In het atrium der Vestalinnen en andere fragmenten

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    AFSCHEID VAN AMSTERDAM

    Men schreef het jaar negentienhonderd

    Zes en dertig toen uw poëet

    Als een morgenroos opgemonterd

    Zijn intocht in de wereld deed.

    Daar is, wil men het maar betalen,

    Alles te koop en te bezien;

    Hij kocht een ransel en sandalen

    En een tweedehandsch mandolien.

    En hij bezocht, voor hij naar Rome

    Uit alle wegen er een nam,

    Nog eenmaal de stad van zijn droomen

    En geboortestad: Amsterdam.

    Daar besteeg hij den Zuidertoren

    Om vanaf de transen nadien

    Heel de stad, aan zijn voet verloren,

    Nog eenmaal in het hart te zien.

    Amsterdam, o stad van De Keyser,

    Voor wie aan uw grachten ontlook,

    Schooner, vriendelijker en grijzer

    Dan welke stad ter wereld ook,