De man van Lebak

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    OUDSTE TIJD 1820-1842

    1.

    Eduard Douwes Dekker werd geboren op 2 Maart 1820 te Amsterdam, „in een onaanzienlijke, oud-hollandsche woning" in de Korsjespoortsteeg (tussen Singel en Heerengracht). Zijn ouders, getuigde zijn neefje Swart Abrahamsz later, in de befaamde Ziektegeschiedenis die zoveel stof heeft doen opwaaien, waren kleine lieden. „Dat ik een burgerjongen ben, weet gij reeds," schrijft Dekker later zelf aan zijn adelike verloofde.

    Swart Abrahamsz heeft een zwakke poging gewaagd om Multatuli's karakter of altans zijn temperament uit zijn afstamming te verklaren: Zijn vader, Engel Douwes, die de naam van zijn moeder, Dekker, later bij de zijne trok, „was uit de Zaanstreek afkomstig en een able seaman. Zoo able zelfs, dat er van hem, jaren na zijn dood, nog verschillende anecdoten in omloop waren.... Hij kommandeerde een klein scheepje op de grote vaart en te midden van zwaar stormweder, terwijl zijn gehele bemanning in het tuig was om te reven, alleen op het dek staande met het stuurrad in de hand, klinkt op eenmaal de kreet: „een man overboord". „Die is weg", dacht de schipper, „God zij zijn ziel genadig", en „wie is het?" roept hij naar boven turende in de dikke duisternis. „Ik vader", was het antwoord van zijn zoon, die over de bezaansrust binnen boord klom, na over de fokkerust in zee te zijn geslagen, en drijfnat naast hem stond. „Zoo", zei daarop de vader1). — Die vader schijnt een krachtige persoonlijkheid geweest te zijn met

    1) Dit is Eduard's jongere broer Willem, die later, op zijn 17e jaar, toch in de Noordzee zou verdrinken; niet de 3 jaar oudere Jan, die ook zeeman was.