Tarzan de verschrikkelijke van Edgar Rice Burroughs

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    Toen die afschuweüjke kreet van Tarzan’s lippen klonk, ging het mensch-ding vlug achteruit als in een plotseling ontzag, maar toen Tarzan zijn jachtmes weer in zijn scheede stak en zich tot hem wendde, zag de ander in de kalme waardigheid van zijn houding geen reden tot angst.

    Een oogenblik namen zij elkaar op en dan sprak het mensch-ding. Tarzan besefte, dat het wezen voor hem gearticuleerde geluiden uitte, die in een taal, zij het dan ook in een Tarzan onbekende taal, de gedachten uitdrukten van iemand, die in meerdere of mindere mate dezelfde capaciteiten om te redeneeren bezat, die hij had. Met andere woorden, dat, ofschoon het wezen voor hem den staart en de duimen en groote teenen van een aap had, het in alle andere opzichten een mensch was.

    Het bloed, dat nu langs Tarzan’s zijde vloeide, trok de aandacht van het schepsel. Uit zijn zak haalde hij iets te voorschijn, ging dan naar Tarzan toe en gaf door teekenen te kennen, dat hij wilde, dat de aap-mensch zou gaan liggen, opdat hij de wond zou kunnen verbinden, waarna hij deze uittrok en het ruwe vleesch met een poeder bestrooide. De pijn der wond was niets vergeleken bij de uitgezóchte marteling van het geneesmiddel, maar gewend als hij was aan lichamelijk lijden doorstond de aap-mensch die kalm en na een ooeenblik was zoowel het bloeden als der pijn opgehouden.

    In antwoord op de zachte en allesbehalve leelijk klinkende modulaties der stem van den ander sprak Tarzan in vertecheidene stamdialecten en in de taal der groote apen, maar het bleek, dat de man niets daarvan begreep. Ziende, dat zij zich niet verstaanbaar voor elkaar maken konden, ging de pithekanthropos naar Tarzan toe, bracht zijn linkerhand op zijn eigen hart en legde zijn rechterhand op dat van den aap-mensch. Deze laatste beschouwde die handelwijze als een vriendschappelijken begroetingsvorm en daar hij de gewoonten van onbeschaafde rassen kende, beantwoordde hij die begroeting zooals hij ongetwijfeld verwachtte dat hij moest doen. Zijn handelwijze scheen zijn nieuwen kennis te voldoen, want deze begon onmiddellijk weer te praten. Dan snoof hij de lucht in de richting van den boom boven hen op, wees plotseling naar het lijk van Bara, de hinde, en raakte