zinnige opvatting van zware verantwoordelijkheid. Doch wat vermag zelfs het beste beleid tegen verraad!
Het Ge bataillon infanterie met de bergartillerie en een sectie genietroepen waren alzoo aangewezen om IjakraNegara te bezetten en het 7e bataillon met de veldartillerie een bivak nabij Mataram; de overige troepen keerden naar Ampenan terug, om de landingsdivisie te vervangen.
Nog denzelfden dag brachten de beide generaals met den resident Dannenbargh een bezoek bij den vorst.
Op een stoel gezeten, zag de oude vorst met eene mengeling van zinneloosheid en onverschilligheid de hooge bezoekers aan; onnavolgbaar bedriegelijk had hij aan zijn gansche uiterlijk en benemen een waas van kindsheid gegeven, dat zelfs den grootsten menschenkenner hadde verschalkt.
Begrijpelijkerwijze achtte men den vorst niet in staat ernstige zaken te behandelen, waarom het kortstondig bezoek zich dan ook bepaalde tot de gebruikelijke plichtplegingen, terwijl men den kroonprins uitnoodigde zoo spoedig mogelijk te Tjakra-Negara te komen ter bespreking van politieke aangelegenheden.
In overleg met dei resident werd bepaald dat controleur Liefrinck naar de oostkust zoude vertrekken om de hoofden der Sasaks, Maleiers en Boegineezen met des vorsten onderwerping in kennis te stellen en hun te gelasten den opperbevelhebber „hormat" te komen betuigen. Wijders werd bij proclamatie de bevolking van het geheele land bevolen, alle vijandelijkheden te staken, onder mededeeling dat de Nederlandsch-Indische Regeering alle bestaande geschillen zoude onderzoeken en uit den weg ruimen.