De beveiliging van de zee tegen Europeesche en Barbarijsche zeeroovers, 1609-1621

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    vttt OORLOG TEGEN DE ALGERIJNEN (1618)

    equipage van de schepen van dezen Rotterdainschen commandeur, wien vervolgens de bezetting der Middellandsche Zee route voor het zomerseizoen van 1619 moest worden opgedragen !).

    Aldus herhaalden zich — mutatis mutandis — de disputen, die gedurende de eerste helft van het Bestand waren gevoerd over een doorloopende beveiliging van de W e s t z e e.

    Wij kunnen de beraadslagingen van dit najaar en alle varianten van het oorspronkelijk plan van Januari 1618 daarby — gevoeglyk laten rusten en volstaan met de vermelding dat tenslotte de gang van zaken aldus is geweest, dat de schepen van Quast, naarmate zij gereed kwamen, voor een vyftal weken naar Westen werden gedirigeerd, om daarna gezamenlijk de Straat door te loopen met overeenkomstige opdracht als Moy Lambert in Mei had ontvangeni) 2).

    Nóg hadden de levanthandelaars geen reden tot juichen: veertien schepen waren in het begin van het jaar niet voldoende geoordeeld, acht schepen waren thans met moeite toegestaan; was het mogelyk, dat de Republiek de Barbaresken in toom zou kunnen houden?

    Op den 3den December 1618, veel later dan het plan was geweest, verliet Quast met de schepen van het Noorderkwartier Texel, op weg naar de Straat; de Amsterdammers waren eenige dagen tevoren uitgezeild. De Staatsche kapiteins hebben zich niet gehaast, en tal van havens op hun uitreis bezocht. Zoo werd het begin Maart 1619 eer de vloot te Malaga bijeen was. Zij had toen nog geen piraten ontmoet en ook in de volgende weken behaalde zij geen enkel succes. Er liepen hardnekkige geruchten, dat de roofschepen zonder geschut aan boord in de haven van Algiers lagen en dat hun voor acht maanden het uitvaren was verboden: de Pacha zou H. H. M. een nieuw tractaat hebben aangeboden.

    Op den 22sten April kwam een Nederlandsch jacht in de vloot; het bracht eenige missiven uit Patria en had twee

    i) Res. S. G. 25 Sept. 1618.

    s> Res. S. G. 15 Oct. 1618.