De Bare'e-sprekende Toradja's van Midden-Celebes

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    verhaaltjes, die (waarschijnlijk uit het Maleisch) in het Bare’e zijn vertaald. Voor de kennis der taal heeft noch dit slordige vertaalwerk, noch het handjevol aanteekeningen, dat er is hijgevoegd, iets te heteekenen.

    Het tweede, eveneens een stuk van Dr. J. G. F. Riedel, is te vinden in de Bijdragen van het Koninklijk Instituut (5, I, 1886), en getiteld: „De Topantunuasu of oorspronkelijke volksstammen van Centraal Selebes”. Dit stuk, waarvan de gegevens afkomstig zijn van een Parigiër, die weinig kennis van de Toradja’s blijkt bezeten te hebben, en die allerzonderlingst gefantaseerd heeft, is van zeer geringe waarde. Slechts enkele mededeelingen in dat stuk zijn waar.

    Zeventien jaar hierna verscheen eerst de derde bijdrage over Midden-Oelebes in het Tijdschrift van het Bataviaasch Genootschap (deel 35, 1893) van de hand van den Heer G. W. W. C. Baron van Höevell en getiteld: „Todjo, Posso, Saoesoe”. Deze opstellen, vervaardigd naar gegevens, die door den Schrijver zelf op verschillende reizeg naar Midden-Celebes zijn verzameld, zijn veel soberder dan bovengenoemd stuk van Dr. Riedel, en de onjuistheden er in zijn weinige.

    Belangrijk is onze kennis van het land der Toradja’s vermeerderd door de reizen van Dr. Pv en Dr. F. Sarasin, die hunne ervaringen en ethnografische gegevens hebben neergelegd in hun in alle opzichten prachtig werk; „Reisen in Celebes, ausgeführt in den Jahren 1893—1896, und 1902—1903, Wiesbaden 1905’’. (Yan dit werk is eene aankondiging geschreven door Alb. C. Kruyt, in het Tijdschrift van het Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap, Jaargang 1906, blz. 774).

    Behalve de genoemde opstellen en werken is nog in 1900 verschenen een opstel van den Heer P. A. Gallas, „Bijdrage tot de kennis van het landschap Posso” (Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap, 2,17), waarin echter weinig bijzonders voorkomt.

    Wij achten het overbodig hieraan eene lijst van onze eigen geschriften toe te voegen, daar deze alle zoo noodig verbeterd in dit ons boek over de Bare’e-Toradja’s zijn verwerkt. Door dit werk zijn dus onze verspreide opstellen, voor zoover deze betrekking hebben op de Bare’esprekende stammen van Midden-Celebes, overbodig geworden.

    Wij hebben geen moeite gedaan om bij de landbeschrijving in vele bijzonderheden af te dalen. Ook hierbij is het volk hoofdzaak gebleven. Bovendien zal de aanwijzing van de ligging der dorpen en de administratieve indeeling van het land na de komst van het Gouvernement in Midden-Celebes in 1905, spoedig verouderd zijn, want in een land nog zoozeer in wording als Midden-Celebes hebben nog telkens veranderingen plaats.

    Voor de hulp bij de samenstelling van dit werk genoten, zijn wij velen dank verschuldigd. In de eerste plaats onzen Civielgezaghebber, den Kapitein der Infanterie O. I. L., G. W. Mazee. leder, die in Indië bekend is weet, hoeveel er voor het slagen van eene of andere onderneming af' hangt van de welwillendheid en de medewerking van het hoofd van plaatselijk bestuur, zonder dat het altijd mogelijk is alles op te sommen, waarin