Omstreeks het jaar 1000 kwamen in Europa twee stroomingen in de Romaansche bouwkunst voor, die naar het type duidelijk te onderscheiden zijn. Het zijn die, welke voorkomen in Noord-Italië, Zuid- en Midden-Frankrijk, en die, welke we vinden in de Germaansche landen. Al deze typen kennen een reeks van onderverdeelingen, waarvan er echter slechts één hier in het bijzonder moet worden genoemd. Het blijkt nl., dat de bouwkunst, welke meer bepaald in de Rijnstreek wordt aangetroffen, van grooten invloed werd op die in ons land. In dit verband herinneren wij er aan, dat b.v. Utrecht in deze periode kerkelijk tot het Aartsbisdom Keulen behoorde en ons land deel uitmaakte van het Duitsche rijk. Zoo kon, vooral in Zuid-Limburg, eveneens nog beïnvloed door de Maasstreken, zich een Romaansche bouwstijl ontwikkelen, welke nauw verband toont met dien in het Rijnland; de groote voorbeelden hiervan zijn te vinden in Maagdenburg, Worms, Mains en Spiers.
Als een der oudste voorbeelden van de Romaansche bouwkunst in ons land kan dan het reeds vermelde kerkje van St. Odiliënberg worden genoemd, afb. i,nog voorafgegaan door een in 706 gebouwde O. L. Vrouwekapel. Sporen daarvan vindt men nog terug in een der gevels van het gebouwtje naast de kerk, dat thans als patronaatsgebouw dienst doet.
De kerk te St. Odiliënberg, evenals die te Susteren, afb. 5, vertoont een uiterst sobere behandeling van de gevels, waarbij de typisch Romaansche „rondboogfriezen” vrijwel het eenigste deco¬
ratieve eiement vormen (zie tig. 2).
Kenmerkend voor den Romaanschen stijl in het algemeen zijn ook de „lysenen” (fig. 2). Deze worden gevormd door een weinig uit het muurvlak vooruitspringende
gedeelten, welke onderling als gekoppeld 2. Karakteristiek Romaansche schijnen door kleine rondbogen. Het zijn details van lyseenen gekopmotieven, waarvan de oorsprong reeds tot Peld door een rondboogfties. de Byzantijnsche bouwkunst in de 4de en 5de eeuw te herleiden is.
Een rijkere planindeeling geeft de kerk te Rolduc te zien, welke drie absiden vertoont, zie afb. 2. De hoofdvormen van langs- en dwarsschip blijven duidelijk spreken. Merkwaardig is deze kerk ook om het feit, dat hier, voorzoover is na te gaan, voor het eerst een steenen overwelving is toegepast, waar men zich tot dusver slechts in ons land bediend had van houten kapconstructies.
Na een lange bouwgeschiedenis, welke tot het jaar 1104 terug