over het gebergte, en daar de Infanterie hen niet zoo spoedig volgen kon, toog Sollewijn met de kavallerie vooruit, en joeg hen na. Nog in het dal werden er van twintig in het rijstveld stekenden, 7 neergesabeld. De vlugtenden namen echter nu en dan bij doortogten, eene goede houding aan. Een enkel javaan verweerde zich met zijne lans tegen verscheidene liussaen stak er twee ter neder; doch daarna werd hij zelf doorstoken. Een vooruit zijnde pleton hussaren raakte handgemeen met een troep ruiters, waarbij Sentot, Prawiro kesoemo, Prawirodipoero en andere opperhoofden waren, en die over den heuvel Toeyong rennende , met 5 ruiters over malkander naar beneden rolden , terwijl de luitenant Jaubert er 9 afmaakte. Prawirodipoero werd gewond, maar ontkwam het en zijn paard bleef in handen der vervolgers, met een pistool, dat Sentot van De Koek vroeger ten geschenke had ontvangen. De gezamenlijke kavallerie vervolgde steeds den vlugtenden vijand, naar de zijde van Simanpir, alwaar 5 ruiters in eene bergkloof naar beneden stortten , en afgemaakt werden. Schoon hierdoor eenig oponthoud ontstond, rende men echter weder terstond door, en Sollewijn, had het plan, de vlugtelingen de groote bergkloof bij Gamplong over te jagen, en er dus nog eenige af te maken. Dit mislukte echter, en bij den kleinen berg Gamplong braken ze met geweldig geschreeuw door, latende 3 dooden achter. Daarop renden zij door een gehucht, twee palen bezuiden Gamplong aan de Progo, en wierpen zich in die rivier, met een 50tal ruiters. De vlugt van Dipo Negoro, was hij deze gelegenheid zoodanig, dat hij zich van