Deining

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

kwam. Dan had ze verschillende dingen te vragen. Ze vroeg Job naar een broek, die hij in Singapore gekocht had en die in het dragen toch niet meegevallen was, en merkte op, dat Lena of zijzelf maar beter de kleren voor hem konden kopen, zoals ze voor Jaap ook deden. Ze vroeg naar een bootsman, met wie hij onder de reis een paar maal onenigheid had gehad, omdat de man niet deugde voor zijn werk en wilde weten of die nu ontslagen was. En ze vroeg naar de timmerman, wiens vrouw een groentewinkeltje hield inde Kleine Kattenburgerstraat; daar moest, naar ze meende, toch ook nog een oude matroos wonen, die vroeger met Jobs vader aan boord van het hospitaal-kerkschip gevaren had.

Of vergis ik me daarin en woont die misschien inde Kleine Oostenburgerstraat?

Daarbij keek ze Job aan en hij keek zijn moeder aan. Ze wist wel, dat het er niet zoveel op aankwam, wat ze vroeg of zei. Want over dingen, die hun allebei na aan het hart lagen spraken ze toch niet, omdat Job zich daarover zo moeilijk kon uiten. Ze wilde nu alleen maar een ogenblik bij hem zitten en na zoveel jaren zijn stem weer eens horen. Pas ’s avonds, als ze in schemerdonker bij elkaar zaten en de buren en dominee Hundlingius, die ’s middags zouden komen om Job te begroeten, alweer weg waren, kon ze Job misschien, aarzelend, polsen omtrent zijn plannen voor de toekomst. Dan zou ze hem ook, eveneens aarzelend en zoekend naar woorden, die haar gevoelens zoveel mogelijk moesten verbergen, het een en ander kunnen vertellen over de dingen, die haar bezwaarden of waarover ze zich verheugde, over Lena vooral en over Jaap.

Jaap was altijd een heel moeilijk kind geweest. Uiterlijk leek hij het meest op zijn moeder; meer dan Lena en Job, die op hun vader leken en ook het zwaarmoedig gesloten karakter van hun vader hadden. Jaap was, evenals zijn moeder, klein van gestalte en levendig van aard; hij had een vriendelijk, innemend gezicht, kon heel opgeruimd zijn maar was ook vaak eigenzinnig en vooral wispelturig. Z’n moeder had zich de eerste jaren na zijn geboorte niet veel met hem bezig kunnen houden, omdat haar man bij een verschrikkelijke tocht met reddingboot, waarvoor hij die zilveren medaille kreeg, een zware longontsteking opliep en naderhand altijd bleef sukkelen zodat zijzelf de kost voor het huishouden moest verdienen met het vlechten van helmmatten.