BLADZ.
V. Todjo 69
Tasi Raja, 69. Yan Karawasa tot Oeë Koeli, 69. Oeë Koeli, 70. Van Oeë Koeli tot Tandjoeng Api, 70. De Toradja’s van Todjo, 71. To Tora’oe, 72. To Baoe, 73. To Lalaeo, 73. To Ampana, 74. To Wana, 74. De radja van Todjo, 75. Hoe Todjo zjn radja kreeg, 76. Todjo’s eerste radja, 76. File Witi’s tocht naar Todjo, 77. De residentie van Todjo’s radja, 78. Verschillende radja’s van Todjo, 79. De rjkssieraden van Todjo, 81. De Todjoërs, 82. Tegenwoordige stand van zaken, 83.
VI. Bevolking 84
Algemeene opmerkingen over de dichtheid der bevolking, 84. Redenen voor de schaarsehheid der bevolking. Oorlog, 85. Verhuizen, 86. Zucht om het ledental van zjn eigen stam te vermeerderen, 86. Gaat de bevolking voor- of achteruit?, 87. Het bevolkingscijfer, 88. Algemeen voorkomen, 89. De huid, 90. Beharing, 91. —■ De oogen, 93. Kleurenzin, 94. De ooren, 94. De neus, 95. De mond, 95 Handen en voeten, 96. Kroppen, 96. Idioten en krankzinnigen, 97. Epileptici, 98-. Algemeene opmerkingen omtrent het karakter, 99. Eenvoud en onergdenkendheid, 100. Ijdelheid, 101. Goed verstand, 102. Waarheidszin, 104. Eerlijkheid, 105. Beleefdheid,. 106 Zitten, 107. Begroeten, 108. Wjzen, 108. Afkeer en onderdanigheid, 109. Uitbarstingen van drift, 109. Gastvrijheid, 110. Luiheid, 110. Geduld, 112. Welsprekendheid, 112, Dankbaarheid, 112, Uitingen van liefde, 114. Beschaamd maken, 115.
VII. Maatschappelijke en staatkundige verhoudingen 117
Het samenwonen in huizen en dorpen, 117. Eenheid van afstamming der Bare’e-Toradja’s, 118. Namen der stammen, 119. Gedecimeerde stammen, 120. Verhouding van de stammen onderling, 120. Koloniën, 122. lemand uit een anderen stam is een vreemdeling, 122. Het gevoel van gemeenschap in den stam, 124. Het dorp en het dorpshoofd, 124. Voor- en nadoelen van het ambt, 126. De hoofden konden niets gelasten buiten het gewoonterecht om, 126. Het hoofd is plaatsvervanger van de voorouders, 127. Onder de hoofden traden een of meer op den voorgrond, 127. De door Loewoe aangestelde hoofden, 129. De Datoe van Loewoe, 130. De macht van den Datoe van Loewoe, 130. De verplichtingen aan den Datoe van Loewoe, 131 De politiek van den Datoe van Loewoe, 182. De Datoe ri Tana, 133. Verhalen omtrent de verhouding tusschen den Datoe ri Tana en den Datöe van Loewoe, 135. De schatting aan den Datoe ri Tana, 135. Verhouding tot den Magaoe van Sigi, 136. De aanrakingen met Parigi, 138. Aanrakingen met den Djena van Todjo, 139. Aanrakingen met Boegineezen, Mandareezen, Makassaren en Ternatanen, 140. Eerste aanrakingen met Hollanders, 140. Het uitreiken van contracten, 142. De vestiging van controleurs, 143. De Zending in Midden Celebes, 143. --- De Heer A. J. N. Engelenberg, 144. De onderwerping van de Bare’e-Toradja's, 145. De bevestiging van het Nederlandsch gezag. De hoofden, 148. Het aanleggen van nieuwe dorpen, 149. De belasting, 150. De aanleg van natte rijstvelden, 150. Heerendienst, 151. Het bezit in den communistischen staat der Toradja’s, 151. De oorsprong van dit communaal bezit, 153. De gevolgen van het communaal bezit, 153. De invloed van de Gouvernements-maatregelen op den communistischen staat der Toradja’s, 154. Het Gouvernement tegenover de