welke de junglebewoners beheerscht en hen, wier leven in den gewonen dagelijkschen sleur van voedsel zoeken en paren toch reeds genoeg met gevaren gevuld is, belet gevaren uit te lokken.
Toen de opkomende zon de schaduwen van den nacht verjoeg, bevond Tarzan zich weer op den rand van een groot woud. Zijn gids klom lenig in de takken der boomen, waardoor hij zich met de vlugheid, die langdurige gewoonte en hereditair instinct geven, een weg baande, maar ofschoon hij geholpen werd door een grijpstaart, vingers en teenen, bewoog het mensch-ding zich niet met grooter gemak door het woud dan de aapmensch.
Al voorttrekkend dacht Tarzan aan de wond, die de harkende klauwen van Numa hem ’s nachts hadden toegebracht. Hij keek er naar en ontdekte tot zijn verbazing, dat de wond niet alleen pijnloos was, maar ook aan de randen geen spoor van ontsteking vertoonde, ongetwijfeld het resultaat van het antiseptische poeder, dat zijn vreemde tochtgenoot er op gestrooid had.
Zij waren ongeveer twee mijl verder getrokken, toen Tarzan s gids op een grashelling onder een grooten boom, welks takken over een helder beekje hingen, naar beneden klom. Hier dronken zij, en Tarzan ontdekte, dat het water met alleen prachtig helder, maar ook ijskoud was, wat er op wees, dat het snel van de hooge bergen stroomde.
arzan ontdeed zich van zijn lendendoek en wapenen en stapte in het kleine vijvertje onder den boom, om er een oogenbhk later geheel verfrischt en met een {linken eetlust uit te komen. Toen hij dat deed, zag hij, dat zijn reisgenoot met een verbaasde uitdrukking op zijn gezicht naar hem keek, hij pakte den aap-mensch bij zijn schouder en keerde hem om, zoodat Tarzan met zijn rug naar hem toe stond. Uaai raakte hij het onderste gedeelte van Tarzan’s ruggegraat met zijn wijsvinger aan, slingerde zijn eigen staart over zijn schouder, keerde den aapmensch weer om, wees eerst op Tarzan en vervolgens op zijn eigen staartaanhangsel en kakelde opgewonden in zijn vreemde taal.
De aapmensch begreep, dat zijn reisgenoot waarschijnlijk voor het eerst ontdekt had, dat hij van nature en niet door