De wraak van den Stundist

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    HOOFDSTUK I.

    Hij zit daar op een bank: het hoofd op de ellebogen gestut, in somber gepeins. Hij is nog jong — stellig niet ouder dan twintig jaar, doch wat een gebrek heeft hij geleden! Zijn oogen staan diep in hun kassen; hij heeft ingevallen wangen, en de havelooze kleeding voltooit den indruk van ellende.

    Zijn voeten zijn doorgeloopen; hij heeft te vergeefs naar werk gezocht, en nu is hij hier aangespoeld als een schipbreukeling op een eenzaam eiland.

    Op een eenzaam eiland ? 't Klinkt toch ongelooflijk. Als hij den blik opheft, ziet hij torens en koepels en paleizen, die van goud en marmer schitteren. En wat een drukte en een gewoel heerscht er in de straten ! Europa en Azië ontmoeten er elkander — 't is een wereldstad, welker buitenwijken zich in onafzienbare verten uitstrekken als het Babyion en het Nineveh der oudheid.

    Maar dat doet er niet toe. Al was het nog tienmaal drukker in de straten, en al was deze groote Russische fabrieksstad nog tienmaal grooter — voor Alexis Mironof zou het toch gelijk staan met een eenzaam eiland.