Op grootvaders knie

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

Doornroosje.

't Was feest, 't was feest door heef het land,

De vlag woei van den toren,

Want in 't paleis was juist dien nacht Een dochtertje geboren.

Haar flonkergouden wiegetje

Stond op een zilver troontje,

Zij droeg een jurk van wit satijn En op haar mutsje een kroontje.

Twaalf feeën waren er genood

Om haar ten doop te houden,

Die, na het doopmaal, beurt om beurt Hun gaven geven zouden.

Nu zaten zij nog aan het maal

Te drinken en te eten,

Maar één — en juist een booze fee — Was heelemaal vergeten!