pianist te Schiedam op. Spoedig was zijn naam als zoodanig gevestigd en werd hij benoemd tot organist aan de Laurentiuskerk en tot leeraar aan de muziekschool van „Toonkunst” te Rotterdam.
Als eerste directeur van Rotte’s mannenkoor (opgericht 14 Maart 1854), gedurende 19 jaar, behaalde hij met dit koor verscheidene prijzen. Ook de „Rotterdamsche liedertafel”, door hem opgericht, bracht hij tot grooten bloei. Verder verkreeg hij de directie van de dam eszang vereeniging „Crescendo", van het R. K. zangkoor, „Crescendo’' te Kinderdijk en van de mannenkoren „Harmonie1’ te Delftshaven en „Orpheus" te Schiedam.
Den i8en Juli igoi vierde hij zijn 80 verjaardag te Delft, waar hij woonde, na zich uit de muziekwereld te hebben teruggetrokken.
Bij al dezen arbeid vond hij tijd tot het componeeren van vele mannen-, vrouwen- en gemengde koren en liederen:
Op. 5, Vijf liederen: i. Beneden en i Boven, 2. Roeierslied, 3. Zingen, \ 4. Oogstlied, 5. Lente,
„ 6, Drei Lieder: i. Warum, 2. Wo still ein Herz, 3. Gut’ nacht, fahr wohl,
„ 8, Roep tot den Heer in alle leed,
„ i 2, God en de Koning, met bassolo,
„ 13. Twee liederen: 1. Harmonie, , 2. Feestlied,
„ i 5, Hoop, I
„ i 6, Aubade, Bij de groeve, I
„ 2i, Vrede des gemoeds, Op zee, I
„ 22. Feestzang, I
Op het kerkhof, Oogstmaand, De hemel, j Neerlands mannengezang, Vertrouwen op I God, Wilhelmus van Nassauwe, (oorspr. / melodie). /
voor mannenkoor.
Op. 9, Aan Florida, s
tr y' 7 „ 17, Lentebloesem,
Vox Humana, Lentebloesen,
Op. 14, Drie driestemmige liederen: 1. Rein van hart, 2. Kleine Suze, 3. De honigbij,
I voor \ vrouwen( koor.
„Een troostbloem”.
„Ons Vaderland”,
„Een lied voor U"’,
„Koningin Emma”,
] voor ( zang C en ) piano.
Vlies (G. van der), geb. 31 Aug. 1867, organist en dirigent der zangvereeniging te Sliedrecht en van de dames zangvereeniging , Euterpe” te Scheveningen, componeerde;
Twee geestelijke liederen, voor een zangstem met piano of orgel.
„Eere zij God in den Hooge'’, 6 nieuwe Kerstliederen op oude wijzen voor een- en tweestemmig kinderkoor.
Drie geestelijke liederen, voor gemengd koor.
Twee liederen voor 3-stemmig vrouwenkoor met piano.
„Impressies”, 4 klavierstukken : Lentemorgen, Zomeravond, Ballade, Muzikale illustratie.
Twee vierstemmige Koren; „Schep mij een rein hart,” „Wien heb ik nevens U”.
Vliet (Cornelis van), geb. te Rotterdam, i Sept. 1886, ontving gedurende drie jaar onderricht op de violoncel van zijn vader, van Kohier, en daarna van Oscar Eberlé en I. Mossel.
Toen hij 16 jaar oud was, werd hij als cellist geplaatst aan het Concertgebouw te Amsterdam en in Sept. 1903 als xe cellist bij het Philharmonisch orkest te Leipzig (Hans Winderstein). Van Mei tot September 1904 werkte hij mede in het Boheemsche Kwartet (directie Oscar Nedbal), waarmede hij een kunstreis maakte door Bohemen, Rusland en Polen, om daarna te Pawlowsk (Rusland) te blijven. In 1904 werd hij lid van het Philharmonisch orkest te Helsingfors (Finland) en kamermuziekspeler aan het conservatorium. In 1905 ging hij naar München als ie solo-cellist bij het Caïm-orkest en bezocht in Sept. van dat jaar Rotterdam, waar hij in de Nutszaal een eigen concert gaf.
Voerman (Herman), geb. te ’s Gravenhage, 28 Maart 1862, ontving zijn opleiding van Charles Buziau in hoofdzaak voor violist.
Als solist trad hij op te ’sHage, Rotterdam, Amsterdam, Vlissingen, Zandvoort, Wageningen, Kuilenburg, Scheveningen, Delft, Schiedam en andere plaatsen, was gedurende 5 jaar eerste violist in het Residentie-orkest en verder tweede viool in het Haagsche Toonkunst-kwartet (Hack, Voerman, Verballen, van Isterdael).
Daarbij is hij leeraar in vioolspel en bezit een echte Johannes Tononi-viool (anno 1687), welk instrument bekend is als een der mooiste exemplaren van den maker.
Vogel (A. de), geboren te Schiedam, genoot zijn opleiding aan de muziekschool van „Toonkunst” te Rotterdam, in hoofdzaak voor piano.
In de voornaamste steden van ons land, in Parijs, Brussel, Bordeaux, Luxemburg en Verviers, trad hij als solo-pianist op en maakte in het seizoen 1908 09 en in 1909/10 een tournée door Spanje en Portugal. Thans is hij leeraar voor piano aan de muziekschool der afdeeling Rotterdam van de M. t. b.d. T.
Vogel-Vladeracken (Mevr. Geertruide van), echtgenoot van den violist Niel Vogel, geb. teHaarlem, 1880, genoot gedurende korten tijd het onderricht van Comélie van Zanten te Amsterdam en van W. Schauseil te Keulen.