Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar
Laat mij je stilte herbinden, den wijden einder onder den eeuwig zoemenden wind, en den eenvoud Voor een oprecht en nederig bestaan. De aVond nadert, en de uren Vergaan, de laatste goede, Voor wie den dag niet heeft dunnen grijpen.
Peking, October 1941.
Ontevreden met allen en met mijzelj, ten prooi aan een grauwe leegte, aan de sleepende Verwording Van tragen sleur – Voor Weid deel nog de Vroegere? Voor Welj deel reeds Verstard? – mistroostig, met Wandelende zekerheid en Versleten ontzag, met leege handen op den drempel Vaneen Verstreden jeugd, mijn léVen minachtend en mijn doen, deer ik terug tot je, Iberisch landschap, bezieling Van mijn Vroeger mager gelu\, bron Van dracht en Waar achtige grootheid.