zijde schaarde.
Intusschen brachten de tegenstanders van het Chr. onderwijs versche troepen in 't vuur. In '68 deed het „Nut" een geweldigen aanval. Het zag in de vrienden der Chr. school den toeleg, „om de weldadige vruchten van het verleden te niet doen" en riep zijn 300 afdeelingen en zijn 14000 leden ten strijde voor het openbaar onderwijs. Het volgende jaar werd het „Schoolverbond" opgericht om het schoolverzuim op bijz. en openbare scholen te keer te gaan Doch toen op een vergadering in Utrecht, waar Dr. Kuyper en Fekinga als afgevaardigden van „C. N. S." verschenen, de laatste van „gewetensvrijheid" repte, ontstond er een geweldig tumult en zagen genoemde heeren met hun vrienden zich genoopt heen te gaan. In '70 werd de „Vereeniging tot bevordering van Volksonderwijs in Nederland" opgericht, een uitbreiding der Friesche vereeniging van denzelfden naam. Haar doel was bescherming der beginselen in de Wet van '57 neergelegd en wegneming der bezwaren tegen algemeenen schoolplicht. Doch na twee jaar kwam op initiatief van J. Voorhoeve H.Cz. te Rotterdam het „Anti-schoolwetverbond" tot stand, met Prof. De Geer als voorzitter. Het wilde door het bewerken der publieke