I. INLEIDING.
Algemeen voorkomen van Midden-Celebes. De volken, die Midden-Celebes bewonen. ïoradja-groepen. Vanwaar de Toradja’s zijn gekomen. Verspreiding van de Parigi’sch-Kaili’sche groep. Verspreiding van de Posso’sch-Todjo’sche groep. —De Sadang-groep. – Kenmerkende verscliillen tusschen de beide eerste Toradja-groepen. Hebben de Toradja’s bij hunne komst andere stammen verdreven?
Algemeen voorkomen van Midde n-C eleb e s.
Celebes is wel eens vergeleken met eene spin, die met de schiereilanden als pooten, in het water ligt. Ook heeft zijn vorm wel eens doen deuken aan een mensch zonder hoofd, wiens armen de Noordelijke en Noordoostelijke schiereilanden zijn, terwijl de beenen gevormd worden door de beide Zuidelijke schiereilanden. Het middelste gedeelte van Celebes is opgebouwd uit een aantal bergruggen, die parallel aan elkaar loepen. De D,s. Warasin (Entwurf einer geographisch-geologischen Beschreibung der lusel Celebes) geven als hoofdrichting dier ketens eene Noord Zuidelijke aan. Latere onderzoekingen (o. m. die van den ingenieur Abendanon) hebben geleerd, dat de hoofdrichting dier ketens Zuidoost—Noordwest is.
Deze bergruggen zijn opgebouwd uit schiefer en gueiss, waaruit hier en daar de basaltruggen die zij bedekken, door die schiefer te voorschijn treden (Sarasin, Wichmann, Fennema, Koperberg, Abendanon). Dicht aan de zeeën zijn deze gebergten bedekt met koraalkalk, die soms op aanmerkelijke hoogte (600 M.) nog wordt aangetroffen. Zoo is ook de geheele Posso-depressie opgevuld met koraalkalk.
Ongeveer midden door Centraal-Celebes loopt het Takolekadjoe-gebergte (takolekadjoe is een boomnaam), zoo genoemd naar dat gedeelte van dezen bergrug, waarover de voornaamste verbindingsweg voert van de Golf van Bone naar die van Tomini. Deze rug eindigt in het Noorden in kaap Pondindilisa, terwijl hij zich in het Zuiden voortzet in het Zuidoostelijke schiereiland.
Naar het Oosten volgen de Wana ri Paloe, het Pompangeo-gebergte, de Peleroe-rug, en eindelijk het Towi-gebergte aan de golf van Mori.
Tobadja’s.
j