Schetsen uit de geschiedenis van ons zeewezen

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

jaren tot dicht langs onze kust, hielden den Maasmond en den ingang van ’t Goereesche Gat bezet of vatten post voor Wijk aan Zee of een ander visschersdorp, waar zij de inkomende buizen op vingen ‘). Soms kwamen zij zelfs zooals in 1604 bij het stadje Goedereede gebeurde aan land om er gevangenen op te halen2), ’t Werd tusschen de onzen en de Duinkerkers, nadat de Staten-Generaal in 1587 ten aanzien van deze „piraten” het barbaarsche „voetenspoelen” voorgeschreven hadden, een woeste strijd, waarbij aan geen van beide zijden kwartier gegeven werd. Ofschoon de Duinkerker marine haar grootste offensieve kracht pas na ’t Bestand ontwikkelde, dwong zij de Hollanders ook thans reeds tot eene machtsontplooiing ter zee, die ’t financieele draagvermogen van den staat verre overschreed. In 1607 werd opgemerkt, dat, zoo Duinkerken niet bestond, de Nederlanders met 4/s minder oorlogsschepen zouden toekomen 3).

Aanvankelijk richtten zich hier te lande de beveiligingsmaatregelen ter zee naar de behoeften van het oogenblik. Werden er „zeerovers ende piraten” op zee gesignaleerd, dan lieten de Staten oorlogsschepen tegen hen uitrusten4) of gaven order, om de noodige „boots” en grootere schepen te equipeeren ter convooieering van de koopvaarders5). Vreesde men voor een aanslag „op de zee, steden of stroomen

1) R. H. 2, 21, 22 Oct. 1599, 18 April 1600. 2) R. H. 1 Oct. 1604. 3) Dr. P. J. Blok, Een merkwaardig aanvalsplan (Bijdr. en Meded. Hist. Gen. 1900), p. 41. Over de „groote oosten”, die’t achtervolgen van één enkelen vrijbuiter ons reeds veroorzaakte, zie: R. S. G. 4 Aug. 1610. 4) B.v. in Oct. 1577 : 12 oorlogsschepen, waarvan 6 door Noord- en 6 door Zuid-Holland moesten „hecommen, toegerust ofte gecoft ende voorts onderhouden” worden (R. H. 17 Oct. 1577, afgedrukt in: Bijdr. en Meded. Hist. Gen., 1893, XIV, p. 29). 5) B.v. in Mrt. 1579: 7 „boots” waarvan er slechts 2 den Staten toebehoorden en 8 schepen (R. H. 19 Mrt. 1579). Zie ook R. H. 2 Febr. 1587.

1568—1609.